Inleiding en context

Goede morgen allemaal op deze koude en onaangename dinsdag 5 april 2022. Ik begin de dag onrustig met: https://www.youtube.com/watch?v=vbYkz5CBMas RIP Omar Higgins. Maar nu op naar de ´kennisparel´ van vandaag. Dat is een prima bijdrage van twee CBS-medewerkers die vorige week verscheen. Wat blijkt uit bijgesloten ´kennisparel´? Het vertrouwen in instituties is in 2020 vergeleken met de jaren daarvoor gestegen, vooral het vertrouwen in de Tweede Kamer nam toe, tot 53 procent. Wel is dit, net als bij het vertrouwen in ambtenaren en politici, in de loop van 2021 afgenomen. Het vertrouwen in de meeste andere instituties en in de medemens nam wel verder toe. Dit blijkt uit het onderzoek Sociale samenhang en welzijn van het CBS, dat sinds 2012 onder ruim 75 duizend personen van 15 jaar of ouder is gehouden.

Van alle instituties nam het vertrouwen in de Tweede Kamer de laatste jaren het sterkst toe. Waar in de periode 2012-2016 jaarlijks gemiddeld genomen zo’n 35 procent van de inwoners van Nederland van 15 jaar of ouder vertrouwen had in dit politieke instituut, en gemiddeld 41 procent in 2017-2019, zei 53 procent in 2020 vertrouwen in de Tweede Kamer te hebben. Vorig jaar daalde het vertrouwen wel weer tot 42 procent. In het vierde kwartaal zei maar 35 procent vertrouwen in de Tweede Kamer te hebben. Het vertrouwen in politici laat een vergelijkbaar patroon zien. Het vertrouwen in de Europese Unie is toegenomen naar 48 procent in 2020, 10 procentpunt meer dan in 2012. In 2021 steeg dit verder naar 53 procent. Ook het vertrouwen in de pers stijgt gestaag; in 2020 was dit 39 procent, in 2021 was dit 46 procent.

Een duidelijke meerderheid van de inwoners van Nederland van 15 jaar en ouder gaf in 2020 aan gezaghebbende instituties te vertrouwen. Het grootste vertrouwen was er in de politie (78 procent), rechters (77 procent) en het leger (72 procent). Ten opzichte van 2019 is dit met respectievelijk 3 (politie), 4 (rechters) en 5 (leger) procentpunt toegenomen. Sinds 2012 groeide het vertrouwen in deze instituties met ongeveer 10 procentpunt. In 2021 is het vertrouwen in de politie en rechters verder toegenomen en is het vertrouwen in het leger niet veranderd. In 2021 zei 66 procent de medemens te vertrouwen, een jaar eerder was dat 63 procent. In de periode 2012–2014 was dat 58 procent, 60 procent in 2015–2016 en 62 procent in 2017-2019. In het tweede kwartaal van 2020, aan het begin van de Covi-19 pandemie, veranderde het vertrouwen vergeleken met een kwartaal eerder niet. In de tweede helft van 2021 steeg het vertrouwen naar 67 procent.

Bron

Schmeets, Hans & Jeanet Exel (maart 2022). Vertrouwen in medemens en instituties voor en tijdens de pandemie. CBS Statistische Trends, 31 maart, 13 pp. https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/statistische-trends/2022/vertrouwen-in-medemens-en-instituties-voor-en-tijdens-de-pandemie

Summary

Confidence in fellow human beings increased slightly but steadily until 2021. From 2012 to 2020, the percentage of people over 15 who indicated that they “trust other people” increased from 58 to 63 per cent. However, figures from 2021 show that the

confidence in fellow human beings rose sharply in the third and fourth quarters: 67 per cent. Trust in the public, including political institutions, has already grown in 2020. Figures from 2021 show that confidence in some institutions continues to rise remains stable

or falls again. For example, confidence in the House of Representatives and politicians fell again in 2021, while confidence in the European Union took root and continued to grow in the press. This article interprets these trends by examining quarterly confidence developments in several population groups. For this purpose, data from the Social Cohesion and Welfare survey was used.

This article discusses mutual trust and trust in institutions. Various theoretical perspectives show that confidence increases during crises, such as disasters and terrorist attacks. The Covid-19 pandemic is one such crisis. In addition, the pandemic is protracted, and its severity fluctuates. This can be read from various indicators such as the number of infections, the occupation in the nursing wards, and the Intensive Care departments. With quarterly figures from 2020, fluctuations in confidence before and after the pandemic have been visualized. Trust in other people has hardly changed in 2020 compared to the previous year, and the quarterly figures are also stable. In 2021 there will be a turnaround in confidence: confidence is increasing enormously and, after a small dip in the second quarter, this growth will continue in the third and fourth quarters. This increase is not in line with the idea that due to the measures taken, such as keeping a distance to nip the infections in the bud, mutual trust can also decrease.

A better alignment with the consequences of Covid-19 can be seen in institutional confidence. Following the expectations of various theoretical perspectives, including the ‘rally around the flag’ mechanism, confidence in institutions increased sharply shortly after the outbreak of the crisis in the second quarter of 2020. This mainly concerns trust in civil servants, the House of Representatives and politicians. After that, confidence in these institutions drops again and in the military. However, this does not apply to other institutes. In this way, the strong growing confidence in the press is further expanded, and the initial growth in confidence in judges, the police and the European Union is also retained. This means that for the time being, there are no clear indications that institutional confidence in its entirety, after initial growth, will decline again, as has been shown by other studies. On the other hand, trust in politics has declined. Confidence in the House of Representatives and politicians has even fallen below the pre-pandemic level. However, other developments, such as the long formation and the allowance affair, may also play a role and have contributed to a decline in confidence in politics. Therefore, the summary picture is that, in line with theoretical perspectives, institutional confidence has increased during the pandemic.

Afsluitend

De mate waarin er binnen een samenleving vertrouwen bestaat in de instituties is één van de graadmeters van het maatschappelijk welzijn. Samenlevingen gekenmerkt door een hoog publiek vertrouwen hebben in de regel een aangenaam sociaal-cultureel klimaat en ook in economisch opzicht functioneren deze soepel. Bijgesloten analyse geeft antwoord op de vraag hoe het trendmatig staat met het vertrouwen in instituties en de medemens in de Nederlandse maatschappij. Uit de bijgesloten analyse blijkt dat het, in tegenstelling met het heersende beeld, best goed gaat met dat vertrouwen. Het zijn in feite toch allemaal mooie resultaten die de mens vertrouwen zou moeten geven in instituties zoals politie, rechterlijke macht en het leger.

De pandemie is nog niet voorbij. In het eerste kwartaal van 2022 is het aantal besmettingen zeer fors opgelopen, terwijl de IC-bezetting niet verder is gestegen. Nieuwe cijfers, die over 2022 verzameld worden, zullen een beter beeld geven van het sociaal en institutioneel vertrouwen. Daarbij worden ook bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen in ogenschouw genomen, zoals de rellen in diverse steden, en discussies over de groep die tegen vaccineren is. Zodra deze cijfers beschikbaar zijn, volgt een vervolg op dit artikel. In dat vervolg zullen ook andere achtergrondkenmerken, zoals opleiding en inkomen, aan bod komen.

Tot zover maar weer, blijf gezond, optimistisch en wees vooral aardig voor elkaar. Alleen zo gaan we echt solidair met elkaar om. Tot de volgende ´kennisparel´ die over een paar dagen in jullie mailbox valt.

375-VertrouwenInstitutiesMedemensCBSEmpirischTrendsDownloaden