Inleiding en context

Maandagochtend 11 januari 2021, iedereen maar weer een fijne (thuis)werkweek toegewenst. Eén van de ondergeschoven kindjes binnen de criminologie betreft onderzoek naar criminaliteit in relatie tot zeldzame / bedreigde en bijna uitgestorven plant- en diersoorten. In Nederland is de uitzondering hierop het onderzoek dat verricht wordt door het Nederland Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR): https://nscr.nl/ De themagroep Wildlife Crime voert daar empirisch onderzoek uit naar stroperij en de handel in en consumptie van (producten van) wilde dieren. Om wildlife crime te analyseren worden verschillende criminologische theorieën gebruikt, zoals de rationele keuze benadering, criminaliteitspatronen en routine activiteiten theorie, en het perspectief van situationele criminaliteitspreventie. Daarnaast worden inzichten uit de ecologie en bewegingstheorieën gebruikt om het gedrag van daders en handhavers in kaart te brengen. Deze themagroep richt zich op onderwerpen met betrekking tot de ruimtelijke en temporele elementen van stroperij en anti-stroperijpatrouilles, de kenmerken van daders, hoe dadernetwerken zijn georganiseerd en de betekenis van vervolging voor het voorkomen van toekomstige misdrijven. De themagroep heeft ook belangstelling voor empirische evaluaties van anti-stroperij-interventies zoals rapid-response teams, alternatieve programma’s voor levensonderhoud en het gebruik van remote sensing technologie om dier- en stropersgedrag te monitoren.

Verleden maand promoveerde Nick van Doormaal bij het NSCR, hij onderzocht de interactie tussen stropers en Rangers om zo te voorspellen hoe stropers vermoedelijk reageren op een patrouillestrategie. Welke invloed hebben de keuzes van stropers en Rangers op de bescherming van natuurgebieden? Aan de hand daarvan ontwikkelde hij verschillende methoden om deze strategieën te verbeteren. Zijn proefschrift is te downloaden onder: https://nscr.nl/app/uploads/2020/12/van-Doormaal-Securing-Protected-Areas.pdf

Maar nu naar het bijgesloten systematische overzicht rond de situationeel criminaliteitspreventieve aanpak van criminaliteit gepleegd tegen bedreigde plant- en diersoorten. Er is slechts weinig empirisch onderzoek verricht naar dit specifieke fenomeen. Toch is dergelijk onderzoek van groot belang omdat de ecologische schade die wordt aangericht onvervangbaar is. Steeds meer plant- en diersoorten worden met uitsterven bedreigd. Het voorkomen van deze onontkoombare ontwikkeling is dus noodzakelijk. Ook hier speelt het concept van de situationeel criminaliteitspreventieve aanpak een belangrijke rol. Eén van de basisuitgangspunten bij situationele criminaliteitspreventie is dat de gelegenheid de dader maakt. Het is eenvoudiger om de context of situatie te veranderen dan direct het gedrag van mensen. En daarmee wordt de essentie van de aanpak weergegeven: er gaat veel meer preventief effect uit van een goede beveiliging door middel van technische en sociale maatregelen dan een directe beïnvloeding in de persoonlijkheid of levenssfeer van de (potentiële) dader. Het gaat er dus om zo min mogelijk gelegenheden te bieden voor criminaliteit en daarmee mensen niet in de verleiding te brengen om delicten te plegen. Er is dus sprake van een indirecte gedragsbeïnvloeding.  

Bron

Delpech, Dorothea, Herve Borrion & Shane Johnson (January 2021). Systematic review of situational prevention methods for crime against species. Crime Science, vol. 10, no. 1, pp. 1-20. https://crimesciencejournal.biomedcentral.com/articles/10.1186/s40163-020-00138-1

Samenvatting

Illegal activities concerning terrestrial species (TS) are responsible for a variety of health, environmental, economic and security issues. The majority of academic research associated with species relates to conservation, with few publications specifically investigating the scale of crimes impacting species or how they can be prevented. This article systematically reviews the available evidence about what works to prevent crime against terrestrial species. Of over 29,000 documents that were returned in the first stage of the review, these were filtered to just over 100. The remaining documents were partially or fully read to identify the most relevant documents to include in the final qualitative synthesis. The review results show there is a significant lack of primary research in this area, as only five articles were found that met the study inclusion criteria. The identified articles focus on the effects of two types of situational crime prevention interventions: community outreach and ranger patrol frequency. Community outreach was shown to have a significant impact on local poaching levels, while for patrolling the evidence suggests a positive impact on the discovery of poachers, animal carcasses and poaching paraphernalia, however, the quality of these studies varied greatly. To prevent the further decline of species numbers internationally, more effort should be invested in publicising existing research into the effectiveness of prevention strategies that have not reached the wider scientific audience, as well as the funding and promotion of research into alternate methods of crime prevention.

The articles identified in this review provide an insight into the difficulties faced by various stakeholders in identifying the most applicable methods for preventing crime against species. It should be clear from the small number of articles that were included in this review that there is very little research on what works to prevent species crime. This issue could be addressed in two ways: Firstly, through retrospective publication of assessment research not readily available. Secondly, through conducting new research designed to assess the effectiveness of existing and proposed prevention measures. The impact of crimes against species, such as dwindling numbers and impending extinctions that were described in the included research (written over three decades ago) remains a significant issue that needs to be addressed. Many organisations are devoted to preventing the extinction of iconic species internationally, often involving significant financial investment, but research informing or evaluating their impact is lacking. Without more empirical evidence to present to such conservation organisations about the effectiveness of prevention methods, it will be a continuing challenge to justify the need for funding and supporting prevention efforts, such as community outreach and patrolling. With increasing financial pressure, the limited evidence to support current prevention techniques and developing new methods, the challenge to prevent the extinction of species is likely to continue.

Afsluitend

Ook nu weer geldt dat een ons criminaliteitspreventie veel minder kost dan een kilo aan reparatiewerkzaamheden. En bij het uitsterven van bedreigde dier- en plantensoorten zijn helemaal geen reparatiewerkzaamheden meer te verrichten. Het is dus zaak om ook rond het fenomeen van bedreigde diersoorten alle preventiezeilen bij te zetten. Bijgesloten systematisch overzicht en het eerder beschreven werk van het NSCR biedt daartoe handvaten en concrete interventies. Om van te leren, voordat het te laat is.