Inleiding en context

Goede morgen allemaal op deze woensdag 21 september 2022. Ik hoop eigenlijk een beetje op een Indian Summer, al is het alleen maar om te ontkennen dat de herfst voor de deur staat. Daarom deze song: https://www.youtube.com/watch?v=yOKAQSGCm8Q Maar nu naar de ´kennisparel´ van vandaag, dat is er één waarin een kritisch overzicht wordt gegeven over de effectiviteit van allerlei realtime surveillancetechnologieën die veelal door de politie worden gebruikt bij de opsporing. Daarnaast wordt systematisch beschreven hoe deze gebruikte technologieën zich verhouden tot grondwettelijke vereisten.

Nationaal en internationaal maakt de politie tegenwoordig dagelijks gebruik van een scala aan zogenaamde realtime surveillance tools.  Deze variëren van cameragebruik (CCTV), luchtcamera’s, drones, het volgen van mobiele telefoons tot automatische kentekenplaatlezers, gezichtsherkenningstechnologie en schotdetectie systemen. Ondanks hun populariteit is de effectiviteit van deze technologieën grotendeels onbekend. Dat geldt teven voor hun empirische validiteit en betrouwbaarheid. Daarnaast is het gebruik ervan vaak niet onderworpen geweest aan de eisen die worden gesteld in grondwettelijke en wettelijke regelingen. De bijgesloten ´kennisparel´ biedt een overzicht van de beperkte omvang van bestaand onderzoek naar de werkzaamheid van deze realtime surveillance technologieën. Vervolgens wordt beschreven in hoeverre het staatsrecht en bewijsrecht beperkingen heeft of zou kunnen stellen aan hun inzet. De focus gaat over realtime surveillance, in tegenstelling tot het gebruik van computers, algoritmen en andere technologieën die worden gebruikt met behulp van reeds verzamelde gegevens (big data).

Bron

Slobogin, Christopher & Sarah Brayne (January 2023 forthcoming). Surveillance Technologies and Constitutional Law. Annual Review of Criminology, vol. 6, January, pp. 1-22. https://www.annualreviews.org/doi/10.1146/annurev-criminol-030421-035102

Summary

This review focuses on government use of technology to observe, collect, or record potential criminal activity in real-time, as contrasted with “transaction surveillance” that involves government efforts to access already-existing records and exploit Big Data, topics that have been the focus of previous reviews. Even so limited, surveillance technologies come in many guises, including closed-circuit television, automated license plate and facial readers, aerial cameras, and GPS tracking. Also classifiable as surveillance technology are devices such as thermal and electromagnetic imagers that can “see” through walls and clothing. Finally, surveillance includes wiretapping and other forms of communication interception. The following discussion briefly examines the limited evidence we have about the prevalence and effectiveness of these technologies and then describes the law governing surveillance, focusing principally on constitutional doctrine, and how it might—and might not—limit use of these technologies in the future.

Afsluitend

Ondanks de alomtegenwoordigheid van de besproken technologieën is de empirische bewijsbasis voor de effectiviteit daarvan zwak. Voor de meeste technologieën ontbreekt het inzicht en overzicht door wie, hoe vaak en met welk resultaat ze worden ingezet. Vaak is sprake van ´toys fort he boys´. Hoewel er relatieve consensus bestaat in de wetenschap over het gebrek aan empirische gegevens over veel surveillance technologieën is er een duidelijk gebrek aan consensus over wat eraan te doen. Wetenschappers, activisten, beleidsmakers en de advocatuur voeren keer op keer aan dat hier verandering in moet komen. Intussen is de realiteit dat in toenemende nieuwe alomtegenwoordige surveillancetechnieken worden geïntroduceerd en toegepast. Gezien het gebrek aan bewijs van de effectiviteit en de werking hiervan en de privacy gevoeligheid van deze technologieën is het noodzakelijk om die technieken te reguleren, die trouwens voornamelijk door private partijen worden geïnitieerd.

458-SurveillanceTechnologiesCrimeConstitutionalLawDownloaden