Inleiding en context
Goede morgen beste mensen, het is vandaag donderdag 13 juli 2023. Ik begin met een weinig vrolijk toepasselijk liedje bij de ´kennisparel´ van vandaag: https://www.youtube.com/watch?v=TMZi25Pq3T8 Vandaag als ´kennisparel´ een systematisch overzicht over de relatie tussen het vertrouwen in de politie en de mate waarin buurten gekenmerkt worden door het begrip ´collective efficcacy´. In 1997 verscheen in Science een klassiek artikel waarin het begrip wordt beschreven en verklaard, Neighborhoods and Violent Crime: A Multilevel Study of Collective Efficacy: http://users.soc.umn.edu/~uggen/Sampson_SCI_97.pdf Eén van mijn favoriete klassieke artikelen binnen de criminologie.
Collectieve doeltreffendheid of werkzaamheid (sociale cohesie) is een buurtproces dat sociale banden benadrukt tussen inwoners en de bereidheid om in te grijpen om lokale problemen op te lossen. Een collectief werkende buurt is er één waarin bewoners elkaar kennen en vertrouwen en gemotiveerd zijn om collectieve actie te ondernemen. Tientallen jaren van onderzoek hebben een reeks positieve resultaten aangetoond die verband houden met collectieve doeltreffendheid / werkzaamheid van buurten. Bijvoorbeeld een betere algehele gezondheid; een lager niveau van pesten op scholen; en verminderde niveaus van partnergeweld. Bovendien hebben buurten met een hoge collectieve doeltreffendheid doorgaans minder criminaliteitsproblemen en hebben lagere niveaus van angst voor slachtofferschap en waargenomen wanorde in buurten.
Door controle op het gedrag van mensen kunnen buurtbewoners dus een veilige en ordelijke omgeving creëren. Collectieve doeltreffendheid houdt onder meer in dat bewoners toezicht houden op spelende kinderen in openbare ruimtes, optreden om spijbelen te voorkomen en ´hanggedrag´ door jongeren te voorkomen en daarmee het verstoren van de openbare orde. Gebleken is dat gemeenschappen met een hoge mate van collectieve doeltreffendheid lagere geweldspercentages en moorden hebben wat suggereert dat deelname van de gemeenschap aan het voorkomen van geweld leidt tot minder criminaliteit. Collectieve doeltreffendheid hangt af van de waarden die gedeeld worden door leden van de gemeenschap. Als leden van een gemeenschap elkaar vertrouwen en bereid zijn samen te werken om geweld en misdaad te voorkomen is de kans groter dat ze een veilige gemeenschapsomgeving kunnen creëren. Welke rol kan de politie hier spelen?, wat is hun bijdrage aan sociale cohesie? en welke rol speelt vertrouwen in de politie in buurtcohesie? Allemaal relevante vragen, ook voor de Nederlandse praktijk.
Bron
Yesberg, Julia A., Franceska Costi, Angus Chan & Ben Bradford, (July 2023). A systematic review and meta-analysis of the relationship between policing and collective efficacy. Journal of Experimental Criminology, 8 July, pp. 1-27. https://link.springer.com/article/10.1007/s11292-023-09580-y
Summary
Objective is to systematically review the evidence of the relationship between policing and collective efficacy. A systematic review and meta-analysis synthesising data from 16 studies (4 experimental/quasi-experimental, 12 observational) assessing the relationship between policing and collective efficacy. Overall, police trustworthiness was the only measure of policing that was significantly associated with collective efficacy. People who thought the police were an effective and supportive resource perceived greater collective efficacy in their neighbourhoods. The contribution of policing to collective efficacy seems to be about supporting communities by providing a trustworthy presence, which may reassure people that the police will be there if needed.
This paper sought to systematically review the evidence base on the relationship between policing and collective efficacy. Findings seem to suggest that trust in police is the key to understanding how police may foster collective efficacy within communities. While fairness, efficiency, and effectiveness are often construed as distinct elements of policing behaviour or outcomes, the findings described above illuminate the essential links between them. To promote collective efficacy, that is, police need to demonstrate that they will come if summoned, be able to deal with whatever issue is at hand, and behave appropriately and fairly while doing so. While the studies described above do not address this question directly, it is possible that failings in any one of these areas might inhibit people from engaging in informal social control.
The contribution of policing to collective efficacy seems primarily to be about supporting communities by providing a trustworthy presence and reassuring people that the police will be there if needed. What seems less important to collective efficacy is the police providing a source of legitimate authority towards which people orient themselves. It could be that collective efficacy arises from social processes into which police feed, but which are not established out of a sense of obligation that the community should support police in order maintenance activity. In other words, collective efficacy is not something that police can mandate (which is the power that legitimacy grants). This seems to support the idea that trust in police is ‘socially enabling’ and is implicated in people’s relationships with each other, whereas legitimacy relates more to people’s relationship with the police and the law. Future research should continue to unpack the relationship between policing and collective efficacy. In particular, more experimental and longitudinal studies are needed to understand how policing can contribute to collective efficacy.
Afsluitend
En dat is natuurlijk mooi nieuws. Vertrouwen in de politie werkt dus mee om sociale cohesie in buurten te versterken. De focus van het politieoptreden in Nederland is vooral gericht op de behoorlijkheid van de bejegening van het publiek waarmee de politie in de dagelijkse praktijk mee te maken krijgt. Meer in het algemeen geldt dat veel burgers, bijvoorbeeld als verdachte, rechtzoekende, slachtoffer of gedetineerde te maken krijgt met justitie als publieke dienstverlener. De laatste jaren is de kwaliteit van deze dienstverlening steeds belangrijker geworden, niet alleen voor de burger maar ook voor justitie zelf. Niet alleen de vraag óf de burger wordt geholpen, maar ook de wijze waarop en de omstandigheden waaronder zijn van belang. Worden slachtoffers voldoende geïnformeerd over hun rechtszaak, en hoe lang moeten zij wachten voordat ze worden geholpen? Krijgen gedetineerden voldoende zorg, is de tevredenheid over de inrichting goed? Voelen we ons veilig in de publieke ruimte en hebben we voldoende vertrouwen in de politie? Dit zijn allemaal vragen die met de kwaliteit van de justitiële dienstverlening te maken hebben en waar burgers en bedrijven belang aan hechten.
Het blijkt dat het vertrouwen in de politie wordt vergroot wanneer haar optreden als rechtvaardig wordt ervaren. Hiervoor is het belangrijk dat er een eerlijk besluitvormingsproces ten grondslag ligt aan de beslissingen die de politie neemt. Ongelijke behandeling, intimidatie en excessief geweldgebruik zijn zaken die afbreuk doen aan het vertrouwen in de politie. Daarnaast is het belangrijk dat burgers het gevoel moeten hebben dat de politie hen respectvol behandelt. Dit betekent onder meer dat burgers de mogelijkheid moeten hebben om hun kant van het verhaal te vertellen voordat de politie een beslissing neemt. In het contact met de politie worden eigenschappen gewaardeerd als vriendelijkheid, beleefdheid, bezorgdheid, eerlijkheid, behulpzaamheid en rechtschapenheid. Burgers klagen vooral over grof, arrogant en onvriendelijk politieoptreden en over onredelijk of oneerlijk gedrag. De ´kennisparel´ van vandaag biedt opnieuw verse kennis over functioneren van de politie, de geïnteresseerde lezer verwijs ik graag naar deze reeds verschenen ´politiekennisparels´: https://www.researchgate.net/publication/359236763_Politiekennisparels_2020-2023_Een_overzicht_van_op_evidentie_gebaseerd_politiewerk