Inleiding en context

Goede morgen op deze mooie heldere donderdag 10 maart 2022. Even lachen in deze barre tijden: https://www.youtube.com/watch?v=MFy4gmGZFOE Met deze twee helden gaat Poetin de oorlog zeker niet winnen. Maar nu naar het heden, de nieuwe ´kennisparel´ van vandaag betreft een systematisch overzicht waarin een oordeel wordt gegeven over de effectiviteit van zogenaamde wildernistherapie interventies gericht op delinquente jongeren. Het zijn interventieprogramma´s waarbij gebruik wordt gemaakt van landelijke buitenomgevingen in combinatie met therapeutische activiteiten. Deelnemers hebben verschillende achtergronden. Sommigen zijn ingeschreven door hun ouders voor problemen zoals opstandigheid, drugsgebruik, schoolproblemen en spijbelen; sommige worden doorverwezen door officiële instanties zoals scholen of politie; andere programma’s bieden onderdak aan jongeren die al met het formele justitiële systeem in aanraking zijn gekomen.

Deze wildernisprogramma´s zijn divers van aard, variërend van primitieve survival tochten waarin deelnemers hun eigen schuilplaatsen bouwen, buiten koken en lange loopafstanden afleggen van natuurplek naar natuurplek. De basiskampen zijn vaak gericht op drugsmisbruik en klinische behandeling daarvan. Deelnemers worden betrokken in verschillende vormen van individuele, groeps- en/of gezinstherapie interventies. De bijgesloten ´kennisparel´ maakt gebruik van meta-analyse om de effectiviteit van deze programma’s te synthetiseren bij het aanpakken van delinquentie en antisociale gedragingen van jongeren. Wat levert al dat moois op in het voorkomen en terugdringen van jeugdcriminaliteit?

Bron

Beck, Natalie & Jennifer Wong (March 2022). A Meta-Analysis of the Effects of Wilderness Therapy on Delinquent Behaviors Among Youth. Criminal Justice and Behaviour, 3 March, pp. 1-30.https://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/00938548221078002

Summary

The purpose of the present meta-analysis was to determine the effectiveness of wilderness therapy in addressing youth delinquency. A systematic review of the literature was conducted using 27 electronic databases and numerous gray literature sources, surveying literature published from 1990 to 2020. The search identified 189 potential studies for inclusion, resulting in a final study pool of 11 studies contributing 14 effect sizes from a total sample of 1,874 treatment youths. Both self-reported delinquency and caregiver-reported delinquency were examined using separate random-effects models. Pooled analyses yielded large, positive, and significant effects of 0.832 and 1.054 respectively, indicating that wilderness therapy is potentially an effective tool for addressing delinquent behaviors among youth. Limitations of the study include a lack of moderator analyses due to the small sample sizes. Wilderness therapy is a promising form of diversion programming and further investigation into this treatment modality is warranted.

The current study used systematic review and meta-analysis to evaluate the effectiveness of WT programming at reducing self- and caregiver-reported delinquency. Eleven studies reporting 14 effect sizes met inclusion criteria and results indicate that WT programs are

effective in reducing both self- and caregiver-reported delinquent behaviors among youth. WT programming has generally focused on skills-building tasks, such as creating shelter, building fires, and other survival-based skills, as well as recreational activities that require mental and physical endurance. Previous meta-analyses have mostly cited significant benefits of WT: for example, improvements in self-esteem, behavior, and recidivism outcomes. Findings from the present study support prior evidence of reductions in self-/caregiver reported delinquent behaviors; however, the current study presents stronger effects than previously found in meta-analyses.

Afsluitend

Wildernistherapie wordt ook wel beschreven als “uitdagingscursussen”, “avontuurtherapie” en “wildernis ervaringsprogramma’s”. Een verscheidenheid aan theoretische concepten wordt gebruikt in wildernistherapie waaronder op mindfulness gebaseerde therapie en cognitieve gedragstherapie. In de meeste wildernistherapieprogramma’s brengen jongeren het grootste deel van hun tijd door in tenten in het bos met een groep van acht tot twaalf leeftijdsgenoten. De deelnemers worden begeleid door drie niet tot therapeuten opgeleide medewerkers en die verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse activiteiten. Er is altijd veel over te doen geweest. Er is sprake van een hulpverleningsindustrie, sommige deelnemers worden geestelijk en lichamelijk mishandeld en deelnemers zouden levenslange trauma´s overhouden aan de deelname. Voor deze kritische kanttekeningen verwijs ik de lezer naar: https://www.deseret.com/2021/7/12/22565911/can-the-300-million-teen-therapy-sector-be-reformed-by-legislation-and-public-pressure-paris-hilton

Hoe het ook zij, bijgesloten systematisch overzicht laat positieve effecten zien. Ondanks de beperkingen van het beperkte aantal studies die in de analyse zijn meegenomen laten de resultaten zien dat dergelijke programma´s een aantal veelbelovende elementen bevatten om risicojongeren voor verder afglijden in een criminele carrière te behoeden. Verder onderzoek is nodig om deze kennis op een bruikbare manier toe te passen in beleid en praktijk. Uitdagingen voor onderzoekers en beleidsmensen.