Inleiding en context

´Een ons preventie is meer waard dan een kilo repressie´. Vandaag 6 mei 2020 een ´kennisparel´ waarin wat lessen zijn te destilleren over het belang van preventie bij het voorkomen of reduceren van georganiseerde criminaliteit. Onlangs is er een extra financiële impuls gegeven om ondermijning (georganiseerde criminaliteit) te bestrijden. Bestrijden, omdat de investering in de preventie van het fenomeen in feite achterwege is gebleven. De extra financiële impuls wordt vooral aangewend voor de opsporing en het bewaken en beveiligen van bedreigde personen. Dat is uiteraard een politieke keuze, maar toch een beetje ´penny wise and pound foolish´. Criminaliteitspreventie vormt namelijk een wezenlijk onderdeel van de aanpak van georganiseerde criminaliteit. Waarom is dat het geval?

De preventieve aanpak van criminaliteit staat nog steeds in de schaduw van het klassieke, repressieve optreden in reactie op (georganiseerde) criminaliteit. De aanpak dus, waarbij het justitiële apparaat pas in beweging komt nadat een strafbaar feit is gepleegd. Meestal loopt de zaak al ‘dood’ voordat de laatste fase in de strafrechtketen wordt bereikt. Een hoofddoel van deze miljarden kostende operatie is onder meer te zorgen, dat de veroordeelde dader door de straf afgehouden zal worden van herhaling van zijn of haar criminele gedrag. Dit blijkt echter nauwelijks te lukken. Vroeger niet en nu niet. Investeer dus meer in criminaliteitspreventie zou je kunnen zeggen. Waarom criminaliteitspreventie als maatschappelijke opgave om georganiseerde criminaliteit te voorkomen?

1.       Preventie richt zich op het wegnemen van oorzaken, en niet op het straffen van de dader.

2.       Preventie richt zich primair op de periode voor de daad, en niet na de daad.

3.       Preventie gaat uit van een veelheid van actoren (politie, lokaal bestuur, maatschappelijk middenveld, individuen, en bedrijfsleven) in tegenstelling tot de politiële/justitiële aanpak gebaseerd op primair het strafrecht.

4        Preventie is slachtoffer-, situatie- en dadergericht, en dus breder dan de uitsluitend repressieve dadergerichte aanpak. 

5        Preventie werkt, er is meer dan genoeg overtuigend empirisch bewijs.

Is hiermee het strafrechtelijke instrumentarium weggepoetst? Geenszins. Een puur preventieve benadering is niet voldoende. Er zullen immers altijd personen zijn die zich niets blijven aantrekken van (in)formele controles. Zij reageren niet op preventieve maatregelen. Er zal dus altijd opgespoord, vervolgd, berecht en gestraft blijven worden. Ten slotte, daarom is een onsje preventie meer waard dan een kilo repressie.

Bron

Waard, Jaap de (2020). Preventieve en bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit in Nederland: Een multidimensionale aanpak. Den Haag: Ministerie van Justitie & Veiligheid, Directoraat Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving, Directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding, 13 pp. 

https://www.researchgate.net/publication/338999955_Preventieve_en_bestuurlijke_aanpak_van_georganiseerde_criminaliteit_in_Nederland_Een_multidimensionale_aanpak

Samenvatting

Een belangrijke (beleid)theorie bij de preventieve aanpak van criminaliteit is die van de aanwezige gelegenheidsstructuur. Kern van deze benaderingswijze is dat criminaliteit tot stand komt wanneer aan drie voorwaarden is voldaan: aanwezigheid van potentiële daders, aanwezigheid van geschikte doelwitten, afwezigheid van voldoende toezicht. Met andere woorden: criminaliteit vindt daar plaats waar de gelegenheid of omstandigheden het meest gunstig zijn voor daders (minste weerstand, geringe pakkans, gebrek aan controle en regelgeving, criminogene plekken en subculturele aspecten). Preventieve maatregelen moeten dus primair gericht worden op het modelleren van de gelegenheidsstructuur, met het doel om criminele handelingen te bemoeilijken of te voorkomen. In de literatuur wordt deze situationele criminaliteitspreventieve aanpak ook met andere termen beschreven: tegenhouden, logistieke preventieve aanpak, bestuurlijke preventie, opwerpen van bestuurlijke blokkades, barrières en drempels.

Uitgangspunt is in de kern dat het eenvoudiger is om plekken en plaatsen te veranderen en daarmee indirect het keuzegedrag van (potentiële) daders te beïnvloeden, dan om (potentiële) daders direct te beïnvloeden. Daarbij gaat het vooral om het onderkennen van de gevolgen van verstedelijking, anonimiteit, en criminogene aspecten van nieuwe technologie, goederenstromen, producten en diensten. Situationele preventie kan daarmee beschouwd worden als een bijdrage aan de normhandhaving: men voorkomt daarmee dat (potentiële) daders in de verleiding worden gebracht om criminele handelingen te verrichten. In de preventieve praktijk betekent dit gericht aandacht besteden aan de maatschappelijke condities waaronder georganiseerde criminaliteit kan opbloeien (primaire preventie) en aan specifieke risicovolle factoren en sectoren (secundaire preventie) die daarbij relevant zijn. Het gaat dan om kwesties als het voorkomen dat er een illegale markt ontstaat, of de kwetsbaarheid van bepaalde segmenten van onze samenleving voor georganiseerde criminaliteit. De aanpak van vanuit criminologisch oogpunt meest problematische dadergroepen (tertiaire preventie) kan bijvoorbeeld via selectief reclasseringstoezicht of elektronisch huisarrest plaats vinden. Hier spelen strafdreiging en perceptie van pakkans een bijzondere rol. Voor de liefhebber is dit conceptuele model van criminaliteitspreventie hier te downloaden: https://www.researchgate.net/publication/287994211_A_two-dimensional_typology_of_crime_prevention_projects_With_a_bibliography

In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de kenmerken van de preventieve aanpak van georganiseerde criminaliteit in Nederland. Verder wordt de gelegenheidsstructuur voor georganiseerde criminaliteit in Nederland beschreven en de implicaties daarvan voor het preventiebeleid. Dan volgt een schets van de opgedane ervaringen met de preventieve aanpak van georganiseerde criminaliteit. Ten slotte wordt een aantal voorstellen gedaan om tot een meer offensieve preventieve aanpak van georganiseerde criminaliteit in Nederland te komen.

Afsluitend

Door de accumulatie van kennis op het terrein van preventie van klassieke criminaliteit is het vermogen toegenomen om de preventie van georganiseerde criminaliteit beter vorm te geven. Het gaat daarbij om de oorzaken en achtergronden van georganiseerde criminaliteit beter in kaart te brengen en daarmee de preventieve aanpak beter vorm te geven. Daarmee is het aantal mogelijkheden om de omvang en ernst van georganiseerde criminaliteit te reduceren beduidend toegenomen. Het gaat dan om de volgende preventieve acties en strategieën:

•        Richt je op de daad / het delict, en niet op de groep (daders) die erin participeert;

•        Splits het ballonbegrip georganiseerde criminaliteit in specifieke delict typen en fenomenen, er is geen ’maatpakoplossing’;

•        Bestudeer de bestaande variatie in criminele samenwerkingsverbanden en organisaties en het fluïde karakter daarvan;

•        Veronderstel minimale niveaus van complexiteit van samenwerkingsvormen, waarmee georganiseerde criminaliteit zelden als bijzonder ingewikkeld kan worden beoordeeld (het is vaak geen    ’rocket science’);

•        Volg niet allen de financiële sporen, maar volg vooral de fysieke (financiële) transacties;

•        Speur niet naar de diepste (maatschappelijke) oorzaken maar inventariseer in de meest voor de hand liggende oorzakelijke en veroorzakende factoren;

•        Inventariseer op welke wijze criminaliteitsfenomenen afhankelijk zijn van elkaar (logistieke aanpak van bedrijfsproces);

•        Inventariseer hoe georganiseerde criminaliteit legitieme en marginale activiteiten faciliteert;

•        Verstoor / frusteer de logistieke volgorde van gebeurtenissen / bedrijfsvoering om criminele samenwerkingsverbanden en productieprocessen tegen te gaan;

•        Intervenieer binnen die gebeurtenissen / logistieke bedrijfsvoering de context die toegang geeft tot de vraag naar illegale goederen en/of modi operandi;

•        Leg minder de nadruk op de aanpak van grote bazen (criminelen), volg en frusteer de gelegenheidsstructuren die minder ernstige vormen van criminaliteit faciliteren (waar georganiseerde criminaliteit mede van afhankelijk is bij de bedrijfsvoering);

•        Maak gebruik van het concept van situationele criminaliteitspreventie om direct of indirect de gelegenheidsstructuur die georganiseerde criminaliteit bevordert te reduceren en daarmee de perceptie van pakkans en strafdreiging ophoogt.

Hopelijk zal ook de preventieve en bestuurlijke aanpak van de georganiseerde criminaliteit de komende jaren de aandacht krijgen die noodzakelijk is om een verschil te maken. Met een primair repressieve aanpak zal dat verschil ten opzichte van de aanpak met vorige jaren niet worden bereikt.

Tot zover maar weer, fijne dag, blijf gezond en positief, en wees aardig voor elkaar.     

Voor de geïnteresseerde lezer, de vorig verzonden ´kennisparels´ zijn op te vragen bij mij, en gaan over:

(1)Organized Crime and Criminal Career; (2)Aanpak van actieve leden binnen de georganiseerde criminaliteit; (3)Is Cannabis a Gateway Drug? Key Findings and Literature Review; (4)De wet van criminaliteitsconcentratie; (5)De predictiepolitie; (6)Messencriminaliteit; (7)Online Harms White Paper; (8)Wat werkt en wat werkt niet bij het voorkomen van criminaliteit?: Een systematisch overzicht van 475 meta-evaluaties; (9)(De mythe van) criminaliteitsverplaatsing; (10)Rekruteringsprocessen binnen de georganiseerde criminaliteit; (11)QuickScans voor politie en andere relevante diensten rond handhaving, crimi-trends en openbare orde tijdens de coronacrisis; (12)Focused deterrence strategies effects on crime: A systematic review; (13)Onderzoeksynthese naar effectiviteit van cameratoezicht; (14)Slachtofferschap van werknemers met een publieke taak binnen de gezondheidszorg: een onderzoeksynthese; (15)Hot Spots Policing: Een onderzoeksynthese; (16)Wat werkt niet om recidive te voorkomen bij volwassenen: Een onderzoeksynthese; (17)Circles of Support and Accountability for Sex Offenders: A Systematic Review of Outcomes; (18) Criminele carrières: over het starten, beëindigen en de voortgang daarvan: Een overzicht; (19) Herhaald slachtofferschap: Een onderzoeksynthese; (20) The promotion of well‐being among children exposed to intimate partner violence: A systematic review of interventions; (21) Neighbourhood policing: Impact and implementation, a rapid evidence assessment; (22) Disorder policing to reduce crime: A systematic review; (23) Police‐initiated diversion for youth to prevent future delinquent behavior: A systematic review; (24) De dynamiek op georganiseerde drugsmarkten: Een onderzoeksynthese; (25) A systematic review of the effectiveness of asset-focussed interventions against organised crime; (26) Kennisinventarisatie extreem geweld en criminele vuurwapenhandel;(27) Cyberbullying: Concepts, theories, and correlates informing evidence-based best practices for prevention; (28) Pandemics and Violence Against Women and Children; (29) Learning from Criminals: Active Offender Research for Criminology; (30) Broken Windows, Informal Social Control, and Crime: Assessing Causality in Empirical Studies; (31) Procedural Justice and Policing: A Rush to Judgment?; (32)  Research on body-worn cameras: What we know, what we need to know; (33)  Regulating organized crime; (34) Opportunity makes the thief: Really, and so what?; (35) Preventieve en bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit in Nederland: Een multidimensionale aanpak;