Inleiding en context
Vandaag een hele specifieke ´kennisparel´, namelijk over het fenomeen van ´sexting onder jongeren´. Het gaat hierbij om vormen van online seksueel grensoverschrijdend gedrag. Die kunnen licht van aard zijn maar ook zeer ernstig. Onder sexting wordt in de vakliteratuur het maken en verspreiden van seksuele plaatjes van betrokkene of andere vormen van seksuele communicatie verstaan. Onder jongeren is sexting een veelvoorkomend fenomeen en het komt zowel bij jongens als meisjes in verschillende hoedanigheden voor. Wanneer sexting zonder toestemming van de persoon die is afgebeeld plaatsvindt, wordt gesproken van online seksueel grensoverschrijdend gedrag en kan dit worden aangemerkt als strafbaar gedrag. Het gaat in de regel om twee onderscheiden typen:
1. Sexting tussen jongeren onderling waarbij het beeldmateriaal ongewenst vervaardigd en/of verspreid is.
2. Profielmisbruik en seksuele pesterijen of beledigingen.
In de vakliteratuur worden ook wel termen gebruikt als ´grooming´, ´online sexual sollicitation´, ´unwanted sexual material´, ´online sexual exploitation´, ´online harms´, of sextortion. Met de explosieve groei van Internet en het gebruik daarvan wordt ook een fors aantal rouwranden meer zichtbaar. Onder de noemer van ´cybercrime´ wordt een steeds groter aantal individuen slachtoffer van diverse vormen van dit fenomeen. Gedacht kan onder meer worden aan slachtofferschap via de ´elektronische snelweg´ zoals bedreiging, pesten, fraudevormen, afpersing, en ongewilde vormen van seksuele intimidatie en geweld. Daders en slachtoffers kunnen zowel adolescenten als volwassenen zijn. Bijgesloten onderzoeksynthese geeft op basis van de beschikbare kennis een schatting van de prevalentie en incidentie van deze blootstelling aan ongewilde vormen van online seksuele intimidatie, afpersing en geweld onder jongeren. De auteurs geven ook een kort overzicht van beschikbare preventieve interventies om online slachtofferschap te voorkomen en over interventies om te kunnen omgaan met de nadelige gevolgen van het ondergane slachtofferschap.
Bron
Madigan,Sheri,Vanessa Villani Corry Azzopardi, Danae Laut, Tanya Smith, Jeff R.Temple Dillon Browne & Gina Dimitropoulos (2018). The Prevalence of Unwanted Online Sexual Exposure and Solicitation Among Youth: A Meta-Analysis. Journal of Adolescent Health, vol. 63, no. 2, August, pp. 133-141. https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1054139X18301344
Samenvatting
The objective of this meta-analysis was to provide a synthesis of studies examining the prevalence of unwanted online exposure and solicitation of a sexual nature among youth, and to determine if prevalence varies by youth age, gender, year of study data collection, or study geographical location. Eligible studies from January 1990 to January 2016 were identified utilizing a comprehensive search strategy. Included studies examined the prevalence of unwanted online exposure and solicitation in youth who ranged from 12 to 16.5 years. Two independent coders extracted all relevant data. Random-effects meta-analyses were used to derive mean prevalence rates. Thirty-one (37,649 participants) and nine (18,272 participants) samples were included in the syntheses on unwanted online sexual exposure and solicitation, respectively. For online exposure, the mean prevalence rate was 20.3% (95% confidence interval: 17.1–23.4). For online solicitation, the mean prevalence rate was 11.5% (95% confidence interval: 9.4–13.6). Moderator analyses indicated that prevalence rates for unwanted online exposure and solicitation have decreased over time. Prevalence varied as a function of gender (solicitations were higher for males), but not age or geographical location. Approximately one in five youth experience unwanted online exposure to sexually explicit material and one in nine youth experience online sexual solicitation. Educational campaigns to raise awareness of Internet risks and safety strategies are warranted.
Afsluitend
Inmiddels is ook in Nederland ervaring opgedaan met de zogenaamde Halt-interventie sexting. Onlangs verscheen in opdracht van het WODC het volgende rapport: https://wodc.nl/onderzoeksdatabase/2908-procesevaluatie-pilot-halt.aspx
Op basis van bijgesloten onderzoeksynthese wordt duidelijk dat deze vorm van slachtofferschap niet onderschat mag worden, zowel qua omvang, ernst en nadelige (psychologische) gevolgen voor de (jeugdige) slachtoffers. Lezenswaardig is in dit kader het onlangs door het WODC uitgebrachte rapport ´Slachtofferschap van online criminaliteit: Prevalentie, risicofactoren en gevolgen´: https://wodc.nl/onderzoeksdatabase/2973-slachtofferschap-cybercrime-secundaire-analyse-liss-panel.aspx