Inleiding en context
Ik wens jullie allemaal een prima maandag de 4e juli 2022 toe. Gisteren was het precies 51 jaar geleden dat Jim Morrison op 27 jarige leeftijd overleed in Parijs waarschijnlijk als gevolg van een overkill aan alcohol. Anyway als tribuut, naar mijn mening, één van zijn mooiste songs om de maandag mee te beginnen: https://www.youtube.com/watch?v=pldftoUbM80
Op naar de ´kennisparel´ van vandaag. Dat betreft er één over de veranderingen die zijn opgetreden op de helingmarkt, in dit geval in Australië. Net als in Nederland is het inbraakniveau de afgelopen 15 jaar spectaculair gedaald: https://www.researchgate.net/publication/287936043_Domestic_burglary_in_the_Netherlands De onderzoeksresultaten wijzen erop dat daders zijn overgestapt van het stelen van in toenemende mate gedevalueerde elektronische consumptiegoederen voor wederverkoop in de richting van het stelen van steeds duurder voedsel, kleding en luxe verzorgingsproducten deels voor persoonlijke consumptie. Dit komt overeen met wat zou worden verwacht op basis van gegevens van de consumentenprijsindex. Het stelen van elektronische consumptiegoederen heeft weinig zin aangezien de prijzen daarvan de afgelopen jaren zeer laag zijn, het zogenaamde ´Media Markt effect´. Het heeft dus weinig zin om deze goederen op de helingmarkt aan te bieden.
In Nederland lopen we trouwens internationaal voor waar het helingbestrijding betreft. Het beleid is hier gefundeerd op het gegeven dat het frustreren van de afzetmarkt voor gestolen spullen een mooie bijdrage kan leveren aan het voorkomen van vermogensdelicten: ´geen heler, geen steler´. Nederland loopt hierin dus ver voorop met het Digitaal Opkopers Loket (DOL, meldplicht handelaren bij de gemeente), het Digitaal Opkopers Register (DOR, registratieplicht verworven tweedehands spullen, inclusief naam en adres van de aanbieder), de database Stop Heling (informatie gestolen spullen waarvan aangifte is gedaan, zowel ten behoeve van diefstalcheck als gekoppeld aan het DOR voor geautomatiseerd opsporen) en de jongste loot, het Digitaal Opkopers Controlesysteem (DOC, controleurs bij politie en boa kunnen onderling kennis nemen van elkaars handhavingsresultaten, een unicum in NL). Dat is een flink aantal initiatieven waar mijn goede collega Ivoline van Erpecum een grote rol heeft gespeeld, en dat mag ook wel eens gezegd worden. Goed gedaan Ivoline!
Vers van de pers. Om heling en diefstal een halt toe te roepen heeft Winvision een intelligent en volledig digitaal opkopersregister ontwikkeld voor de Politie. Hiermee is de basis gelegd voor een geautomatiseerd en gestroomlijnd proces voor registratie van en controle op het doorverkopen van tweedehands producten. Zo wordt het helers en stelers steeds moelijker gemaakt. Voor de hoofdjury van de Computable Awards 2022 reden om het digitaal opkopersregister te nomineren bij de 10 beste ict-projecten bij de overheid: https://www.computable.nl/artikel/nieuws/awards-nieuws/7376236/1853296/dit-zijn-de-10-beste-ict-projecten-bij-de-overheid.html En dat is natuurlijk een mooi succes. Op 4 juli start voor de markt het stemproces voor de Computable Awards 2022. Publieksstemming bepaalt voor vijftig procent de winnaar. Ook buigen de betrokken juryleden zich over de genomineerden per categorie, een gemiddeld oordeel dat voor de andere helft meeweegt. Stemmen dus op het digitaal opkopersregister! Mooi allemaal, maar nu naar de ´kennisparel´ van vandaag.
Bron
Clare, Joseph, Liam Quinn, Rick Brown, Anthony Morgan & Tom Sullivan (May 2022). Offender insight into Australian stolen goods markets from 2002–2017: the DUMA survey as a 16-year window into property crime offenders’ target selections and disposal. Psychology, Crime & Law, 31 May, pp. 1-18. https://cogentoa.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/1068316X.2022.2080208?journalCode=gpcl20
Summary
Since 2002, seven iterations of the Drug Use Monitoring in Australia (DUMA) programme survey have asked arrested offenders about their stealing behaviours, including questions relating to stolen goods target selection and disposal. Throughout this same time period, stealing and domestic burglary rates in Australia have steadily declined. This paper examines the DUMA data with these high-level acquisitive crime trends in mind. Survey findings point to offenders having shifted away from stealing increasingly devalued electronic consumer goods for resale purposes, and toward stealing increasingly expensive food and clothing for personal consumption. This is consistent with what would be expected according to Consumer Price Index data, the opportunity-based CRAVED framework, and offender domain expertise.
This survey data involved reanalysis of the Australian Institute of Criminology data collected for the seven iterations of the DUMA programme survey which included the stolen goods survey addenda (2002(Q2), 2003(Q2), 2003(Q4), 2005(Q4), 2007(Q1), 2012 (Q2), and 2017(Q1)). The DUMA programme was established in 1999 and consists of a quarterly face-to-face survey conducted with police detainees arrested in the past 96 h at various police stations and watchhouses across Australia. All police detainees held in custody during periods of data collection are eligible to participate in the voluntary and confidential survey, with the exception of those deemed too intoxicated, mentally unfit, violent, aggressive, requiring an interpreter, or otherwise deemed ineligible by the police custody manager. The DUMA interview is independent of police and conducted by trained social researchers. As such, the DUMA programme survey provides a repeated cross-sectional collection of criminal justice and drug-use information from the perspective of offenders.
Additionally, offenders also appear to have shifted away from stealing cash, a finding consistent with the decline in availability of this good as we move towards an increasingly cashless society. These findings are also consistent with the changing reward hypothesis of the property crime drop. Other insights gained from analysis of the seven iterations of the stolen goods survey addenda included the link between economically motivated stealing and drug use – consistent with other research and the apparent increase in the proportion of offenders disposing of stolen goods in legitimate online markets – also consistent with other research.
The findings from this paper nevertheless provide clear implications for crime prevention practices. Given the association between the reduced reward of household burglary and declines in this offence type over the past two decades, continuing to design-in reward-reducing measures to electronic consumer goods and other hot products appears warranted. For example, there have been marked successes in the blacklisting of stolen mobile phone handsets and increased hardware and software security to prevent use and reprogramming once stolen as well as market disruptions to the resale of stolen metal at scrapyards. The findings would also appear to support a market reduction approach (Sutton, 1998) focussed on legitimate online markets due to the increasing proportion of offenders disposing of stolen goods on these platforms. The broader criminological implications in line with the crime opportunity perspective are that reward-reduction and market disruption measures may provide a long-term sustainable crime prevention solution to property crime, without the need for criminogenic subjugation to the criminal justice system for these offenders.
Afsluitend
Precies 225 jaar geleden schreef de Engelse magistraat Colquhoun: “If there were no receivers there would be no thieves”, vrij vertaald “zonder helers geen stelers”. En dat is bijna een open deur maar ook een harde waarheid. Heling vormt bij de afzet van gestolen goederen een onmisbare schakel. Een gerichte aanpak van heling lijkt daarom niet meer dan logisch. En dat is ook het beleid in Nederland. Immers, ook bij diefstal geldt het principe van vraag-en-aanbod: wanneer deze afzetmarkt geleidelijk kleiner wordt, valt te verwachten dat het totaal aantal slachtoffers van vermogenscriminaliteit eveneens (verder) zal afnemen. Een gerichte aanpak van het `slachtofferloze’ delict heling kan tot gevolg hebben dat delict typen waarbij wel directe slachtoffers zijn aan te wijzen, in omvang en ernst afnemen.