Inleiding en context
Beste mensen, het is vandaag dinsdag 31 oktober 2023. Ik begin met een toepasselijk liedje bij de ´kennisparel´ van vandaag: https://www.youtube.com/watch?v=x0j0S8a-iCw Vandaag een ´kennisparel´ van eigen hand over de stand-van-zaken rond woninginbraak in Nederland. Woninginbraak is een ´klassiek´ delict. Wat opvalt in Nederland is dat de ontwikkeling van het delict sinds 1980 een fluctuerend beeld laat zien. Gelukkig gaat het de laatste tien jaar weer de goede kant op met die ontwikkeling. Er is sprake van een scherpe daling van woninginbraak. Het niveau van woninginbraak ligt in 2022 op eenzelfde niveau als in de jaren ´70 van de vorige eeuw.
En dat is natuurlijk goed nieuws want woninginbraak is niet alleen financieel een grote schadepost maar zeer zeker ook immaterieel. Slachtoffers van een geslaagde woninginbraak kunnen hier nog jaren lang geestelijke schade van ondervinden. Er bestaan honderden studies die het fenomeen vanuit verschillende invalshoeken beschrijven. Dat is niet zo vreemd omdat het volume, de materiële / immateriële schade bij het slachtoffer en de maatschappelijke impact fors is te noemen. In Nederland heeft dit delict alle decennia lang de aandacht van beleid en opsporing. Het is een delict waar daders, slachtoffers en de situationele / contextuele aspecten elkaar op verschillende manieren beïnvloeden.
Het goede nieuws is dat het prima gaat met de ontwikkeling van woninginbraak. Er is de laatste tien jaar (opnieuw) sprake van een forse daling van de omvang daarvan. Er zijn steeds minder slachtoffers die hun woning aantreffen waar ongenode gasten zijn langs gekomen. Vanuit preventieve en repressieve maatregelen is veel robuuste kennis aanwezig welke maatregelen en interventies werken om woninginbraak tegen te gaan. Het betreft vaak simpele maatregelen die een groot effect kunnen sorteren. Bijgesloten ´kennisparel´ geeft daar vele voorbeelden van. We weten dus wat werkt bij de aanpak van woninginbraak en dat is goed nieuws voor potentiële slachtoffers.
Bron
Waard, Jaap de (november 2023). Woninginbraak in Nederland: De stand-van-zaken in 2023. Den Haag: Ministerie van Justitie & Veiligheid, 20 pp. https://www.researchgate.net/publication/347436656_Woninginbraak_in_Nederland_De_stand-van-zaken_in_2023
Summary
This presentation examines the development and extent of the offence of residential burglary in the Netherlands. Attention is paid to the development from 1980 to 2022. From 2012 onwards, there has (again) been an observed decline in residential burglary. A brief overview is given of possible explanations for that decline. It specifically discusses the growth in willingness to prevent among the Dutch population. It then lists some telling national and international research findings on residential burglary.
The following is presented with an overview of characteristics of preventive and repressive measures that have proven successful in preventing residential burglary. The (preventive) approach to residential burglary has been in the spotlight since the early 1980s. This is not surprising. Precisely with the offence of house burglary, it turns out that not only the material damage to the victim is great, but also the immaterial ones. For instance, data show that 19% of victims experienced mental or emotional damage after a residential burglary. International comparisons show that the extent of residential burglary in the Netherlands is higher than that in many other European countries.
Partly given these data, it is necessary to give high priority to the prevention and detection of residential burglary. Since 1980, the opportunity for burglary has increased particularly sharply. For instance, the number of private households has increased by over 3.1 million (from 5 million to 8.1 million) from 1980 to 2022. Taking this growth into account, the decline in residential burglaries looks striking. When the peak year 1994 is compared with 2022, there is an 84% decline related to the number of private households.
The presentation clarifies that there are several positive developments around residential burglary. For instance, a sharp decline has been observed since 2012, especially when the growth in private households over the past 40 years is included in the analysis. The total recorded level of residential burglary has fallen by more than 80% since the ´top year´ of 1994 by 2022. Related to the number of private households over this period, there has been an 84% decline.
Many possible explanations for the decline can be distilled from the available literature. Several preventive measures aimed at residential burglary are very effective. Targeting the most active residential burglars is also very rewarding. It is therefore important to invest especially in a problem-oriented approach, combining prevention and repression (incl. aftercare after detention). Because although the national level of residential burglary has declined, it is still necessary to keep paying full attention to this offence. It is especially important to keep up, both in terms of maintaining expertise and policy attention and financial investment.
Afsluitend
Afhankelijk van de achterliggende analyse van de oorzaken van woninginbraak zijn vele interventies kansrijk, vooral in combinatie met elkaar. Zoals de inzet van toezicht in woningcomplexen en in de publieke ruimten. Verhogen van het verlichtingsniveau in (semi-)publieke ruimten. Toepassing van cameratoezicht op specifieke locaties en hotspots. Toepassing van het Keurmerk Veilig Wonen. Ophogen van het algemene beveiligingsniveau en herinrichten van woonwijken. Tijdens de bouw al installeren van standaardbeveiligingsmaatregelen. Gefocuste surveillance op ‘hot spots’ en van veelplegers met het doel de pakkans te vergroten. Ook het voorkomen van herhaald slachtofferschap van woninginbraak werpt vruchten af. Kortom, neem kennis van deze kennis!
Hoewel het landelijk niveau van woninginbraak is gedaald, blijft het noodzakelijk om volop aandacht te blijven besteden aan dit delict. Het is vooral zaak om niet te verslappen, zowel voor wat betreft het in standhouden van expertise als de beleidsmatige aandacht en financiële investering. We kunnen vaststellen dat het niveau van woninginbraak in Nederland de afgelopen tien jaar een spectaculaire daling laat zien. Bijgesloten ´kennisparel´ maakt dat duidelijk. Het is dan wel zaak om deze positieve ontwikkeling in stand te houden. Dus ondanks de daling toch alert blijven op de ontwikkeling van woninginbraak. Want wat naar beneden gaat kan ook weer omhoog schieten, zeker bij het delict woninginbraak.
Eerder noemde ik die verslappende aandacht de zogenaamde ´paradox van succes´. De paradox van voorbeeldig toegepaste combinaties van criminaliteitspreventieve en repressieve maatregelen en interventies is dat succesvolle projecten binnen een korte periode weer verloren kunnen gaan. De les die hieruit geleerd moet worden is dat werkzame preventieve en repressieve aanpakken onderhoud vergen. Wanneer maatregelen succesvol blijken te zijn, bestaat vaak bij de uitvoerders de reactie om zich terug te trekken. Het criminaliteitsprobleem is weer tot een aanvaardbaar niveau terug gebracht, dus kunnen de (financiële) investeringen teruggedraaid worden. Hierdoor komen problemen die zich voor de toegepaste investering voordeden vaak binnen een korte periode weer terug.
Een voorbeeld hiervan is het veiligheidsbeleid binnen het openbaar vervoer. Medio jaren ’80 werd hier zwaar in geïnvesteerd via een gefocuste aanpak om de sociale veiligheid binnen het openbaar vervoer te bevorderen. Het beleid bleek uitermate succesvol te zijn. Echter, de investeringen in de succesvolle maatregelen werden langzamerhand teruggedraaid. Na verloop van tijd was het probleem weer even ernstig en omvangrijk als voor de preventieve ingreep. Het gevolg hiervan was dat een kleine 10 jaar later opnieuw een zogenaamd deltaplan sociale veiligheid in het openbaar vervoer opgezet moest worden. Weer tien jaar later werd weer uitvoering gegeven aan het Aanvalsplan Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer (in kader van Veiligheidsprogramma). Oorzaak: het niet meer uit voeren van de succesvolle maatregelen had tot gevolg dat in zeer korte tijd eenzelfde situatie ontstond als daarvoor. Meer voorbeelden hiervan zijn de aanpak van commerciële overvallen, de aanpak van geweld tegen functionarissen met een publieke taak en de aanpak van woninginbraak.
De les die hieruit geleerd moet worden is dat werkzame maatregelen in leven moet worden gehouden. Uiteraard moet ieder pakket van maatregelen na verloop van tijd bijgesteld of aangevuld worden, maar het rigoureus stoppen met maatregelen kan zeer negatief uitpakken. De vergelijking met een patiënt die plotseling afgesloten wordt van een infuus kan hierbij worden gemaakt. Via ’drip feeding’ moeten succesvolle maatregelen in leven worden gehouden. Centrale overheden spelen hierbij een belangrijke rol. Zij hebben de taak om succesvol en voorbeeldig gebleken preventief beleid in stand te houden. Dit kan deels door het verstrekken van aanmoedigingssubsidies, via aandachttrekkende publicaties in vakbladen, en door het verstrekken van valide kennis en informatie over succesvolle aanpakken. Daarom ook deze ´kennisparel´.