Inleiding en context

Goede morgen beste lezers van de ´kennisparels´, het is vandaag maandag 6 september 2021. Vandaag een korte inleiding op de bijgesloten ´kennisparel´. Opnieuw een rapport van het onderzoekcentrum van het ministerie van Justitie & Veiligheid, het WODC, dit keer over recidive tijdens forensische zorgtrajecten. Forensische zorg (FZ) is de aanduiding voor geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en verstandelijke gehandicaptenzorg in een strafrechtelijk kader. Het primaire doel van de FZ is het risico op strafrechtelijke recidive van daders met een psychische stoornis te verminderen. Het onderzoek is gericht op de volgende vragen: 1 Hoe zien FZ-trajecten eruit in termen van typen FZ en afschaling dan wel opschaling van FZ? 2 Recidive tijdens FZ-trajecten: a Wat is de totale omvang en de aard van de recidive tijdens FZ-trajecten? b Welk percentage van de ontvangers van FZ recidiveert tijdens het FZ-traject? c Hoe hangt recidive tijdens FZ samen met demografische kenmerken, het strafrechtelijk verleden en kenmerken van de FZ? 3 Recidive tijdens verschillende typen FZ: a Welk percentage van de ontvangers van een bepaald type FZ recidiveert tijdens dat type FZ? b Welke achtergrondkenmerken (demografisch, strafrechtelijk, FZ-gerelateerd) hangen samen met recidive tijdens de verschillende typen FZ? Op naar bijgesloten rapport.

Bron

Drieschner, K & N. Tollenaar (september 2021). Recidive tijdens forensische zorgtrajecten 2013-2017. Den Haag: Ministerie van Justitie & Veiligheid, Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum, 93 pp. https://repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/3090

Summery

During 37 per cent of the forensic care processes, the convicted person commits another offence, of which 5 per cent of the recidivism is a serious offence with a sentence of at least eight years. This is apparent from research by the WODC into recidivism during forensic care processes. Forensic care is mental health care, addiction care, and care for the mentally disabled falls under a criminal law title. The most well-known type is the tbs treatment. In addition, there are inpatient treatments in less secure institutions, outpatient treatment by forensic outpatient clinics, forensic care during detention and forensically protected living. The study also looked at the differences between these types of forensic care. In 2013-2017, 44,578 persons received forensic care at some point, and 29,666 completed forensic care pathways. Various kinds of care followed each other in almost half of these trajectories.

In the five years from 2013 to 2017, there were a total of 30,344 convictions for a recidivism offence during a FZ process. Six per cent of these involved serious offences with a penalty of eight years or more imprisonment. Property crimes without violence are the most common (46 per cent) followed by violent crimes (17 per cent of which 0.5 per cent are life crimes). Violent property crimes (3 per cent) and sexual offences (1 per cent; of which assault or rape 0.2 per cent) are less common. In almost half of the cases, recidivism occurs when the criminal title is in force but the forensic care has not yet started or has already ended (47 per cent). This indicates that recidivism could be prevented by faster placement in forensic care after the court decision. Recidivism is also high during outpatient care (39 per cent). The risk of recidivism is particularly high in the first three months of outpatient care. A much smaller proportion of recidivism offences are committed during inpatient care (3 per cent), residential forensic care (6 per cent) and periods in detention (5 per cent). In the same number of care days, almost three times as many offences are committed during outpatient treatment as during inpatient treatment and twice as many serious crimes. The relatively high recidivism rates for ambulatory forensic care suggest that a more intensive type of care would have been better suited for some of the patients in this type of care. In addition, the researchers recommend looking for possibilities to strengthen risk management, especially in the initial phase of ambulatory forensic care.

The risk of recidivism is related to the type of forensic care and the characteristics of the person. The risk of recidivism during forensic care trajectories is higher in men, the younger the patients are the more previous criminal cases they have had. Sex offenders have a lower risk of recidivism than other types of offenders.

Afsluitend

Ondanks dat delicten tijdens FZ vaker in de publieke belangstelling hebben gestaan, geeft het huidige onderzoek voor het eerst cijfers over de aard en omvang van de recidive tijdens FZ-trajecten, verschillen wat betreft het recidiverisico tussen typen FZ en risicofactoren voor recidive tijdens FZ. De cijfers laten zien dat recidivedelicten tijdens FZ-trajecten geen uitzondering zijn. Het percentage recidivisten in de eerste twee jaar van FZ-trajecten, namelijk 33% voor algemene recidive en 3% voor zeer ernstige recidive, komt qua omvang overeen met de recidive in de eerste twee jaar na uitstroom uit FZ-trajecten, namelijk 18-53% voor algemene recidive en 2-11% voor zeer ernstige recidive (afhankelijk van het type FZ-traject). Ruim 70% van de delicten gepleegd tijdens FZ-trajecten zijn vermogensdelicten zonder geweld, vernieling, lichte agressie, delicten tegen de openbare orde en andere verhoudingsgewijs lichte delicten. In de categorie van de zeer ernstige recidive valt 6% van de delicten. Hiervan maken levensdelicten 0,5% uit en aanrandingen, verkrachtingen en andere zeer ernstige zedendelicten 0,4%.

Recidiveonderzoek op basis van strafzaken geeft altijd een onderschatting van de recidive omdat alleen delicten worden meegenomen als aangifte is gedaan, de dader is aangehouden en het OM tot vervolging is overgegaan. Het is aannemelijk dat in het huidige onderzoek de onderschatting van de recidive in het bijzonder de periodes in detentiesettingen betreft omdat er aanwijzingen zijn dat signalen voor Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier 2021-18 | 11 delicten in detentie niet altijd worden gemeld en politie en OM minder prioriteit geven aan delicten waarvan de daders toch al vastzitten.