Inleiding en context
Ik hoop dat jullie allemaal een prettige donderdag 20 januari 2022 hebben. Ook vandaag weer een prima ‘’kennisparel’’ in jullie respectievelijke mailboxen. Dit keer een oordeel over de effectiviteit van straatverlichting op de preventie van criminaliteit in het publieke domein. Op basis van zeventien methodisch kwalitatief goed bevonden studies wordt geconcludeerd dat straatverlichting een significant positief effect heeft op het voorkomen van criminaliteit. Wanneer experimentele gebieden worden vergeleken met controle gebieden blijkt er gemiddeld sprake te zijn van 14 procent reductie in criminaliteit. Hierbij moet opgemerkt worden dat die reductie in criminaliteit vooral wordt bereikt bij het terugdringen van vermogenscriminaliteit.
Straatverlichting heeft vele doelen, waaronder het voorkomen van criminaliteit op openbare plaatsen. Straatverlichting wordt niet altijd uitgevoerd met het uitdrukkelijke doel criminaliteit te voorkomen: verkeers- en voetgangersveiligheid kunnen als belangrijkere doelen worden beschouwd. Hoewel het idee om straten te verlichten om (potentiële) daders af te schrikken misschien te simplistisch is, is de relevantie ervan toch groot voor de preventie van criminaliteit in stedelijke centra, woonwijken en andere plaatsen die bezocht worden door potentiële criminelen en potentiële slachtoffers. Verklaringen van de manier waarop straatverlichtingsinterventies criminaliteit kunnen voorkomen, kunnen in twee hoofdperspectieven worden gegroepeerd. Als een situationele criminaliteitspreventiemaatregel die zich richt op het verminderen van kansen en het vergroten van het waargenomen risico door aanpassing van de fysieke omgeving zoals criminaliteitspreventie door middel van ontwerp van de bebouwde omgeving. Ten slotte als een methode om informele sociale controle en gemeenschapscohesie te versterken door de inrichting van looproutes en investeringen in buurtomstandigheden.
Bron
Welsh, Brandon C., David P. Farrington & Stephen Douglas (December 2021). Effectiveness of Street Lighting in Preventing Crime in Public Places: An Updated Systematic Review and Meta-Analysis. Stockholm: National Council for Crime Prevention, 54 pp.
Summary
Does improved lighting reduce levels of crime? What do the strongest evaluations tell us? These questions are answered in this systematic review, which examines the strongest available research to date. Darkness in built up areas can contribute to feelings of personal insecurity, and can produce favourable conditions for vandalism and theft, including bicycle thefts and thefts from vehicles. The crime preventive effects of improved lighting in public places are therefore often discussed, and measures to improve lighting are often implemented as a means of combating crime. The Swedish National Council for Crime Prevention (Brå) has commissioned distinguished researchers, led by Professor David Farrington at Cambridge University, to conduct a series of international reviews of the research published.
In 2007, Brå published a systematic review on the effects of improved lighting. The publication was based on the 13 studies available at the time whose methodology was sufficiently rigorous to meet the inclusion criteria for a systematic review. This report comprises an updated review, which now includes a total of 21 studies. The study follows the rigorous methodological requirements of a systematic review and statistical meta-analysis. Even though important questions remain unanswered, the study provides a vital and far-reaching overview of the available evidence on the preventive effects of improved street lighting.
It is concluded that street lighting continues to be an effective intervention in preventing crime in public places. A narrative synthesis of effects of the eight new studies and a meta-analysis of 17 studies confirmed this conclusion. In pooling the effects of 17 studies that could be included in the meta-analysis, it was found that street lighting led to a significant 14% decrease in crime in experimental areas compared with comparable control areas. While not every study was effective in preventing crime, desirable effects of street lighting interventions were greater in studies that measured both night and day crimes than in studies that only measured night crimes. This translates to a significant 18% decrease in crime for night/day studies compared to a non-significant 3% decrease in crime for night only studies. These findings suggest that a theory of street lighting focusing on its role in increasing community pride and informal social control may be more plausible than a theory focusing on increased surveillance or deterrence.
It was also possible to use meta-analytic techniques to investigate the effects of street lighting interventions on violent and property crimes, the two main types of crimes that were measured in the studies. Street lighting interventions were followed by a significant decrease in property crimes (12%), but not in violent crimes. Importantly, this effect on property crimes closely approximates the overall effect of street lighting interventions on total crime (14%), suggesting that the overall effect on crime may be largely a function of street lighting’s impact on property crime. Cost-benefit analyses of improved lighting suggested that the benefits (in terms of fewer crimes) outweighed the costs, but similar analyses of part-night lighting also suggested that this had benefits.
Many of the recommendations that we made 14 years ago for research on the effects of street lighting on crime are still needed today. For example, future evaluation studies should include several experimental areas and several adjacent and comparable non-adjacent control areas. Adjacent areas are needed to investigate crime displacement and diffusion of crime prevention benefits. In addition, a long time series of crimes should be studied to investigate pre-existing crime trends, as well as the extent to which any effects of street lighting interventions persist or wear off over time.
It would also be highly desirable for researchers to carry out more cost-benefit analyses of street lighting interventions. This would allow for a number of key policy questions to be addressed, such as: Do the monetary benefits to society from decreased crime rates outweigh the monetary costs of implementing and maintaining street lighting projects? To whom do the monetary benefits (or costs) accrue?
Compared to years past, it would seem that an even stronger case can be made today for street lighting interventions to be part of national and local crime prevention policy. A larger body of high-quality evaluation research, implemented in a range of high-crime public places, some evidence of value for money, and the enduring impact on crime, especially property crimes, all point to the policy significance of street lighting interventions.
Afsluitend
Een mooie ‘’kennisparel’’ waaruit maar weer eens blijkt wat de waarde van gelegenheidsbeperking (situational crime prevention) is om op een elegante manier criminaliteit te voorkomen. Eén van de basisuitgangspunten bij situationele criminaliteitspreventie is dat de gelegenheid de dader maakt. De goeroe van de situationele aanpak, Ronald V. Clarke, beweert dan ook ‘’It is easier to change places than people’’. En daarmee wordt de essentie van de aanpak weergegeven: er gaat veel meer preventief effect uit van een goede beveiliging door middel van technische en sociale maatregelen dan een directe beïnvloeding in de persoonlijkheid of levenssfeer van de (potentiële) dader. Het gaat er dus om zo min mogelijk gelegenheden te bieden voor criminaliteit en daarmee mensen niet in de verleiding te brengen om delicten te plegen. Er is dus sprake van een indirecte gedragsbeïnvloeding. Op basis van een flink aantal synthesestudies blijkt dat de situationele aanpak forse criminaliteit reducerende effecten kan sorteren. Dat geldt trouwens niet alleen voor ´klassieke criminaliteit´ maar ook voor georganiseerde misdaad: https://www.researchgate.net/publication/338999955_Preventieve_en_bestuurlijke_aanpak_van_georganiseerde_criminaliteit_in_Nederland_Een_multidimensionale_aanpak
Een belangrijk kenmerk van een effectieve situationele aanpak is de relatieve eenvoud van de maatregelen. Voorbeelden zijn het simpele ophogen van verlichting, creëren van zichtbaarheid en toegankelijkheid. Het gaat vaak om relatief goedkope maatregelen. Locaties en plaatsen waar bovengemiddeld veel criminaliteit voor komt kunnen door relatief eenvoudige bouwkundige en technische maatregelen en het ophogen van toezicht veiliger worden gemaakt. Het aanpassen van sluitingstijden en regelen van openbaar vervoer in uitgaansgebieden zorgt er voor dat er niet een situatie ontstaat van een opeenhoping van (aangeschoten) mensen op straat. Hiermee wordt op simpele wijze voorkomen dat er geweld ontstaat. De bijgesloten ‘’kennisparel’’ een mooi recent voorbeeld van effectieve situationele criminaliteitspreventie.
Tot zover maar weer, blijf gezond, optimistisch en wees vooral aardig voor elkaar. Alleen zo gaan we echt solidair met elkaar om. Tot de volgende ´kennisparel´ die over een paar dagen in jullie mailbox valt.