Inleiding en context
Vanuit mijn thuiswerkkantoor in Leiden wens ik jullie allemaal een fijne verse werkweek toe op deze maandag 17 januari 2022. Maar eerst allemaal wakker worden met deze klassieker van Motörhead: https://www.youtube.com/watch?v=83s8UYNfKl8 Ik heb de heren in 1987 nog zien optreden in Helsinki. ´When I was young´. Maar nu naar de ´kennisparel´ van vandaag. Het betreft een systematisch overzicht van beschikbare screeningtools voor hulpverleningsinstanties om personen te identificeren en te screenen die te maken hebben met en slachtoffer zijn van mensenhandel.
Mensenhandel, of het nu gaat om gedwongen arbeid, seksuele uitbuiting of beide, is een ernstig probleem op het gebied van strafrecht, economie, volksgezondheid en maatschappelijk welzijn. Slachtoffers van mensenhandel lopen een verhoogd risico op het ontwikkelen van mentale en fysieke gezondheidsproblemen, waaronder depressie, posttraumatische stressstoornis, fysieke pijn en geheugenproblemen. Negatieve gevolgen van mensenhandel voor gemeenschappen zijn onder meer verloren menselijk kapitaal en aanzienlijke financiële uitgaven voor strafrecht, volksgezondheid en sociale diensten. Sommigen spreken in dit geval van ´modern slavery´.
Hoewel mensenhandel al decennia lang steeds meer wordt beschouwd als een omvangrijk wereldwijd probleem is de prevalentie en incidentie van mensenhandel moeilijk vast te stellen gezien het verborgen karakter ervan en het gebrek aan solide gegevenssystemen die de omvang en ernst beoordelen. Het probleem wordt hierbij nog versterkt door een gebrek aan uniforme definities voor beleid, praktijk en onderzoek. De screening en identificatie van het fenomeen van mensenhandel kan meer optimaal worden uitgevoerd. Bijgesloten ´kennisparel´ geeft een overzicht van 22 beschikbare screeningsinstrumenten om dat voor elkaar te krijgen.
Ik heb de afgelopen tijd trouwens vier ´kennisparels´ verstuurd die ingaan op verschillende aspecten van mensenhandel. Het betreft ´kennisparels´: 155;181;210; en 303, deze zijn eventueel eenvoudig te downloaden vanaf: https://prohic.nl/de-parels-van-jaap-de-waard/
Bron
Macy, Rebecca J., L. B. Klein, Corey A. Shuck, Cynthia Fraga Rizo, Tonya B. Van Deinse Tonya B. Van Deinse, Christopher J. Wretman, & Jia Luo (December 2021). A Scoping Review of Human Trafficking Screening and Response. Trauma, Violence, & Abuse, 20 December, pp. 1-18. https://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/15248380211057273
Summary
Service providers are increasingly asked to identify individuals who are experiencing trafficking and to connect them with resources and support. Nonetheless, identification is complicated by the reality that those who are experiencing trafficking may rarely self-identify, and providers may fail to identify individuals who are experiencing trafficking due to lack of guidance on how to screen for trafficking capably and sensitively. With the aim of guiding practice, we undertook a scoping review to search for and synthesize trafficking screening tools and response protocols. Following the PRISMA extension for Scoping Reviews, we located 22 screening tools contained in 26 sources. We included any documents that described or tested human trafficking screening tools, screening or identification protocols, response protocols, or guidelines that were published in any year. All documents were abstracted using a standardized form. Key findings showed that most tools were developed by practice-based and non-governmental organizations located in the U.S. and were administered in the U.S. Few screening tools have been rigorously evaluated. The common types of screening questions and prompts included (a) work conditions; (b) living conditions; (c) physical health; (d) travel, immigration, and movement; (e) appearance and presentation; (f) mental health, trauma, and substance abuse; (g) associations and possessions; and (h) arrests and prior involvement with law enforcement. We were not able to locate specific response protocols that provided step-by-step guidance. Nonetheless, the review revealed available practice-based and research-based evidence to help inform guidance concerning how screening and identification of human trafficking may be administered.
Despite these potential limitations, this study offers valuable evidence concerning how service providers can best identify and respond to individuals experiencing human trafficking, even though the evidence is nonetheless formative. Notably, this review shows that many practice-based and/or nongovernmental organizations have been making important and worthwhile efforts to address the complex and challenging problem of how best to identify people who are being trafficked to connect them with resources. Likewise, this review
shows that considerable, additional work is needed for the development of clear, practical, evidence-based guidance to inform both human trafficking identification and immediate response. It is our hope that this review will provide a helpful summary and foundation to inform the next iteration of anti-trafficking practice and research efforts that in turn will ensure that no one experiencing human trafficking goes without being identified and offered support.
Afsluitend
Mensenhandel blijft één van de prioriteiten van het nieuw aangetreden Kabinet. Zoals eerder opgemerkt, vanwege het verborgen karakter van het fenomeen blijft het lastig om een schatting van de omvang te maken. De beschikbare screeningsinstrumenten die in bijgesloten review zijn beschreven kunnen daar verandering in brengen. Ten slotte verwijs ik nog graag naar een onlangs verschenen rapport waarin een schatting is gemaakt van de jaarlijks vermoedelijke slachtoffers van mensenhandel in Nederland: https://repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/3123 In betreffend onderzoek is de tienjarige ontwikkeling van het geschatte slachtofferschap van mensenhandel in Nederland in beeld gebracht. Vanaf 2010 tot 2012 vindt er een aanmerkelijke stijging plaats in de geschatte aantallen slachtoffers van mensenhandel in Nederland. Daarna geven de schattingen tot en met 2017 een flinke daling te zien en vanaf 2017 stijgen de slachtofferschattingen weer. Voor 2019 ligt de schatting van het totale aantal vermoedelijke slachtoffers van mensenhandel met ongeveer 5.000 weer op het niveau van 2010. En dat is toch een fors aantal waar de nodige aandacht naar uit moet gaan. De komende jaren zal daarom het fenomeen van mensenhandel niet alleen in Nederland maar ook daarbuiten zeker niet van de politieke agenda verdwijnen, de slachtoffers daarvan hebben er recht op.
Inleiding en context
Vanuit mijn thuiswerkkantoor in Leiden wens ik jullie allemaal een fijne verse werkweek toe op deze maandag 17 januari 2022. Maar eerst allemaal wakker worden met deze klassieker van Motörhead: https://www.youtube.com/watch?v=83s8UYNfKl8 Ik heb de heren in 1987 nog zien optreden in Helsinki. ´When I was young´. Maar nu naar de ´kennisparel´ van vandaag. Het betreft een systematisch overzicht van beschikbare screeningtools voor hulpverleningsinstanties om personen te identificeren en te screenen die te maken hebben met en slachtoffer zijn van mensenhandel.
Mensenhandel, of het nu gaat om gedwongen arbeid, seksuele uitbuiting of beide, is een ernstig probleem op het gebied van strafrecht, economie, volksgezondheid en maatschappelijk welzijn. Slachtoffers van mensenhandel lopen een verhoogd risico op het ontwikkelen van mentale en fysieke gezondheidsproblemen, waaronder depressie, posttraumatische stressstoornis, fysieke pijn en geheugenproblemen. Negatieve gevolgen van mensenhandel voor gemeenschappen zijn onder meer verloren menselijk kapitaal en aanzienlijke financiële uitgaven voor strafrecht, volksgezondheid en sociale diensten. Sommigen spreken in dit geval van ´modern slavery´.
Hoewel mensenhandel al decennia lang steeds meer wordt beschouwd als een omvangrijk wereldwijd probleem is de prevalentie en incidentie van mensenhandel moeilijk vast te stellen gezien het verborgen karakter ervan en het gebrek aan solide gegevenssystemen die de omvang en ernst beoordelen. Het probleem wordt hierbij nog versterkt door een gebrek aan uniforme definities voor beleid, praktijk en onderzoek. De screening en identificatie van het fenomeen van mensenhandel kan meer optimaal worden uitgevoerd. Bijgesloten ´kennisparel´ geeft een overzicht van 22 beschikbare screeningsinstrumenten om dat voor elkaar te krijgen.
Ik heb de afgelopen tijd trouwens vier ´kennisparels´ verstuurd die ingaan op verschillende aspecten van mensenhandel. Het betreft ´kennisparels´: 155;181;210; en 303, deze zijn eventueel eenvoudig te downloaden vanaf: https://prohic.nl/de-parels-van-jaap-de-waard/
Bron
Macy, Rebecca J., L. B. Klein, Corey A. Shuck, Cynthia Fraga Rizo, Tonya B. Van Deinse Tonya B. Van Deinse, Christopher J. Wretman, & Jia Luo (December 2021). A Scoping Review of Human Trafficking Screening and Response. Trauma, Violence, & Abuse, 20 December, pp. 1-18. https://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/15248380211057273
Summary
Service providers are increasingly asked to identify individuals who are experiencing trafficking and to connect them with resources and support. Nonetheless, identification is complicated by the reality that those who are experiencing trafficking may rarely self-identify, and providers may fail to identify individuals who are experiencing trafficking due to lack of guidance on how to screen for trafficking capably and sensitively. With the aim of guiding practice, we undertook a scoping review to search for and synthesize trafficking screening tools and response protocols. Following the PRISMA extension for Scoping Reviews, we located 22 screening tools contained in 26 sources. We included any documents that described or tested human trafficking screening tools, screening or identification protocols, response protocols, or guidelines that were published in any year. All documents were abstracted using a standardized form. Key findings showed that most tools were developed by practice-based and non-governmental organizations located in the U.S. and were administered in the U.S. Few screening tools have been rigorously evaluated. The common types of screening questions and prompts included (a) work conditions; (b) living conditions; (c) physical health; (d) travel, immigration, and movement; (e) appearance and presentation; (f) mental health, trauma, and substance abuse; (g) associations and possessions; and (h) arrests and prior involvement with law enforcement. We were not able to locate specific response protocols that provided step-by-step guidance. Nonetheless, the review revealed available practice-based and research-based evidence to help inform guidance concerning how screening and identification of human trafficking may be administered.
Despite these potential limitations, this study offers valuable evidence concerning how service providers can best identify and respond to individuals experiencing human trafficking, even though the evidence is nonetheless formative. Notably, this review shows that many practice-based and/or nongovernmental organizations have been making important and worthwhile efforts to address the complex and challenging problem of how best to identify people who are being trafficked to connect them with resources. Likewise, this review
shows that considerable, additional work is needed for the development of clear, practical, evidence-based guidance to inform both human trafficking identification and immediate response. It is our hope that this review will provide a helpful summary and foundation to inform the next iteration of anti-trafficking practice and research efforts that in turn will ensure that no one experiencing human trafficking goes without being identified and offered support.
Afsluitend
Mensenhandel blijft één van de prioriteiten van het nieuw aangetreden Kabinet. Zoals eerder opgemerkt, vanwege het verborgen karakter van het fenomeen blijft het lastig om een schatting van de omvang te maken. De beschikbare screeningsinstrumenten die in bijgesloten review zijn beschreven kunnen daar verandering in brengen. Ten slotte verwijs ik nog graag naar een onlangs verschenen rapport waarin een schatting is gemaakt van de jaarlijks vermoedelijke slachtoffers van mensenhandel in Nederland: https://repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/3123 In betreffend onderzoek is de tienjarige ontwikkeling van het geschatte slachtofferschap van mensenhandel in Nederland in beeld gebracht. Vanaf 2010 tot 2012 vindt er een aanmerkelijke stijging plaats in de geschatte aantallen slachtoffers van mensenhandel in Nederland. Daarna geven de schattingen tot en met 2017 een flinke daling te zien en vanaf 2017 stijgen de slachtofferschattingen weer. Voor 2019 ligt de schatting van het totale aantal vermoedelijke slachtoffers van mensenhandel met ongeveer 5.000 weer op het niveau van 2010. En dat is toch een fors aantal waar de nodige aandacht naar uit moet gaan. De komende jaren zal daarom het fenomeen van mensenhandel niet alleen in Nederland maar ook daarbuiten zeker niet van de politieke agenda verdwijnen, de slachtoffers daarvan hebben er recht op.