Inleiding en context
Goede morgen beste mensen, het is vandaag maandag 30 januari 2023. De ´lange´ maand januari zit er bijna op. Dit weekeinde hoorde ik deze plaat: https://www.youtube.com/watch?v=LviBwdfLn2Q Een ware klassieker. Maar goed nu naar de ´kennisparel´ van vanochtend. Dat is een hele verse en naar mijn mening een zeer relevante gezien de huidige discussie in Nederland over adverteren met ´online goksites´. De bijgesloten ´kennisparel´ geeft namelijk een oordeel over de schadelijke effecten van dergelijke adverteerpraktijken.
En om maar gelijk met de deur in huis te vallen: ja die praktijken zijn schadelijk voor de deelnemers aan kansspelen. De resultaten van het systematisch overzicht ondersteunen consequent het bestaan van een causaal verband tussen blootstelling aan reclame voor gokproducten/-merken en een positievere houding ten opzichte van gokken, grotere intenties om te gokken en toegenomen gokactiviteit op zowel individueel als populatieniveau. Er zijn aanwijzingen voor een ‘dosis-respons’-effect´ meer blootstelling aan advertenties verhoogt de deelname, wat leidt tot een groter risico op schade, waaronder gokverslaving. Er is trouwens meer bewijs voor de impact op kinderen en jongeren en voor degenen die al risico lopen door huidige gokactiviteiten, waarbij de meest kwetsbaren meer kans hebben om beïnvloed te worden. Een harde conclusie waar de beleidsmensen binnen het ministerie van Justitie & Veiligheid hopelijk notie van nemen en mee zullen nemen in de huidige discussie. Ik verstuurde trouwens eerder twee prima ´kennisparels´ over het onderwerp: nummer 247 en 449.
Bron
McGranea, E. H. Wardle, M. Clowes, L. Blank, R. Pryce, M. Field, C. Sharpe & E.Goyder (January 2023). What is the evidence that advertising policies could have an impact on gambling-related harms?: A systematic umbrella review of the literature. Public Health, 26 January, pp. 1-7. https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0033350622003420
Summary
Objective is To summarise the evidence on the impacts of gambling-related advertising that could lead to gambling-related harm, including impacts on vulnerable individuals and inequalities in the distribution of harms. A review was undertaken of systematic reviews of qualitative, quantitative and mixed method studies reporting outcomes associated with gambling advertising and marketing. The search strategy included database searches (Web of Science, PsycInfo) and website searches. The quality of the included reviews was determined using A MeaSurement Tool to Assess systematic Reviews 2.
1024 papers were identified by database searches. Eight systematic reviews, including 74 unique studies, met inclusion criteria. Included studies, using quantitative and qualitative methods, consistently support the existence of a causal relationship between exposure to advertising of gambling products/brands and more positive attitudes to gambling, greater intentions to gamble and increased gambling activity at both individual and population level. There is evidence of a ‘dose–response’ effect; greater advertising exposure increases participation which leads to a greater risk of harm. There was more evidence for the impact on children and young people and for those already at risk from current gambling activity with those most vulnerable more likely to be influenced.
Gambling advertising restrictions could reduce overall harm and mitigate the impact of advertising on gambling-related inequalities. Public health harm prevention strategies should include policies which limit exposure to advertising, particularly among children and vulnerable groups.
Afsluitend
Kansspelen en gokken worden nog vaak afgeschilderd als een ongevaarlijke vrijetijdsbesteding. Toch wordt gokken steeds meer erkend als een probleem voor de volksgezondheid. Een gokbeleidssysteem dat expliciet aandacht besteedt aan volksgezondheidsproblemen en de afhankelijkheden en belangenconflicten aanpakt die het algemeen belang ondermijnen ontbreekt echter in de meeste landen. Te vaak kenmerkt het overheidsbeleid zich in de discussie hierover door een nauwe aansluiting bij die van de gokindustrie dan bij die van de individuen, families en gemeenschappen die worden getroffen door de schade van dat gokken. Er zal nog een forse inspanning nodig zijn om het beleid hieromtrent te veranderen om de volksgezondheid te beschermen.
Volgens de meest recente cijfers van bureau BreuerIntraval heeft 88% van de Nederlandse bevolking van 16 jaar of ouder ooit in hun leven gegokt, waarvan 62,1% in het afgelopen jaar. Het overgrote deel van legale gokkers (60,8%) speelt recreatief en ervaart hierdoor geen problemen. Dit zijn 8,4 miljoen spelers. Maar bij een klein gedeelte loopt het gokken uit de hand en ontwikkelt het gokken zich in een verslaving, waarbij de gokker de controle over zijn eigen gokgedrag verliest. Dit zijn met name spelers die op fruitautomaten spelen. Het precieze aantal probleemspelers in Nederland is niet bekend. Na schattingen zijn er ca 95.700 risicospelers (0,7%) en 79.000 probleemspelers (0,6%). De overige 37,9% behoort tot de groep niet-recente spelers: zij hebben de afgelopen 12 maanden niet gegokt. Van alle Nederlanders neemt 4% deel aan illegale kansspelen: https://www.breuerintraval.nl/wp-content/uploads/2021/12/Nieuwe-meting-modernisering-kansspelbeleid-def.pdf
Ten slotte, overheden hebben de plicht om de individuele en sociale kosten te verminderen die voortvloeien uit elk product dat ernstige schade kan toebrengen aan individuen, gezinnen en gemeenschappen. Dat geldt bijvoorbeeld voor alcohol, drugs, medicijnen maar ook voor kansspelen. Van de belanghebbenden of producenten / industrie kan niet worden verwacht dat zij eigenstandig maatregelen neemt die de winst zouden kunnen beteugelen zoals wordt aangenomen door beleid dat is gebaseerd op zelfregulering. Betekenisvolle beleidswijzigingen moeten rekening houden met de omvang en aard van de schade door kansspelen. Op die wijze wordt dan daadwerkelijk op evidentie gebaseerd beleid gevoerd.