Inleiding en context

Maandag 10 augustus 2020, de zomer vliegt voorbij en de tropische temperaturen houden maar aan. Het is nu al een gedenkwaardig jaar. Uiteraard vandaag ook weer een ´kennisparel´ in de mail, nummer 90 alweer sinds ik half maart met dit initiatief begon. Dit keer een onderzoeksynthese naar beschermende en risicofactoren voor radicalisering. Het onderzoek op het terrein van terrorisme en radicalisering heeft sinds de aanslagen van 11 september 2001 in New York een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Radicalisering en terrorisme zijn internationaal prominente maatschappelijke problemen. Er bestaan vele modellen die een radicaliseringsproces richting terrorisme trachten te begrijpen en te verklaren, zodat preventief beleid hier op kan inspelen en abnormaal gedrag dat uitmondt in terrorisme mogelijk kan worden voorkomen.

Onderzoek gericht op verdachten, veroordeelden en daders betreft criminologische, sociologische en persoonlijke kenmerken, motieven waarom personen zich aangetrokken voelen tot of zich juist distantiëren van radicale groeperingen of ideeën en contextuele factoren waarin terrorisme en extremisme gezien moeten worden. In het huidige beleid is het vooral repressie dat vooropstaat in het antiterreurbeleid in Europa, ofschoon regeringen erkennen dat preventie van radicalisering belangrijk is. Maar voor preventie van radicalisering is meer inzicht nodig in de oorzaken ervan. Welke groepen en individuen zijn ontvankelijk voor de boodschap van terrorisme en radicalisering? Welke factoren geven nu de doorslag in een proces van radicalisering? Daarover geeft bijgesloten onderzoeksynthese een antwoord. Er wordt in dit geval vooral gekeken naar beschermende en risicofactoren binnen het proces van radicalisering. Naar mijn mening voor zowel nationaal als lokaal beleid in Nederland een belangrijke onderzoeksynthese.

Bron

Wolfowicz, Michael, Yael Litmanovitz, David Weisburd & Badi Hasisi (2019). A Field-Wide Systematic Review and Meta-analysis of Putative Risk and Protective Factors for Radicalization Outcomes. Journal of Quantitative Criminology, 3 December, pp. 1-41. https://link.springer.com/article/10.1007/s10940-019-09439-4

Samenvatting

This systematic review sought to collate and synthesize the risk and protective factors for different outcomes of radicalization. We aimed to firstly quantify the effects of all factors for which rigorous empirical data exists, and secondly, to differentiate between factors related to radical attitudes, intention, and behaviors. The goal was to develop a rank-order of factors based on their pooled estimates in order to gain a better understanding of which factors may be most important, and the differential effects on the different outcomes.

Random effects meta-analysis pooled primarily bivariate effect sizes to calculate pooled estimates for each factor. Meta-regression was used to examine the effects of a range of study-level characteristics, including the effects of using partial effects sizes as supplementary effect sizes where bivariate estimates were unavailable. Subgroup analysis was used to further analyze the extent to which the combining of effect sizes from different sources contributed to heterogeneity and estimate inflation. Leave-one-out sensitivity analysis was used to identify cases where a single study was a significant source of heterogeneity.

Extensive searches in English, German and Dutch resulted in the screening of more than 10,000 items, and a final inclusion of 57 publications published between 2007 and 2018 from which 62 individual level factors were identified across three radicalization outcomes: attitudes, intentions, and actions. Effect sizes ranged from z − 0.621 to 0.572. The smallest estimates were found for sociodemographic factors, while the largest effect sizes were found for traditional criminogenic and criminotrophic factors such as low self-control, thrill-seeking, and attitudinal factors, with radical attitudes having the largest effect on radical intentions and behaviors.

The most commonly researched factors, sociodemographic factors, have exceptionally small effects, even when effect sizes are derived from bivariate relationships. The finding regarding the effects of radical attitudes on intentions and actions provide empirical support for existing theoretical frameworks. The consistency among the clustering of familiar criminogenic factors within the rank-order could have implications for the development of a more evidence based approach to risk assessment and counter violent extremism policies.

Afsluitend

Het is opvallend dat er sprake is van een significante relatie tussen terroristen en ´gewone criminelen´ voor wat betreft gedragingen, motivatie en demografische kenmerken van beide populaties. Er is sprake van een duidelijke overlap voor wat betreft beschermende en risicofactoren tussen beide groepen. Factoren in het individuele domein die samenhangen met een latere carrière zijn het vertonen van antisociaal gedrag op jonge leeftijd (bijvoorbeeld delinquentie, strafrechtelijke veroordeling), complicaties bij de geboorte, het hebben van agressie of gedragsproblemen in de kindertijd, het hebben van een positieve houding ten opzichte van crimineel gedrag en de aanwezigheid van psychopathische kenmerken en middelengebruik. Factoren in het gezinsdomein zijn het hebben van een jonge moeder, antisociaal of crimineel gedrag door de ouders, een zwakke binding met ouders, inadequate opvoedstijlen door ouders, het ervaren van mishandeling en armoede van het gezin.

In de bredere context zijn factoren zoals veel spijbelen, een lage schoolmotivatie, slechte schoolprestaties, het hebben van antisociale en/of delinquente vrienden, middelengebruik door vrienden, lid zijn van gang op jonge leeftijd en wonen in een achterstandsbuurt. Bij een deel van deze factoren gaat het om statistische factoren (bijvoorbeeld moeder op jonge leeftijd zwanger, geboortecomplicaties), maar deels gaat het ook om dynamische, veranderbare factoren (bijvoorbeeld de opvoedstijlen van ouders of problematiek op school).

Verder blijkt dat in de diverse domeinen factoren bestaan die de kans op een carrière van ernstige gewelds- of vermogensdelicten dempen, zogenoemde beschermende factoren.

In het individuele domein gaat het om een hoge mate van pro sociaal gedrag in de kindertijd, een gemiddeld of hoge intelligentie, een hoge mate van zelfcontrole, een lage mate van hyperactiviteit, de afwezigheid van een gedragsstoornis, weinig/geen psychopathische kenmerken, een lage mate van verlegen of teruggetrokken gedrag en een hoge inschatting van de pakkans.

In het gezinsdomein zijn adequate ouderlijke supervisie, een adequate monitoring door ouders, niet of nauwelijks fysiek straffen door ouders, hoge betrokkenheid bij gezinsactiviteiten, hogere leeftijd van de moeder bij geboorte, een goede kwaliteit van de woonomgeving en een hogere sociaal economische status van het gezin beschermende factoren.

In de bredere sociale context gaat het over deelname aan school, goede schoolprestaties, positieve houding naar school, goede relatie met (pro sociale) vrienden, geen/ weinig delinquente vrienden, wonen in goede buurt. Kortom: er valt veel te leren van de ´klassieke criminologie´ en de inzichten daarbinnen bij de (preventieve) aanpak van radicalisering.

Of zoals in bijgesloten onderzoeksynthese wordt geconcludeerd: Our results also support prior research that has found significant overlaps between terrorists and ordinary criminals with regards to behavioral patterns, motivations, and demographics. They point to important overlaps between the risk and protective factors for delinquency and criminality and those for radicalization. Like our results, normative attitudes pertaining to legitimacy and other social norms have been found to be among the most salient protective factors for criminality. Also in line with our results, prior meta-analyses have found that factors such as prior criminality, deviant peers, and highly similar peers have similarly large risk effects. Others have found effect sizes for factors such as low self-control, differential associations, and criminal attitudes to be in the same range as the estimates found in our review. Our findings that radical attitudes have the largest effect on radical behaviors also parallels findings that criminal attitudes are often the most important risk factor for criminal behaviors.