Inleiding en context
Goede morgen allemaal op deze zeer regenachtige en donkere donderdag 17 november 2022. Maar bijgesloten treffen jullie een heldere en zonnige ´kennisparel´ aan. Het betreft een prima onderzoek uitgevoerd door onderzoekers van ´ons´ huisonderzoekcentrum het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC). Uit bijgesloten ´kennisparel´ blijkt dat de jeugdcriminaliteit die de politie registreert in de meeste Nederlandse buurten niet of nauwelijks voorkomt. Van de jeugdcriminaliteit die wordt geregistreerd vindt een kwart plaats in één procent van de buurten. Kijk je naar de woonbuurten dan blijken de meeste jeugdige verdachten in grote steden te wonen. Echter, relatief gezien zitten in de top één procent ook niet-stedelijke woonbuurten. Beleid dat zich enkel richt op grote steden doet andere gebieden dus tekort.
Bron
Tollenaar, N., J. Broers & A.M. van der Laan (november 2022). Woon- en pleegbuurten van geregistreerde jeugdcriminaliteit: De samenhang met buurtkenmerken en de veranderingen die zich daarin voordoen over de tijd. Den Haag: Ministerie van Justitie & Veiligheid, Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum, 106 pp. https://repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/3218
Summary
The study examined the relationship between juvenile crime and neighbourhood characteristics and their changes over time. Juvenile crime is a crime with a suspect between the ages of 12 and 23. Overall, juvenile crime has declined over the past 10 years, but not everywhere or to the same extent. In this study, we looked at juvenile crime recorded by police from 2016 to 2019 in all neighbourhoods in the Netherlands.
Besides the concentration in neighbourhoods where juvenile crime is committed, the foster neighbourhoods also see a concentration in neighbourhoods where perpetrators of juvenile crime live, the residential neighbourhoods. 14% of juvenile suspects live in 1% of neighbourhoods, and 50% live in only 10% of neighbourhoods. We see little change over time regarding these juvenile crime rates in foster and residential neighbourhoods. Some offences are more concentrated in certain neighbourhoods than others. Police-recorded gun and drug offences are clearly concentrated in a limited number of neighbourhoods. On the other hand, property and violent crimes are the most dispersed.
Of neighbourhoods that counted the most juvenile suspects per thousand peers from 2016 to 2019, the top one per cent include urban and non-urban neighbourhoods. Therefore, when addressing youth crime at the neighbourhood level, look at big cities and less urban neighbourhoods and neighbourhoods in rural municipalities.
In general, it can be said that typical foster neighbourhoods where the police register the most juvenile crime are characterised by relatively many catering establishments, entertainment venues and shops. Neighbourhoods, where most juvenile suspects live, have relatively more young men, people with a migration background and more households living below the social minimum. However, individual characteristics of juvenile suspects and their social environment seem more important than neighbourhood characteristics when committing crimes.
Afsluitend
Opnieuw wordt op basis van bijgesloten ´kennisparel´ hard bewijs geleverd over de zogenaamde wet van criminaliteitsconcentratie. Die wet houdt het volgende in. In Nederland is sprake van een scheve verdeling van de ‘’criminaliteitslasten’’. Dat is zowel geografisch, aan daderkant en aan slachtofferkant het geval. Zo vindt bijna 45% van het geweld plaats bij slechts 10% van de slachtoffers met een publieke taak. Ook binnen het bedrijfsleven treffen we deze concentratie van slachtofferschap aan. Zo neemt drie procent van het totaal aantal vestigingen binnen de detailhandel meer dan 50% van het geschatte totale slachtofferschap voor haar rekening. Aan daderkant blijkt vijf procent van de bekende daders verantwoordelijk te zijn voor 40 procent van bepaalde delicten. Ook geografisch is de criminaliteit niet evenredig verdeeld, er is sprake van zogenaamde ‘’hot places’’. Dit zijn buurten, locaties en bedrijventerreinen waar (georganiseerde) criminaliteit zich bovengemiddeld voordoet. Er is sprake van geconcentreerde ‘’criminele brandhaarden’’. En nu blijkt die concentratie zich ook voor te doen bij de woon- en pleegplaatsen van jeugdige delinquenten.
Kortom: dit geeft de mogelijkheden om met een selectief en gericht criminaliteitsbeleid er veel meer preventief en repressief effectief worden opgetreden tegen allerlei vormen van criminaliteit, ook tegen jeugdcriminaliteit op buurtniveau. Opnieuw nog een opmerking, het gaat de goede kant uit met de jeugdcriminaliteit in Nederland. Er is sprake van een significante daling: https://www.researchgate.net/publication/314484605_Inleiding