Inleiding en context

Hallo allemaal op deze donderdag 2 maart 2023. Ik kan het niet laten dus ik begin met een liedje waar ik wakker van word: https://www.youtube.com/watch?v=vbYkz5CBMas Maar nu naar meer serieuze zaken, de ´kennisparel´ van vandaag. In de medische wereld wordt de term Primum non nocere, gebruikt, richt geen schade aan met medische interventies. Oftewel, de medicijn / kuur richt meer schade aan dan de ziekte zelf veroorzaakt (cure is worse than the disease). De kans dat de interventie schade aanricht is dus groter dan dat deze genezing met zich meebrengt. Ook bij het toepassen van strafrechtelijke interventies zou dit een fundamenteel principe moeten zijn: richt geen schade aan.

Het blijkt echter dat er nog steeds strafrechtelijke interventies worden toegepast die bijvoorbeeld recidive verhogend werken, voorbeelden hiervan zijn de zogenaamde ´scared straight programmes´, ´shock incarceration programmes´ en ´boot camps´.  Dit zijn dus maatregelen en interventies die niet werken bij het reduceren van recidive bij jongeren en volwassenen. Misschien zijn deze overzichten van falende programma´s nog wel meer belangrijk dan overzichten waaruit blijkt welke interventies wel werken. Alleen beschrijvingen van mislukkingen zijn (nog) meer zeldzaam dan die van successen.

De auteur van bijgesloten ´kennisparel´ pleit voor het toepassen van op evidentie gebaseerde sociale controle programma´s en interventies bij het terugdringen van criminaliteit en recidive. En dat is precies waarom ik deze ´kennisparels´ drie keer per week rond stuur aan 1600 ontvangers: maak gebruik van inzichten uit onderzoek over werkzame maatregelen op het brede terrein van criminaliteit en rechtshandhaving. We weten daar inmiddels behoorlijk wat van gezien de accumulatie van beschikbare kennis op dit terrein: https://www.researchgate.net/publication/326177342_Wat_Werkt_Een_systematisch_overzicht_van_25_jaar_verschenen_meta_evaluaties_synthesestudies_binnen_de_kennisdomeinen_situationele_criminaliteitspreventie_politiezorg_en_strafrechtelijke_interventies_1

Bron

MacDonald, John (February 2023). Criminal justice reform guided by evidence: Social control works—The Academy of Experimental Criminology 2022 Joan McCord Lecture. Journal of Experimental Criminology, 27 February, pp. 1-18. https://link.springer.com/article/10.1007/s11292-023-09558-w

Summary

Joan McCord was an experimental criminologist who advocated for evaluating social programs for efficacy, benefits, and potential harms to guide crime prevention policy. This paper argues that criminal justice reform should be guided by evidence for effective social programs that guard against unintended harms. Programs that focus on social control are consistent with basic facts of crime and guard against the tail risk of surges in serious crime and violence. This paper discusses the evidence from evaluations of social programs which are based on principals of social control in families, schools, neighborhoods, and the criminal justice system.

This paper draws upon the evaluations of social programs that have been published based on at least one high-quality experiment or two rigorous quasi-experiments, that can be scaled to entire populations, and are sustainable over time. A review of experimental and quasi-experimental evidence found that social programs focused on increasing social control (formal or informal) in families, schools, communities, and by the criminal justice system are effective at preventing serious crime. Some of the social programs with rigorous evidence of preventing crime could be scaled to entire populations for prolonged durations with adequate planning and implementation models.

Many contemporary criminal justice reforms have little evidence of efficacy, and run the risk of generating unintended adverse outcomes related to the spread of serious crime and violence. Existing evidence suggests that social programs that focus on social control can act as buffers against the tail risk of serious crime. The social programs with evidence of preventing crime should be expanded, monitored for fidelity in implementation, and continuously evaluated to improve their efficacy and sustainability as effective safeguards against the rise in serious crime and violence.

Afsluitend

De zogenaamde sociale controle theorie van wijlen Travis Hirschihttps://en.wikipedia.org/wiki/Travis_Hirschi is het theoretische fundament onder de in de bijgesloten ´kennisparel´ beschreven interventies. Ook ons Nederlandse criminaliteitsbeleid is gevoed met deze theorie. Een tijdje geleden gingen mijn oude baas Jan van Dijk en ondergetekende in op de beleidstheorieën die ten grondslag liggen aan het huidige criminaliteitsbeleid binnen het ministerie van Justitie & Veiligheid: https://ccv-secondant.nl/platform/article/we-zijn-altijd-een-progressief-land-geweest

Die sociale controle theorie heeft een belangrijke rol gespeeld bij de eerste beleidsplannen van het ministerie van Justitie. Het eerste beleidsplan van het ministerie van Justitie was Samenleving en Criminaliteit uit 1985, dat voortborduurde op het eindrapport van de Commissie Roethof, was gebaseerd op 4 grote beleidstheorieën. De gelegenheidstheorie wijst op de aanwezigheid van geschikte doelwitten voor criminaliteit en het gebrek aan toezicht en preventiemaatregelen. De routine-activiteitentheorie concentreert zich niet alleen op de daders, maar op de toegenomen omstandigheden om criminaliteit te plegen waardoor het risico op slachtofferschap toenam. In de leefstijl-exposuretheorie wordt gekeken naar de rol van het slachtoffer, zoals zijn relatie met de dader en het gebruik van zelf beschermende maatregelen. Ten slotte stelt de sociale-controletheorie dat (jeugd)criminaliteit optreedt wanneer de banden van een individu met het gezin of school en/of respect voor de heersende normen en waarden, zwak zijn of zelfs afwezig.

Het huidige criminaliteitsbeleid van Justitie is in feite deels gebaseerd op de beschreven sociale controle theorie van Hirschi, het wordt vaak alleen niet meer als zodanig herkend. Het collectieve geheugen binnen het ministerie van Justitie is in feite verdwenen. Een beetje historie over het Nederlandse criminaliteitsbeleid kan daarom geen kwaad lijkt mij. In 1983 gaf de toenmalige Minister van Justitie een commissie opdracht tot het maken van een analyse van de toename in de criminaliteit. Deze Commissie Kleine Criminaliteit – beter bekent als de Commissie-Roethof – bracht achtereenvolgens een interim- (1984)  en een eindrapport uit (1986) . De commissie-Roethof kwam tot de conclusie dat de toename in de criminaliteit gezien moest worden als onderdeel van een aantal maatschappelijke ontwikkelingen die zich eind zeventiger jaren van de vorige eeuw hadden ingezet. In het kort weergegeven betrof het de volgende ontwikkelingen:

Op basis van haar analyse komt de commissie-Roethof tot de conclusie dat het antwoord op de toegenomen criminaliteit niet alleen gezocht moet worden in een uitbreiding van het strafrechtelijke, repressieve apparaat, maar in een tot dan toe onderbelicht fenomeen: criminaliteitspreventie. Gepleit werd voor een lokaal geïntegreerd beleid van politie, bestuur en OM, waarbij de gemeente, met de politie preventie zou moeten bevorderen. Het OM zou moeten zorgen voor het justitiële sluitstuk. Criminaliteit is vanaf dat moment een verschijnsel waar niet langer justitie en politie een exclusieve bemoeienis mee hebben. Samenwerking is noodzakelijk, en is een van de beleidsuitgangspunten van de overheid. De mantra van samenwerking doet zijn intredeDe rol van de centrale overheid zou ondersteunend, voorwaardenscheppend en coördinerend moeten zijn. Het beleid in dat kader zou zich dan moeten richten op drie concepten:

Tja, die sociale controle theorie van Hirschi was dus mede de basis van het toenmalige justitie- en criminaliteitsbeleid medio jaren ´80 van de vorige eeuw. Nu bijna 45 jaar later speelt die theorie nog steeds een belangrijke rol in het huidige justitiebeleid. De huidige beschikbare kennis bij de verklaring van crimineel gedrag en criminaliteit heeft dankbaar gebruik gemaakt van die theorie. De accumulatie van kennis op het terrein van interventies gericht op het versterken van sociale controle is flink gegroeid. Ik zou zeggen: beleidsmakers binnen het ministerie van Justitie & Veiligheid maak er vooral gebruik van. Dan gaan we toch nog op evidentie gevoerd beleid voeren in plaats van op politieke evidentie. Het is echt niet zo moeilijk als het lijkt, gewoon doen.