Inleiding en context
Maandagochtend 15 juni 2020. Vandaag precies 36 jaar geleden was het mijn trouwdag, te Veenwouden Friesland, in het huis van mijn schoonouders. Ik werkte destijds bij het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) in Den Haag. Per trein kwamen ongeveer 25 ´WODC-ers´ naar het verre Friesland om daar mijn trouwdag te vieren. Onvergetelijk en het mooie is dat ik een flink aantal van die destijds jonge mensen nog regelmatig ontmoet.
Maar nu naar het heden. De bijgesloten ´kennisparel´ van vanochtend gaat over ´crime scripting´. Wat is dat voor een concept? In het kort komt dat op het volgende weer. Hier verplaatst bijvoorbeeld de opsporing bij de politie, de Officier van Justitie of de misdaadanalist zich in de schoenen en in het hoofd van de crimineel of de ondernemers op illegale markten. Op die manier brengt men de stappen, beslissingen en strategie in kaart die criminelen uitvoeren om bijvoorbeeld cocaïne te importeren of synthetische drugs te vervaardigen. Een mooi voorbeeld van een dergelijke exercitie is onlangs toegepast in het onderzoek: Leiden, Ilse van, Anouk Lenders en Henk Ferwerda (2018). Een bittere pil: Het fenomeen en de aanpak van illegale medicijnenhandel. https://bureaubeke.nl/publicaties/een-bittere-pil-2/ Onderstaande ´uitnodiging´ om een criminele organisatie op te zetten geeft een indruk hoe je te werk moet gaan met het toepassen van het concept van het zogenaamde ´crime scripting´. Maar nu naar de onderzoeksynthese van vandaag.
Bron
Dehghanniri, Hashem & Hervé Borrion (2019). Crime scripting: A systematic review. European Journal of Criminology, pp.1-22. https://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/1477370819850943
Samenvatting
More than two decades after the publication of Cornish’s seminal work about the script-theoretic approach to crime analysis, this article examines how the concept has been applied in our community. The study provides evidence confirming that the approach is increasingly popular; and takes stock of crime scripting practices through a systematic review of over 100 scripts published between 1994 and 2018. The results offer the first comprehensive picture of this approach and highlight new directions for those interested in using data from cyber-systems and the Internet of Things to develop effective situational crime prevention measures.
Afsluitend
Leren vanuit het perspectief van de dader lijkt voor de komende jaren een mooie onderzoeklijn te kunnen vormen binnen de studie van criminaliteit en rechtshandhaving, inclusief de aanpak van georganiseerde criminaliteit. In een eerder stadium verzond ik al ´kennisparel´ nummer 29: ´Learning from Criminals: Active Offender Research for Criminology´. Een mogelijke reden voor de geringe effectiviteit van de huidige aanpak in de criminaliteitsbestrijding is dat de binnen de rechtshandhaving preventieve maatregelen niet of nauwelijks aansluiten bij de denk- en leefwereld van (potentiële) daders. Een benaderingswijze vanuit de denk- en leefwereld van de dader zelf zou een vertrekpunt kunnen vormen om tot alternatieve interventies in de opsporing en preventie van criminaliteit te komen. De komende jaren kan geëxperimenteerd worden met zogenaamde Think Thief Teams. De samenstelling van dergelijke teams bestaat uit ingesloten en actieve daders, industriële ontwerpers van diensten en goederen, (oud) advocaten, wetenschappers, praktijkmensen, en beleidsmensen. Net als binnen de software-industrie wordt door deze teams ingeschat waar sterke en zwakke plekken zitten in de beveiliging van goederen en diensten. Tevens kan getoetst worden of beleid- en preventiemaatregelen vanuit de optiek van de dader als effectief worden beoordeeld. Een dergelijke innovatie is tot op heden nog maar zeer sporadisch uitgevoerd. Daar liggen bijzondere kansen voor de criminologie als (toegepast) vakgebied.