Inleiding en context
Na alweer een stormachtige, koude en natte druilerige dag wordt het toch echt tijd voor de zon, een blauwe lucht op het liefst een (Leids) terrasje. Afijn, we dromen nog even door vanachter het Chromebook waarop ik deze zinnen tik. Het is in ieder geval donderdagochtend 8 april 2021. Vanochtend weer een verse nieuwe ´kennisparel´ over ¨Internetpesten´, of ´Cyberbullying´ door en tegen studenten. In Nederland wordt ook wel gesproken van cyberpesten of onlinepesten. Daarover is de laatste jaren steeds meer kennis beschikbaar gekomen, zowel over de omvang, de ernst en de achtergronden van het cyberpesten.
Bijvoorbeeld uit gegevens van de Veiligheidsmonitor, de twee-jaarlijks slachtofferenquête onder respondenten van 15 jaar en ouder blijkt het volgende. In 2019 gaf 13 procent van de 15-plussers aan slachtoffer te zijn geweest van een of meer cybercrimedelicten. In 2012 was dit 12 procent, in 2017 11 procent. Bij cybercrime gaat het om digitale vormen van identiteitsfraude, koop- en verkoopfraude, hacken en cyberpesten (laster, stalking, chantage en bedreiging met geweld via internet): https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/10/minder-traditionele-criminaliteit-meer-cybercrime Onderstaande dia geeft het percentage slachtofferschap weer van cybercrime, waaronder cyberpesten. Cyberpesten vindt in 2019 dus plaats bij 4,2% onder de ruim 140.000 respondenten van 15 jaar en ouder. Een probleem dus om niet te bagatelliseren.
Er bestaan verschillende vormen van cyberpesten. De meest voorkomende zijn:
- Het verspreiden van beeldmateriaal zoals intieme foto’s (sexting) of filmpjes van mishandeling.
- Het versturen van dreigmails.
- Vervelende Whatsapp-berichten vesturen of mensen uitsluiten in Whatsapp-groepen.
- Haattweets of bedreigingen versturen.
- Schelden in chats.
- Lijsten rondsturen van meisjes die als sletten bestempeld worden (bangalijsten).
- Online kinderlokken (grooming).
- Anti-pagina’s aanmaken over de gepeste, waarop iedereen commentaar mag geven behalve de
- gepeste zelf.
- Misbruik van privégegevens (zoals het stelen van wachtwoorden of het aanmaken van nep-accounts).
- Nepaccounts aanmaken met de foto’s en gegevens van de gepeste (identiteitshack).
Maar nu naar de kennisparel van vandaag. Wat kunnen we daar van leren? Een systematische literatuurstudie om de factoren te identificeren die universiteitsstudenten ertoe aanzetten om cyberpesten te gebruiken om slachtoffers het leven zuur te maken.
Bron
Bashir Shaikh, Farhan, Mobashar Rehman & Amir Aamin (August 2020). Cyberbullying: A Systematic Literature Review to Identify the Factors Impelling University Students Towards Cyberbullying. IEEE Access, vol. 8, pp. 148031-148051. https://ieeexplore.ieee.org/document/9163353/authors#authors
Summary
With the increased access to the internet, technology and social media, the problem of cyberbullying has been on the rise. Since the higher education necessitates access to information technology, university students are found comparatively more exposed and involved in the incidences of cyberbullying. Prior research has heavily focused on school students and has mostly ignored university students. Therefore, this study aims to conduct a systematic review of literature targeting university students specifically to understand the underlying causes that give rise to the problem of cyberbullying within the university environment so that the issue could be adequately addressed. In this attempt, this study observed 32 studies out of a total of 7,939 reviews searched for the purpose. This study reviews a multitude of factors such as the role of an individual’s personal, socio-cognitive, psychological and environmental factors towards cyberbullying and provides a 360-degree view of the factors contributing to cyberbullying behaviour instead of the traditional approach of focusing on one or two factors. This study will not only enrich the understanding of potential cyberbullying factors that drive university students towards notorious cyberbullying behaviour but also provides valuable insights to researchers, policy-makers, educators, universities, governments and parents.
Afsluitend
Met de toegenomen toegang tot Internet, technologie en sociale media neemt het probleem van cyberpesten wereldwijd toe. Aangezien het hoger onderwijs toegang tot informatietechnologie vereist, worden universiteitsstudenten relatief meer blootgesteld aan en betrokken bij de incidenten van cyberpesten. De gelegenheidsstructuur voor cyberpesten is dus omvangrijk te noemen. Daar liggen dus de criminaliteitspreventieve kansen. Eerder onderzoek heeft zich vooral sterk gericht op scholieren en heeft universiteitsstudenten veelal genegeerd. De bijgesloten studie beoordeelt een groot aantal factoren, zoals de rol van iemands persoonlijke, sociaal-cognitieve, psychologische en omgevingsfactoren bij cyberpesten en biedt een gedegen overzicht van de factoren die bijdragen aan cyberpesten in plaats van de traditionele benadering om te focussen op één of twee factoren.