Inleiding en context

Ik wens jullie allemaal een fijne nieuwe verse werkweek toe, het is alweer maandag 1 november 2021. Nog twee maanden en het vuurwerk mag de lucht weer niet in. Maar goed, vandaag een ´kennisparel´ over de toepassing van het zogenaamde risicoprofiling bij grenscontroles. Eerder verstuurde ik een ´kennisparel´ over de toenemende mate waarin de EU en haar lidstaten zich wenden zich tot technologieën voor kunstmatige intelligentie (AI) in hun inspanningen om de grenscontrole te versterken in het kader van de veiligheidsrisico’s in verband met grensoverschrijdend terrorisme en zware georganiseerde misdaad: https://prohic.nl/2021/08/18/253-18-augustus-2021-artificial-intelligence-at-eu-borders-overview-of-applications-and-key-issues/ 

En voor de liefhebber verwijs ik ook nog naar  een ´kennisparel´ over de impact op de grondrechten van kunstmatige intelligentie op het gebied van rechtshandhaving en strafrecht, vanuit het perspectief van de Europese Unie: https://prohic.nl/2020/08/04/4-augustus-2020-artificial-intelligence-and-law-enforcement-impact-on-fundamental-rights/ en nog een ´kennisparel´ die de meest recente inzichten biedt rond dat onderwerp betreffende de mogelijkheden van artificiële intelligentie en risicobeoordeling door de politie: https://prohic.nl/2021/01/15/151-15-januari-2021-artificial-intelligence-predictive-policing-and-risk-assessment-for-law-enforcement/

Maar nu naar bijgesloten ´kennisparel´ van vandaag waarin op een kritische wijze een oordeel wordt gegeven over het nut en onnut van risicoprofiling bij grenscontroles en kritieke infrastructuren. Dat is in Nederland ook een onderwerp waar momenteel volop de aandacht naar uit gaat. Kortom: waar spreken we over kansen en bedreigingen waar het om deze ´voorspellers´ van risicoprofielen gaat. Dat dit soms een hachelijke zaak kan zijn heeft de huidige toeslagenaffaire ons wel geleerd. Maar nu op naar bijgesloten bijdrage. 

Bron

Van der Auwera, Jop & Lore Van de Velde (oktober 2021). Risicoprofiling of risicovolle profiling tijdens grenscontroles?: Naar een verantwoord gebruik van proactieve risicoprofielen door rechtshandhavingsinstanties. Tijdschrift voor Veiligheid, vol. 20, no. 3, pp. 1-17.

https://tijdschriften.rechtsgebieden.rijks.boomportaal.nl/tijdschrift/tijdschriftveiligheid/2021/3/TvV-D-21-00001

Summary

Although risk profiling cannot be regarded as a ‘new’ tool in crime prevention, its application has gained popularity in recent years. Both in the screening of asylum seekers, during border checks in airports (including behavioural profiling or the use of risk profiles in the European Passenger Information Unit (PIE)) and when designating hotspots at a local level (including Crime Anticipation System), more efforts have been made to identify persons with criminal intent on the basis of ordinal risk assessments. This increase in popularity is not remarkable in itself since random police patrols have long been shown to have a negligible impact on the reduction of crime.

On the other hand, preventive risk profiles have a specific potential to make the interventions or surveillance and security of law enforcement authorities at border posts more effective and targeted. Nevertheless, the use of such profiles also raises some pertinent questions. Precisely in the light of this ambivalence, this theoretical contribution will consider, based on a balanced and reflective overview, the points for attention and success factors of risk profiling during border controls, to determine when ‘risk profiling’ can be discussed and when the concept ‘risky profiling’ should be used.

Subjecting everyone at border controls (including airports, train stations, etc.) thoroughly to a uniform screening is inefficient or economically uninteresting and practically unfeasible (e.g. lack of time and resources). Just because the number of potential criminals in the population is very small and security threats are rare, law enforcement’s daily challenge is to find the proverbial ‘needle in a haystack’. In the framework outlined in the contribution, risk profiles are extremely valuable for border posts, particularly because they have the theoretical potential to indicate which segment of the ‘haystack’ can best be searched to increase the statistical probability of finding the ‘haystack’. By systematically subjecting the designated persons to a security check based on a risk profile, one can achieve higher effectiveness with the same effort.

The use of risk profiles can be regarded as a valuable ‘supplementary security methodology’ (especially for border control and for the protection of critical or vital infrastructure) that – as part of a comprehensive and layered security device – must necessarily be applied in combination with other security methodologies. It’s nothing new, nor earth-shattering, when the authors preach of multiple and diverse security measures in a layered security check, leaving potential criminals more effort or increased risk while seeing their benefits and capabilities reduced.

In short, the use of risk profiles must, in any case, be regarded as a valuable security method if sufficient account is taken of the necessary success factors and the pitfalls described. However, if these conditional requirements are not met, there is a good chance that the risk profiling at border posts is inaccurate and must therefore be regarded as ‘high-risk profiling’.

Afsluitend

Eerder merkte ik al op dat het toegenomen gebruik van biometrische gegevens in bijvoorbeeld EU-informatiesystemen het risico vergroot van onrechtmatige profilering (gezichtsfoto’s kunnen bijvoorbeeld etnische afkomst onthullen). Zelfs wanneer profilering niet is gebaseerd op biometrische of persoonlijke gegevens kunnen andere soorten gegevens of combinaties daarvan die worden gebruikt voor algoritmische profilering leiden tot discriminatie op grond van oneigenlijke toepassingen. Het toepassen van technologieën zonder het hoofd te bieden aan valkuilen zoals technologisch determinisme en de mythe van technologische neutraliteit zou de grondrechten, transparantie en aansprakelijkheid verder kunnen verzwakken. Genoeg redenen voor een grondige discussie, ook in Nederland. Bijgesloten ´kennisparel´ kan daar hopelijk aanknopingspunten voor bieden.