Inleiding en context
Goede morgen beste ‘’kennisparelontvangers’’, het is vandaag maandag 3 april 2023. Een verse maand, dus nieuwe kansen. Ik begin met een speciaal ´maandaglied´: https://www.youtube.com/watch?v=cHLbaOLWjpc
De ‘’kennisparel’’ van vandaag geeft een systematisch overzicht rond de participatie van slachtoffers in het strafproces. Een onderdeel hiervan vormt het zogenaamde spreekrecht van slachtoffers. Het spreekrecht in Nederland maakt het voor slachtoffers en nabestaanden in ernstige strafzaken mogelijk om een verklaring af te leggen tijdens de zitting. In 2016 is dit recht uitgebreid van alleen spreken over de gevolgen van het strafbare feit, naar spreken over elk onderwerp gerelateerd aan het misdrijf. Sprekers kunnen zich sindsdien ook uitlaten over bijvoorbeeld de strafmaat en de schuld van de verdachte.
Het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving heeft onlangs onderzocht of de uitbreiding van het spreekrecht (2016) bijdraagt aan het herstel van emotionele schade bij slachtoffers en nabestaanden, na een misdrijf. Ook zijn de ervaringen van professionals en het proces rondom het spreekrecht in kaart gebracht. De evaluatie laat zien dat de uitbreiding als positief wordt ervaren: https://nscr.nl/evaluatie-uitbreiding-van-het-spreekrecht-wordt-als-positief-ervaren/
Maar nu naar de bijgesloten ‘’kennisparel’’ van vandaag. Het algemene beeld is dat slachtofferparticipatie essentieel is voor een goed functionerend strafrechtsysteem. Of het nu gaat om de nationale of internationale strafrechtspleging, slachtoffers nemen deel door het slachtofferschap aan de autoriteiten te melden, verklaringen af te leggen, informatie te geven, bewijs te leveren, te verschijnen voor vragen, getuigenverklaringen af te leggen, te reageren op kruisverhoor, opmerkingen in te dienen voor verschillende doeleinden en aanwezig te zijn ter zitting.
Deze bijdragen van slachtoffers kunnen onder meer gedetailleerde informatie bevatten over het slachtofferschap zelf en/of standpunten over wat autoriteiten naar aanleiding daarvan zouden moeten doen. Participatieve activiteiten kunnen geconcentreerd zijn in de tijd of verspreid over jaren. Ze zijn verspreid over de strafrechtketen: politie, openbare aanklagers, rechtbanken en bestraffing. Strafrechtspraak is een complex systeem dat bestaat uit een aantal organisaties en meerdere besluitvormers. Ondanks het belang van slachtofferparticipatie is daarover geen systematisch overzicht van de empirische literatuur. De bijgesloten ‘’kennisparel’’ vult die leemte met een overzicht die twee benaderingen combineert, een systematische kwantificering van de literatuur en een kritische beoordeling daarvan. Tot slot bieden ze een schema dat is ontworpen om het gebruikte onderzoeksmateriaal te ordenen zodat dit schema kan helpen om toekomstige onderzoeken naar slachtofferparticipatie nauwkeuriger uit te voeren.
Bron
Holder, Robyn L. & Elizabeth Englezos (February 2023). Victim participation in criminal justice: A quantitative systematic and critical literature review. International Review of Victimology, 1 February, pp. 1-25. https://journals.sagepub.com/doi/10.1177/02697580231151207
Summary
Meaningful participation in criminal justice by victims of violence is an aspiration of advocates working across domestic and international jurisdictions. Researchers have examined a range of participatory activities undertaken by violence victims. However, there has been no review of research that could build a shared understanding of the content and contours of ‘participation’, its benefits and disbenefits to victims, nor assess the quality of justice it delivers. This article presents the first systematic quantitative and critical review of the topic. Electronic literature databases were searched to identify empirical research of victim participation in domestic or international criminal justice.
Searches for peer-reviewed academic English-language journal articles found 58 studies matching the selection criteria and published between 2002 and 2021. Just over half were common law-based studies, mostly conducted in the United States. Definitions of victim participation were oblique, but three-quarters of the studies demonstrated victim participation in some way, mostly at trial. The most common form of participatory activity studied was providing victims’ views and concerns followed by victim impact statements. The conceptual focus of studies was largely rights-focused, while a substantial number assessed offender-related outcomes. We argue for greater specificity of participatory mechanisms and outcome measures in research. Given the multiplicity of situations and procedures ascribed to victim participation, we provide a schematic to assist researchers in organising evidence for future theoretical scrutiny.
Afsluitend
Waar justitie zich vanouds op daders richtte, is het slachtofferperspectief meer recent naar voren gekomen. De opbloei van de victimologie, de leer van het slachtofferschap, is begonnen na de eerste slachtofferenquête die in 1966 in de VS is afgenomen. Met deze ‘alternatieve barometer’ kwam de omvang en geografische spreiding van slachtofferschap in beeld – medio de jaren ’70 is deze methode in Nederland opgestart. Vooral in de jaren ’90 en daarna is gewerkt aan het verstevigen van de positie van slachtoffers. De positie van het slachtoffer van misdrijven is de afgelopen decennia sterk verbetert. Dat leidt tot een meer gedifferentieerd pakket aan mogelijkheden. De hulpverlening aan slachtoffers van misdrijven in Nederland kent een lange traditie. Ook de positie van het slachtoffer in het strafproces heeft een stevig fundament gekregen.
Sinds 1984 wordt er met subsidie van de Rijksoverheid hulp geboden aan slachtoffers van misdrijven. Naast uitkeringen uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven gaat het om de praktische, juridische en emotionele opvang en ondersteuning van slachtoffers en hun directe omgeving. Dat geldt ook voor de laatste jaren ingevoerde mogelijkheden om schade te verhalen op daders en om te participeren in het strafproces via spreekrecht en de schriftelijke slachtoffer-verklaring. In de beginperiode was vooral sprake van ‘de arm om de schouder’. Nu willen slachtoffers door justitie, politie en rechterlijke macht ook ‘erkend en herkend’ worden.
De hulpverlening aan slachtoffers maar ook het verstevigen van hun mogelijkheden in het strafproces valt positief uit. Klanttevredenheidsonderzoek laat zien dat meer dan driekwart van de slachtoffers een voldoende tot zeer goed rapportcijfer geeft aan de bejegening door politie, OM en slachtofferhulp. Het beter positioneren en informeren van slachtoffers leidt ook tot een hogere waardering van en vertrouwen in het straf-rechtssysteem. Kortom, investeren in een goede slachtofferhulp is van belang. Al is het alleen maar om het vertrouwen van die slachtoffers in een rechtvaardige wereld en in een adequate responsieve overheid te doen toenemen.