Inleiding en context
Woensdagochtend 12 augustus 2020. De hitte in Nederland is ongekend. Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut heeft een mooi overzicht gemaakt van alle hittegolven sinds 1901: https://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/lijsten/hittegolven Ik stuur dit bericht omdat het een leuk weetje is. De ´kennisparel´ van vandaag is dat zeer zeker niet, sterker het is een zeer onaangenaam onderwerp, namelijk de beschikbaarheid van zogenaamde ‘pedohandboeken’ of ‘pedohandleidingen’ op het Internet. Ik heb wat twijfel gehad om dit onderwerp onder de aandacht te brengen, maar ik doe het toch vanwege het feit dat op 23 juli jl. een wetsvoorstel in consultatie is gegaan. De kern van dat wetsvoorstel is dat het verspreiden, verwerven of in bezit hebben van een handleiding met tips en trucs voor het seksueel misbruiken van kinderen expliciet strafbaar wordt gesteld. Er komt een gevangenisstraf van maximaal vier jaar op te staan. Zo’n ‘pedohandboek’ of ‘pedohandleiding’ brengt kinderen in gevaar, omdat het een voedingsbodem is voor de kindermisbruiker die zijn slag wil slaan.
Al langer circuleert er op het zogeheten dark web instructief materiaal om kinderen seksueel te misbruiken. Ze beschrijven onder meer hoe men ‘op jacht’ kan gaan naar kinderen, een kind kan verleiden en het vertrouwen van een kind kan winnen. Deze ‘handleidingen’ worden vaak pedohandboeken genoemd. Minister Grapperhaus gaf dit voorjaar aan na overleg met het Openbaar Ministerie (OM) uit te zoeken of het bezit van een pedohandboek als zelfstandig feit strafbaar kan worden gesteld. Volgens de minister is een dergelijk signaal vanuit de overheid nodig om aan te geven hoe onwenselijk het bezit van dit materiaal is. Hiermee wordt ook tegemoet gekomen aan een wens van de Tweede Kamer.
Het is volgens de minister van groot belang dat meer vroegtijdig wordt opgetreden tegen potentiële kindermisbruikers. Daarom worden voorbereidingshandelingen met het oog op seksueel kindermisbruik zelfstandig strafbaar gesteld. Op dit moment biedt het strafrecht nog niet in alle gevallen de mogelijkheid om hiertegen op te treden, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van het ter beschikking stellen of in bezit hebben van instructiemateriaal over seksueel kindermisbruik. Om goed beleid te voeren is het van belang om de omvang en ernst van fenomenen in kaart te brengen. In dit geval de beschikbaarheid van zogenaamde ‘pedohandboeken’ of ‘pedohandleidingen’ op het Internet.
Bron
Blalock, Jessica R. & Michael L. Bourke (July 2020). A content analysis of pedophile manuals. Aggression and Violent Behavior, 16 July, https://doi.org/10.1016/j.avb.2020.101482
Samenvatting
Of great concern is the existence of instructional manuals circulating online that provide pedophiles with guidance on how to sexually abuse children. To better understand the role this material may play in the exploitation of children, the United States Marshals Service’s Behavioral Analysis Unit conducted a qualitative analysis on the content of all known pedophile manuals. From the cumulative content of these manuals we derived a model of victim selection and identified specific strategies used by this population to harm children. The manuals reveal that while external situational factors are given consideration during victim selection, the internal vulnerabilities of the victim are emphasized for active exploitation. The graphic content found within the documents and the ability to obtain these manuals anonymously exacerbate the danger these manuals pose by reinforcing cognitive distortions, fostering networking opportunities, and normalizing the sexual abuse of children. The “education” provided in the manuals may also bolster pedophilic identification as well as increase criminal efficacy. In the current paper we present important insights we obtained about the mentality and methodologies of pedophiles and other individuals interested in sexually exploiting children.
Afsluitend
Op meerdere fronten is de Overheid bezig met een vroegtijdige aanpak van seksueel kindermisbruik. Zo is de strafbaarstelling van grooming, ook wel digitale vorm van kinderlokken geheten, vorig jaar verruimd. Verder ligt op dit moment een voorontwerp van het wetsvoorstel ‘Modernisering strafbaarstelling seksuele misdrijven’ in consulatie, waarin ook aandacht is voor de kwetsbaarheid van kinderen voor online seksueel misbruik. Hierin wordt het zogenoemde sexchatting expliciet strafbaar gesteld, waarbij volwassenen stelselmatig online communiceren en contact zoeken met kinderen met seksuele bedoelingen. Geen fijn onderwerp vandaag, maar wel belangrijk voor de aanpak van seksueel kindermisbruik om te weten wat er zoal beschikbaar is aan zogenaamde ‘pedohandboeken’ of ‘pedohandleidingen’ op het Internet. Op basis daarvan kan gericht beleid worden gevoerd. Zie trouwens ook ´kennisparel´ nummer 36 die ik eerder verzond over The Prevalence of Unwanted Online Sexual Exposure and Solicitation Among Youth: A Meta-Analysis.