Inleiding en context

Woensdag 15 juli 2020, vandaag hopelijk wat beter weer dan gisteren. De ´kennisparel´ van vandaag is een systematische onderzoeksynthese waarin een oordeel wordt gegeven over de effectiviteit van een interventie om kindermishandeling of verwaarlozing tegen te gaan: ´Family group decisionmaking´ (FDGM).

FDGM  is een innovatieve benadering die de “familiegroep” positioneert als leiders in de besluitvorming over de veiligheid, duurzaamheid en het welzijn van hun kinderen. FGDM erkent het belang van het betrekken van familiegroepen bij de besluitvorming over kinderen die bescherming of zorg nodig hebben. Het wordt geïnitieerd door instanties voor kinderwelzijn wanneer een kritische beslissing over een kind vereist is. In FGDM- processen brengt een opgeleide coördinator die onafhankelijk is van de zaak de familiegroep en professionals samen om een ​​plan te maken en uit te voeren programma om kinderen en andere gezinsleden te beschermen. FGDM- processen positioneren de familiegroep om de besluitvorming te leiden. Samen met de betrokken autoriteiten komt men overeen om familiegroepsplannen te ondersteunen en die zorgen dat instanties adequaat de problemen gaan aanpakken. FGDM-processen zijn geen vormen voor conflictoplossing, therapeutische interventies of forums voor het bekrachtigen van professioneel vervaardigde beslissingen. In plaats daarvan zoeken FGDM-processen actief de samenwerking de betrokken familiegroepen bij het opstellen en implementeren van plannen die de veiligheid, duurzaamheid en het welzijn van hun kinderen ondersteunen. Weergegeven in een afbeelding ziet het er als volgt uit:

Wat zijn de uitkomsten van deze activiteiten om kindermishandeling en verwaarlozing te voorkomen? Bijgesloten onderzoeksynthese geeft daarop het volgende antwoord.

Bron

McGinn, Tony, Paul Best, Jason Wilson, Admire Chereni, Mphatso Kamndaya & Aron Shlonsky (September 2020). Family group decision‐making for children at risk of abuse or neglect: A systematic review. Campbell Systematic Reviews, vol. 16, no. 3, September, pp. 1-64. https://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/cl2.1088

Samenvatting

The mistreatment of children, by those who should care for them, is a worldwide problem. The majority of governments across the globe accept a level of responsibility for investigating and intervening in cases of child abuse and neglect. These interventions have the potential to protect children, and contribute to their well‐being across the life‐cycle. Much has been written, and much discussion has taken place, about the best way of making these interventions. Most authorities who have this responsibilty, to respond to child protection concerns, have a written guide for their practice. To a greater of lesser degree, this guide will outline how carers and families should be involved in the decision‐making process about how a child should be protected, cared for, and nurtured so that may achieve their full potential. Family group decision‐making (FGDM) is a particular form of child protection decision‐making, which puts the child’s family at the centre of the decision‐making process.

FGDM meetings can adhere to a number of different rules, and follow a number of different formats, described as: family group conferencing, family team meetings, Ohana group conferencing, or a range of other terms. They all have a few principles in common. When a child protection agency adopts a version of FGDM they make a clear effort to bring family, extended family, friends, and community members together to discuss what can be done. They also bring any professionals such as teachers, medical staff, or youth workers to this meeting. These meetings are designed to develop a plan for the safety, permanence, and well‐being of the child or children involved; with a focus on FGDM. This approach differs considerably from more typical child protection decision‐making. Traditional child protection decision‐making usually incorporates the views of children’s parents or carers; but places responsibility, for decisions about how children should be protected, squarely on the shoulders of child protection workers.

This review brought together studies which investigate whether or not FGDM works better, for the children concerned, than traditional child protection decision‐making. We found 15 studies which have investigated this question using comparisons between children who received FGDM, and those who did not. We have assessed the quality of these studies and summarised the findings from these studies. We have concluded that further studies, and better quality studies designed to avoid the potential biases of previous studies, are needed. Findings from the studies summarised here do not suggest that FGDM is better or worse, for children, than more traditional practitionerled decisionmaking.

Afsluitend

Tja, een wat teleurstellende conclusie op basis van de meest robuuste kennis die voorhanden is. Zeker voor de direct betrokkenen bij de vele initiatieven die wereldwijd (ook in Nederland) rond FDGM in gang zijn gezet. Maar ook deze uitkomsten zijn belangrijk voor beslissers en praktijkwerkers die hier mee te maken hebben. Soms zijn interventies veel belovend, soms effectief en soms is er geen effect te meten of is er sprake van negatieve gevolgen. In dat geval is de medicijn slechter voor de patiënt dan de ziekte. De volgende ´kennisparel´ zal hopelijk wat positiever uitpakken voor wat betreft de heilzaamheid van de interventie.