Inleiding en context
Goede morgen op deze woensdag 1 juni 2022, een nieuwe maand met nieuwe kansen. Een paar dagen geleden nam Kim Putters afscheid als directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Ter gelegenheid daarvan schreef hij bijgesloten ´kennisparel´ die naar mijn mening met recht een ´kennisparel´ genoemd mag worden. In zijn essay gaat Putters in op het zogenaamde burgerperspectief. Het lukt volgens hem de overheid niet om de structurele scheidslijnen en kansenongelijkheid in de Nederlandse samenleving te verkleinen. Dat is zorgelijk gezien de lastige politieke opgaven rond bijvoorbeeld duurzaamheid en de ondersteuning van mensen in kwetsbare posities. Het zet ook het vertrouwen in het functioneren van de Nederlandse democratische rechtsstaat verder onder druk. De overheid zal werk moeten maken van een duurzame en inclusieve samenleving waarin mensen worden gezien en mee kunnen doen. En dat vraagt om een andere manier van werken.
Dit essay roept (lokale) overheden nadrukkelijk op om bij het ontwikkelen van beleid meer rekening te houden met de verschillen tussen mensen en hoe beleid voor hen uitpakt. De geschetste Menselijke Maat biedt handelingsperspectieven voor meer mensgericht handelen door de (lokale) overheid. Het voorkomt dat mensen die bijvoorbeeld een keer gebruikmaken van een zorgvoorziening of subsidie voor verduurzaming, aanlopen tegen vooroordelen of onrealistische aannames. Het helpt bovendien voorkomen dat mensen ondanks hard werken steeds de nadelen van beleid ervaren, of hoe beleid in de praktijk uitpakt, en niet verder komen in de maatschappij. Zo dreigt er een samenleving van winnaars en verliezers te ontstaan dat de legitimiteit van overheidshandelen en vertrouwen in de democratie verder aantast. Het ondermijnt ons sociaal contract.
Bron
Putters, Kim (mei 2022). De menselijke staat: Burgerperspectief als voorwaarde voor een toekomstbestendig sociaal contract. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, 42 pp. https://www.scp.nl/publicaties/essays/2022/05/30/essay-de-menselijke-staat
Summary
The government has not succeeded in reducing Dutch society’s structural divisions and inequalities. The Social and Cultural Planning Office (SCP) observes that, as a result, the representativeness of decisions and support for policies is crumbling. This is a cause for concern given the difficult political tasks involved in, for example, sustainability, combating inequality of opportunity and supporting people in vulnerable positions. It also puts further pressure on trust in the functioning of the Dutch democratic constitutional state.
The government must work towards a sustainable and inclusive society in which people are seen and can participate. And that requires a different way of working. In the essay, the author discusses the considerable tasks in the Netherlands regarding equality of opportunity, trust and how we live together in a country with an increasing number of people from different backgrounds with different opinions and customs. “If we strive for a society that is more inclusive and sustainable, the perspective of citizens must be reflected more explicitly in policy. The Netherlands needs a government that shows it is there for the people”. Research by the SCP in recent years has consistently shown persistent divisions and inequalities in society. Despite the intention of politicians and the government to reduce these inequalities, they are not succeeding. Amongst other things, SCP points out that policy is not sufficiently in line with people’s lives. For instance, inequality of opportunity is not only about more education; the causes may also lie in poverty or debt. Much more empathy and cooperation is needed for an effective policy that tackles the problems.
In the essay, the author argues that the government should make its assumptions about what citizens can and cannot do more realistic. It should take more account of people’s daily lives in which they are not only students or employees but also carers and volunteers. There is an urgent need for knowledge and insight into how people are doing, how they see the future and what the effect of government policies is on their lives. Only in this way can we ensure that people can participate fully and meaningfully in society and do not drop out. Moreover, through appropriate and effective policy, and a reliable government, people will feel more represented in (political) choices and more confident in the government. With a government that is supported by the population and trusted because it is fair and delivers, we can work on the social challenges that the Netherlands will face in the coming years”, says the author.
Putters argues for clarity about what people can expect from the government and vice versa and who plays what role when and can fall back on when things get tough (a social contract). Putters: ”Preventing people from running into prejudice or unrealistic assumptions by the government in their lives has positive consequences for social cohesion, political trust and the extent to which people feel represented and are represented in policy. This requires a different attitude from the government, institutions, businesses and citizens themselves to work more with people and a sense of community. For example, building many new homes is not only a question of locations, bricks and money but also a social question of liveability, affordability and social cohesion in neighbourhoods. To do that properly, more opportunities for participation and citizen initiative are needed. This also requires the joint formulation of a lower limit, a social basis, which we believe no one in the Netherlands should fall below. And then to make sure that doesn’t happen.
Afsluitend
Het ”burgerperspectief”. Dat blijkt een containerbegrip te zijn vol met initiatieven, mislukkingen, goed bedoelde (lokale) projecten, spraakverwarring, het paard achter de kar spannen, veronderstellingen over burgerparticipatiebereidheid, klanttevredenheidsonderzoek, burgerinitiatieven, burgerforums, publieke opinie onderzoek, populisme, publieksparticipatie, het volk bereiken, burgerbejegening, burgertevredenheid, burgerempowerment ….
Kortom: het burgerperspectief is in. Overheden doen verwoede pogingen om ‘’de burger’’ te bereiken, te betrekken, tevreden te stellen en serieus te nemen. Het streven is dan dat het beleid gedragen wordt door de samenleving en aansluit bij behoeften en praktijk. Andersom proberen ‘’burgers’’ via moedige pogingen overheden te bewegen om rekening te houden met hun wensen en suggesties.
Veel burgers hebben, bijvoorbeeld als verdachte, rechtzoekende, slachtoffer of gedetineerde te maken met justitie als publieke dienstverlener. De laatste jaren is de kwaliteit van deze dienstverlening steeds belangrijker geworden, niet alleen voor de burger maar ook voor justitie zelf. Niet alleen de vraag óf de burger wordt geholpen, maar ook de wijze waarop en de omstandigheden waaronder zijn van belang. Worden slachtoffers voldoende geïnformeerd over hun rechtszaak, en hoe lang moeten zij wachten voordat ze worden geholpen? Krijgen gedetineerden voldoende zorg, is de tevredenheid over de inrichting goed? Voelen we ons veilig in de publieke ruimte en hebben we voldoende vertrouwen in de politie? Dit zijn allemaal vragen die met de kwaliteit van de justitiële dienstverlening te maken hebben en waar burgers en bedrijven belang aan hechten. Bijgesloten ´kennisparel´ biedt vele suggesties om het burgerperspectief, ook binnen het werkdomein van justitie, beter vorm te geven.