Inleiding en context
Goede morgen beste mensen, het is vandaag donderdag 11 april 2024. Ik begin met een zonnig liedje om de zonnige dag van gisteren te vieren: https://www.youtube.com/watch?v=cYQTL-ws6p4 Prachtig. Maar nu naar de ´kennisparel´ die vanochtend in jullie mailbox viel. Die betreft een systematisch overzicht naar slachtofferschap van (seksueel) geweld, intimidatie en machtsmisbruik van vrouwen binnen de sportwereld (mannen zijn trouwens ook slachtoffer). Dergelijk onderzoek is de afgelopen tien jaar enorm gegroeid. Media-aandacht over (seksueel) grensoverschrijdend gedrag en geweld in de sportwereld heeft geleid tot organisatieregels voor professionele, collegiale, middelbare school- en jeugdsportorganisaties. Over de preventieve maatregelen binnen de sportwereld verstuurde ik eerder deze ´kennisparel´: https://prohic.nl/2022/07/20/427-20-juli-2022-prevention-of-sexual-violence-in-sport-a-socioecological-review/
(Seksuele) intimidatie en misbruik, machtsmisbruik en pesten in de sport blijkt een uiterst belangrijk volksgezondheidsprobleem. Verschillende sportorganisaties kunnen prioriteit geven aan de preventie van deze interpersoonlijke vormen van geweld met behulp van nationale organisaties. Zo biedt het Centrum Veilige Sport Nederland allerlei feiten en cijfers, overzichten van beschikbaar onderzoek en overzichten van preventieve maatregelen om sporten in een veilige omgeving mogelijk te maken: https://centrumveiligesport.nl/ De afgelopen jaren is er door de sport veel aandacht besteed aan het voorkómen van seksuele intimidatie en machtsmisbruik. Naar aanleiding van meerdere ernstige meldingen werd er uitgebreid onderzoek gedaan naar misstanden in de sport. Mede hierdoor zijn er aanpassingen gedaan in het sporttuchtrecht. Zo is de verjaring vervallen, is er een meldplicht ingevoerd, worden meldingen beter gerapporteerd en opgevolgd, en wordt er regelmatig media-aandacht gevraagd: https://nocnsf.nl/media/3754/prevalentie-grens-overschrijdend-gedrag-in-de-nederlandse-sport_definitief_v20.pdf
In bijgesloten ´kennisparel´ worden de ervaringen van vrouwen en meisjes met misbruik binnen de sportwereld in kaart gebracht in relatie tot en tussen de individuele, relationele, organisatorische en culturele niveaus van het zogenaamde sociaalecologische model. Daarbij speelt (een gebrek aan) macht en machtsstructuur een centrale factor binnen elk niveau maar ook tussen de verschillende niveaus.
Bron
Forsdyke, Kirsty & Fiona Giles (April 2024). Women’s Experiences of Gender-Based Interpersonal Violence in Sport: A Qualitative Meta-Synthesis. Trauma, Violence, & Abuse, 9 April, pp. 1-15. https://journals.sagepub.com/doi/10.1177/15248380241244397
Summary
Violence against women in sport is pervasive. Prevalence rates of interpersonal violence range from 26% to 74% across psychological, physical, and sexual violence. This review synthesizes adult women’s experiences of gender-based interpersonal violence in sport. A systematic review of qualitative studies was conducted. Five databases were searched, including CINAHL, Web of Science, SPORTDiscus, PsycINFO, and Sociological Abstracts. In total, 1,617 records were retrieved and screened. Twenty-five records representing 24 studies were eligible for inclusion.
Following a meta-ethnographic approach, both authors synthesized first- (participants) and second-(researcher) order constructs to create a new interpretation (third-order construct) beyond the individual studies reviewed. A feminist socio-ecological lens was applied. Five themes were constructed: women’s safety work, the normalization of abusive behaviors in the sports context, sport family violence, organizational impotence and hostility, and women’s status in a patriarchal system. Women’s experiences of abuse are mapped within and across the individual, relational, organizational, and cultural levels of the socio-ecological model, with (lack of) power being a central factor within each level as well as flowing between the levels. A fifth socio-ecological level was developed pertaining to the unique context of sport—that of the sport family. This sits between the relational and organizational levels of the model and covers both intense familial relationships and patriarchal familial organizational structures in sport that facilitate and silence the abuse. Sporting bodies must co-design interventions encompassing all socio-ecological levels to address gender-based violence in sport.
Women in sport often experience composite abuse, intersecting, and overlapping, with power imbalance being at the heart of their experiences. Experiences can be mapped across the socio-ecological model but, while power may flow bidirectionally, it is clear that the power embedded throughout the model is weighted in a top-down direction in the context of gender-based violence in sport. Furthermore, sports unique context and its recognition as extended or surrogate family opens up a new avenue for those looking to understand and address gender-based violence in sport through the field of family violence.
There are limitations to our study. Most of the studies were conducted in high-income countries. The experience of athletes in middle- to low-income countries is therefore unknown. We included only English language publications, which means we may have missed studies from a broader range of countries. However, the key takeaway from this review is that all those in sport, from sports scientists, health professionals, sports
managers, to policymakers must understand that violence is experienced by women in many forms and often in composite. As such, initiatives to address such violence must be cognizant of violence in all its forms and the socio-ecological levels across which power and violence play out.
Afsluitend
Grensoverschrijdend gedrag binnen de sport, met name in de meest ernstige vorm, kan een traumatisch effect hebben op het slachtoffer. In Nederland komen jaarlijks honderden meldingen binnen van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag binnen die sportwereld. Een incident is vrijwel nooit puur één soort gedrag, vaak is ook intimidatie of uitsluiting onderdeel van het incident. Vanuit het perspectief van het slachtoffer verdiend de preventie van seksueel geweld binnen de sportwereld de volle aandacht van zowel beleidsmensen als praktijkwerkers. Hierbij kan opgemerkt worden dat minderjarigen, LHBT+, sporters met een beperking en topsporters tot de extra kwetsbare en risicovolle groepen behoren. Daar kan dan ook de focus op worden gericht. Hopelijk dat bijgesloten ´kennisparel´ bijdraagt aan het noodzakelijke kennisniveau om deze focus effectief toe te passen.