Inleiding en context
Allemaal een fijne dag toegewenst op deze vrijdag 14 mei 2021. Vandaag begint voor mij het weekeinde al, eerst een rondje hardlopen en dan naar het mooie Winterswijk om het weekeinde door te brengen bij vrienden. Een prima vooruitzicht. Vandaag een ´kennisparel´ over de effectiviteit van een zogenaamd ´universeel preventieprogramma´ gericht op vroegtijdige opvoedingsondersteuning om kindermishandeling op jonge leeftijd te voorkomen. Concluderend blijken de verschillenden beoordeelde opvoedingsprogramma’s een belangrijke strategie te zijn voor de universele preventie van geweld tegen en mishandeling van kinderen.
Dat is natuurlijk goed nieuws, ook om in Nederland van te leren. Trouwens, het CBS heeft de taak om een omvangschatting van kindermishandeling te maken. Het betreft het samenstellen van statistische uitkomsten over huiselijk geweld en kindermishandeling zoals geregistreerd door de Veilig Thuis-organisaties. In dit onderzoek worden gegevens over de werkzaamheden van de Veilig Thuis-organisaties door henzelf geleverd aan het CBS. Veilig Thuis organisaties leveren gegevens aan over de gegeven adviezen, de ontvangen meldingen en de daaruit voortvloeiende activiteiten bij Veilig Thuis, zoals triage, dienstverlening, overdracht en monitoring.
De aangeleverde gegevens betreffen onder andere de (vermoedelijke) aard en duur van het geweld, de functie en organisatie van de melder of adviesvrager, het type ingezet dienst, de conclusies van Veilig Thuis, het type organisatie waaraan is overgedragen en de veiligheidsscore ten tijde van de monitoring. Voor de meest recente gegevens zie: https://www.cbs.nl/nl-nl/publicatie/2020/52/monitor-huiselijk-geweld-en-kindermishandeling-2020 Maar nu naar de ´kennisparel´ van vandaag.
Bron
Silva Branco, Marilla Souza, Elisa Rachel Pisani Altafim & Maria Beatriz Martins Linhares (May 2021). Universal Intervention to Strengthen Parenting and Prevent Child Maltreatment: Updated Systematic Review. Trauma, Violence & Abuse, 11 May, pp. 1-19.
https://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/15248380211013131
Summary
Child maltreatment is a severe worldwide public health problem because of its negative consequences and should therefore be prevented through parenting programs to improve parental behavior and practices. The present review aimed to update a published review of 5 years of empirical studies on universal parenting programs to strengthen positive parenting and prevent child maltreatment. A systematic search of the PubMed, Web of Science, PsycINFO, Lilacs, and SciELO databases was performed to identify the studies of group-based structured parenting programs published from 2015 to 2019. Eighteen studies were found that fulfilled the inclusion and exclusion criteria. The results showed that 14 different parenting programs were conducted in high-, medium-, and low-income countries, showing an increase in the number of studies in low-income countries compared with the previous review. In 89% of the studies, the parenting outcomes improved in the post-intervention. Additionally, studies have demonstrated that these programs also improved other parental outcomes such as mental health, couple relationships, co-parenting, and coping ability of parents. From 18 studies, nine child variables were evaluated, and eight of them showed a decrease in behavior problems. Regarding the methodological quality of the studies, 55%, 28%, and 17% were classified as moderate, weak, and strong, respectively. In conclusion, the positive changes in parenting and child behavior outcomes encourage the implementation of parenting programs as a universal prevention strategy. Further research should increase the methodological quality of the design study.
Afsluitend
Fysiek misbruik en geweld van en tegen kinderen is een wereldwijd probleem. Conservatieve schattingen stellen de wereldwijde prevalentie van dit soort mishandeling vast op 25%, en de gevolgen en kosten voor de samenleving escaleren met toenemende frequentie en ernst van kindermishandeling. Beleidsmakers en praktijkmensen moeten erop worden gewezen dat de beoordeelde interventiemethode wordt ondersteund door veelbelovend bewijs met bescheiden maar significante verminderingen van harde kenmerken van lichamelijk misbruik van kinderen. Hierbij moet worden opgemerkt dat de methodologische robuustheid van deze bevindingen in toekomstig onderzoek verder moet worden onderzocht.
De uitkomsten van bijgesloten onderzoek hebben implicaties voor onderzoek, praktijk en beleid. Veel opvoedingsinterventies zijn effectief in het verminderen van kindermishandeling, gedragsproblemen bij kinderen en ouderlijke stress, naast het versterken van de opvoedingspraktijken. De effectieve opvoedingsinterventies zijn veelbelovend en effectief om geweld tegen kinderen te verminderen zoals blijkt in sommige onderzoeken en voor het verhogen van ouderlijk positief opvoedingsgedrag. De implementatie van universele ouderschapsprogramma’s op een duurzame grootschaligheid lijkt haalbaar met de investering van voldoende middelen. Het kan daarom worden beschouwd als een relevante strategie voor het overheidsbeleid om geweld tegen kinderen voorkomen. Een positieve uitkomst dus, ook daar kunnen we in Nederland verder mee.