Inleiding en context

Dinsdagochtend 28 juli 2020, ook de maand juli is weer bijna omgevlogen. Vandaag stuur ik jullie alweer de 81e ´kennisparel´, wat hebben we toch een schat aan kennis op het terrein van Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding. Dat is mooi want dan kan ik nog even door gaan met het sturen van deze kennis, die hopelijk dienst kan doen als ´productiefactor voor rationeel justitiebeleid´. Vandaag een mooi overzichtsartikel over criminele samenwerkingsverbanden en netwerkanalyses binnen de georganiseerde criminaliteit.

De drugshandel in en via ons land is omvangrijk te noemen. De politie steekt veel energie in de opsporing van de productie en handel in cannabis, synthetische drugs, cocaïne en heroïne. De vraag is wat we kunnen en willen bereiken met die opsporingsinspanningen, uiteraard met inachtneming van de daarop te treffen maatregelen van strafrechtelijke, fiscale en bestuurlijke aard. Als we kijken naar wat de ambitie is van politie en justitie, zoals die blijkt in allerlei projecten, processen en programma’s, dan blijkt de soms expliciete en vaak impliciete redenering te zijn dat we die verboden markten willen terugdringen. Door het ‘verstoren’ van die markten moet de animo om daarin te participeren minder worden – dat verstoren is dan een gevolg van het overheidsingrijpen op het functioneren van de markten en daarin betrokkenen. Maar hoe doe je dat, verstoren? Hoe zien illegale markten er uit. Wat zijn belangrijke kenmerken? Het netwerkperspectief van georganiseerde criminaliteit geeft hierop een aantal antwoorden. Bijgesloten overzichtsartikel biedt een mooi overzicht hoe deze netwerken er uit zien en op welke wijze een meer gefocuste aanpak van georganiseerde criminaliteit bewerkstelligd kan worden. Het is nuttig en noodzakelijk om bij de aanpak rekening te houden met de bijzondere kenmerken van deze illegale markten met als kernvraag: welk middel draagt dan het meest effectief en efficiënt bij aan hun verstoring?

Bron

Bouchard, Martin (May 2020). Collaboration and Boundaries in Organized Crime: A Network Perspective. In: Michael Tonry (Ed.) Crime and Justice: A review of Research, vol. 47. Chicago: University of Chicago Press, pp. 1-45. https://www.journals.uchicago.edu/doi/10.1086/708435

Samenvatting

A network approach helps us better specify and model collaboration among people involved in organized crime. The focus on collaboration raises the boundary specification problem: Where do criminal organizations start, where do they end, and who is involved? Traditional approaches sometimes assume the existence of simple, rigid structures when complexity and fluidity are the norms. A network approach embraces this complexity conceptually and provides methodological guidelines for clarifying boundaries. Boundary specification in organized crime helps solve four puzzles. First, social boundaries: a network approach reduces confusion about social boundaries as criminal entrepreneurs interact with criminals and noncriminals in diverse contexts, only some of them illicit. Second, boundaries of group membership: network data and methods obviate the need for formal membership attributions. Third, ethnic boundaries network analyses reveal that the effective boundaries of criminal organizations are based on social relations, not attributes such as ethnicity. Fourth, recruitment: attending to the larger social environments in which organizations are embedded provides a clearer view of how mechanisms of recruitment cross seemingly rigid boundaries between members and prospective members.

In practice, policy recommendations stemming from network analyses are only as good as the data used to generate them. Biased data produce biased recommendations. Traditional practices, however, may produce even more harms because of the same biases. Network methods can accentuate biases existing in the data. They can also be used to detect biases. Incorporation of novel methods in law enforcement practice should be accompanied by a concern for transparency, a willingness to independently evaluate performance, and an aim to reduce inequality.

Most of the organized crime literature takes networks for granted. Little is known about why particular individuals rise to their network positions, or what forces cause networks to take one form and not another. Network structures emerge from the interplay of social forces that operate in all social groups. They are at the heart of collaboration in organized crime.

Afsluitend

De organisatie van de bestrijding van georganiseerde criminaliteit door de overheid zal meer ‘netwerkachtig’ moeten zijn ingericht dan op dit moment het geval is om de benodigde snelheid van (her)oriëntatie op te kunnen brengen: “it takes a network to fight a network”. Dat verdraagt zich niet met trage bureaucratische processen van planning in een veelal hiërarchisch verband. Het is de vraag of de huidige opsporing en strategie voldoet aan deze  voorwaarden. Die lijkt zich langs traditionele lijnen te hebben ‘verkokerd’. Er is veelal sprake van concurrentie over capaciteit, waarmee niet vanzelfsprekend rekening wordt gehouden met de gegroeide forse overlappingen zoals op de verschillende georganiseerde drugsmarkten. Er is sprake van een tendens naar multilaterale productienetwerken en de doorwerking van moderne informatietechnologie in de organisatie en distributie van verboden goederen. Het is daarom voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit van belang om veel meer vanuit het perspectief van netwerken te werken. Bijgesloten ´kennisparel´ geeft daartoe goede suggesties.

De wens om door ‘verstoring’ te bereiken dat de illegale markten en de daaraan verbonden dreiging en beschadiging van de samenleving beperkt wordt, biedt in zijn algemeenheid weinig houvast voor waar de opsporing zich op zou moeten richten. Wetenschappelijke inzichten kunnen helpen om wat meer richting te geven aan de keuzes die gemaakt worden in de opsporing en daarop volgende interventies. Ook geeft het inzicht in de kenmerken van de organisatie die nodig is om daar gevolg aan te geven. Ten dele gaat het om een toespitsing op de aspecten waarin verboden markten kwetsbaar zijn, zodat hun functioneren lastiger wordt gemaakt. Hiervoor is nodig dat er men zijn inzet kiest op basis van zicht op de specifieke kenmerken van illegale markten. Bijgesloten ´kennisparel´ geeft daartoe naar mijn mening goede suggesties.