Inleiding en context

Beste mensen, het is vandaag donderdag 10 november 2022. Vandaag een prima ´kennisparel´ van Nederlands criminologische bodem. Maar eerst een bijbehorend lied: https://www.youtube.com/watch?v=NbP7Zt13xhE Vandaag een ´kennisparel´ waaruit blijkt dat de korte gevangenisstraf leidt tot meer herhalingscriminaliteit (recidive). Volwassenen gaan na een korte gevangenisstraf vaker opnieuw de fout in dan vergelijkbare volwassenen met een niet-vrijheidsbenemende straf, blijkt uit bijgesloten onderzoek. Dit geldt zowel voor de kans op herhalingscriminaliteit als voor het aantal herhalingsdelicten. De verschillen gelden bovendien niet alleen op de korte termijn, maar blijven zichtbaar over een langere periode. Zo leidt een korte gevangenisstraf in vergelijking met een taakstraf in de eerste vijf jaar na vrijlating tot 55 procent meer herhalingscriminaliteit.

Binnen het onderzoek is – voor de eerste keer in Nederland – een econometrische methode toegepast zodat de groepen gestraften op alle overige kenmerken vergelijkbaar zijn. Het gevonden effect wordt daardoor echt door de straf veroorzaakt en niet door andere kenmerken. Dat is in dit geval van belang, omdat we appels met appels willen vergelijken. Om de effecten vast te stellen werden gegevens van ruim veertigduizend volwassenen geanalyseerd.

Als een Nederlandse rechter een gevangenisstraf oplegt, gaat het in de meeste gevallen om een korte gevangenisstraf. Zo duurt driekwart van de gevangenisstraffen maximaal zes maanden en twee derde duurt zelfs niet langer dan drie maanden. Deze straffen lijken te kort om te werken aan rehabilitatie, want de mogelijkheden daarvoor zijn zeer beperkt binnen de beschikbare tijd. Tegelijkertijd lijken de gevangenisstraffen ingrijpend genoeg om een negatief effect te hebben op de conventionele mogelijkheden van de gestrafte. Door een gevangenisstraf kunnen individuen immers hun sociale steunnetwerk, woning en inkomen verliezen. Daarnaast kunnen het stigma dat kleeft aan de gevangenisstraf en de pro-criminele gevangenissetting leiden tot grotere terugval dan niet-vrijheidsbenemende straffen. Geïnteresseerd in passende straffen? Zie dan: https://www.universiteitleiden.nl/wetenschapsdossiers/passende-straffen

Bron

Wermink, Hilde, Arjan Blokland, Nikolaj Tollenaar, Jim Been, Pauline Schuyt & Robert Apel (november 2022). Een oude vraag opnieuw onderzocht: Effecten van korte gevangenisstraffen ten opzichte van niet-vrijheidsbenemende straffen op recidive op basis van een instrumentele variabele benadering. Tijdschrift voor Criminologie, vol. 64, no. 2, pp. 147-170. https://nscr.nl/app/uploads/2022/11/TvC_2022_2.pdf

Summary

The aim of this article is to determine the effect of short prison sentences on recidivism. We use data from the longitudinal Life After Release Study to compare the effects of short prison sentences on recidivism over a maximum period of five years with the effects of non-custodial sentences. We used an instrumental variable’ method to best control differences between those on short prison sentences and non-custodial sentences. Our study shows that this method is useful in the Dutch context to examine the cause-effect relationship between punishment and recidivism. Our findings show that short prison sentences lead to more recidivism than non-custodial sentences in the short and long term.

Afsluitend

Gevangenisstraf is in veel landen de zwaarste en duurste straf die kan worden opgelegd. De Nederlandse rechter kiest vaker voor een gevangenisstraf dan voor een ander type straf: jaarlijks worden meer dan dertigduizend gevangenisstraffen opgelegd, tegenover zesentwintigduizend taakstraffen en veertienduizend boetes. Het idee is dat van zwaardere straffen een afschrikwekkende werking uitgaat en dat het mensen ervan weerhoudt om opnieuw de fout in te gaan. Maar de praktijk laat toch een ander beeld zien. Een zwaardere straf leidt niet tot minder criminaliteit. Integendeel, er wordt consequent een hoger aantal herhalingsdelicten gemeten na korte gevangenisstraffen dan na een niet-vrijheidsbenemende straf. Dit geldt voor jongeren, voor jongvolwassenen en volwassenen, en voor verdachten die voor de eerste keer worden gestraft en voor degenen die al bekend zijn met justitie. Er is geen enkele groep gevonden voor wie een korte gevangenisstraf leidt tot minder herhalingscriminaliteit.

In de discussie over de effectiviteit van straffen spelen meer doelen een rol. Naast het beoogde effect om herhalingscriminaliteit te voorkomen, kunnen gevangenisstraffen ook delicten voorkomen tijdens de duur van de straf, oftewel het insluitingseffect. Ook wordt verondersteld dat er een generaal preventieve werking van uitgaat, omdat de straffen naast de gestraften zelf ook andere potentiële daders afschrikt om delicten te plegen. Uit de literatuur blijkt echter dat deze effecten beperkt zijn. Dat geldt zeker voor (extreem) korte gevangenisstraffen.

Daarnaast dienen straffen ook ter vergelding van het aan de slachtoffers aangedane leed. Voor zover korte gevangenisstraffen beter voorzien in deze behoefte dan niet-vrijheidsbenemende straffen, zouden deze louter om die reden de voorkeur hebben. Daar staat tegenover dat de opvolgende strafbare delicten die volgens dit onderzoek het gevolg zijn van een korte gevangenisstraf, zorgen voor hogere financiële kosten en meer toekomstige slachtoffers. Het voorkomen van recidive is een kerntaak binnen het justitiële beleid. De resultaten van dit onderzoek laten zien dat een bredere inzet op niet-vrijheidsbenemende straffen in plaats van korte gevangenisstraffen een manier kan zijn om dat te bewerkstelligen.