Inleiding en context
´Kennis is een belangrijke productiefactor voor een effectief justitiebeleid´ (JdW). Goede morgen beste ´kennisparelontvangers´ en hopelijk ook lezers daarvan, het is vandaag woensdag 17 april 2024. Ik begin met een toepasselijk liedje bij de ´kennisparel´ van vandaag: https://www.youtube.com/watch?v=17MBllYf6OY&list=RDQMEZVi2EG5os4&start_radio=1 Morgenochtend loop ik door die mooie stad Napels en zal dan ook langs gaan in de noordelijke wijk Scampia, beroepsdeformatie moeten jullie maar concluderen. Maar nu naar de bijgesloten ´kennisparel´ van vandaag. Die betreft een onderzoek naar de verschillen tussen de criminele carrières van daders die actief zijn binnen de georganiseerde misdaad in Italië en Nederland. De context van de georganiseerde misdaad in beide landen is uiteraard vanuit historisch en maatschappelijk gezichtspunt zeer verschillend.
In Italië staat de georganiseerde misdaad vooral bekend om afpersing als primair verdienmodel terwijl Nederland vooral gekenmerkt wordt als doorvoerland van illegale goederen. Binnen die verschillende contexten analyseren de onderzoekers de verschillen tussen de criminele carrières van daders die in verschillende decennia zijn geboren. Dit maakt duidelijk dat er sprake is van verschillen in delict specifieke patronen binnen een veranderende context als gevolg van bredere sociale veranderingen in beide landen. In de analyse worden ook veranderingen in de rechtshandhaving en het gevoerde beleid met betrekking tot georganiseerde misdaadbeleid in ogenschouw genomen.
De uitkomsten van het onderzoek laten opmerkelijke verschillen zien tussen daders in Italië en Nederland. Die verschillende aspecten betreffen de typen van gepleegde misdrijven, de vorm van leeftijd-misdaadcurves en de frequentie van het plegen van delicten. Ook worden substantiële veranderingen in criminele carrières waargenomen wanneer de verschillende geboortecohorten in de analyse worden betrokken. Opvallende uitkomsten om van te leren lijkt mij. Een gerichte (dadergerichte) aanpak van georganiseerde misdaad in Nederland kan veel van deze bijgesloten ´kennisparel´ opsteken. Zeker in het kader van het beleid gericht op criminele machtsstructuren.
Trouwens, daders die actief zijn in de georganiseerde misdaad kunnen worden beschouwd als een serieus ernstige categorie van daders omdat ze een langere, productievere en serieuzere criminele loopbaan hebben in vergelijking met de ‘gemiddelde’ dader. Ze hebben ook een inherente neiging om samen te werken bij ernstige delicten. Voor het preventieve en repressieve dadergerichte beleid is dat een belangrijk gegeven om gericht te interveniëren in een dergelijke carrière. Ook in Nederland is het van belang om bij die dadergerichte aanpak de achtergrondkenmerken van die daders goed in kaart te brengen. Waardevolle perspectieven kunnen ook worden afgeleid uit de analyse van alternatieve gegevensbronnen, zoals enquêtes, daderinterviews of transcripties van dossiers. Deze benaderingen zouden meer informatie opleveren over de sociale context van de daders.
Bron
Calderoni Francesco, Tommaso Comunale, Victor van der Geest & Edward R. Kleemans (March 2024). Comparing the criminal careers of organized crime offenders in Italy and the Netherlands. European Journal of Criminology, 6 March, pp. 1-31. https://journals.sagepub.com/doi/10.1177/14773708241232980
Summary
The concept of organized crime has dynamically evolved, with researchers contending that it is a social construct or an umbrella concept encompassing different empirical manifestations. Scholars have often suggested classifying organized crime groups into those involved in “racketeering” or “governing” and those engaged in “transit crime” or “trading.” However, these propositions were never assessed at the level of individual criminal careers. We address two primary objectives: first, we test differences in the criminal careers of organized crime offenders between organized crime contexts that are historically different—comparing Italy, which is primarily known for racketeering organized crime, to the Netherlands, which is characterized more by transit crime. Second, we explore differences between criminal careers of organized crime offenders born in different decades; doing so allows us to measure differences in offending patterns in shifting organized crime contexts due to broader social changes while considering more country-specific changes in law enforcement and organized crime policies.
The study relies on the criminal careers of 4480 organized crime offenders in Italy (n = 3360) and the Netherlands (n = 1120). We analyze the distributions of criminal career parameters, crime categories, age-crime curves, and offending trajectories. Offenders in Italy exhibit higher offending, earlier violence, earlier onset, and decline; offenders in the Netherlands display later onset, slower decline, and a greater involvement in drug and property offenses. Also, both samples show generalist offending patterns, long-lasting careers, and involvement in organized crime in adulthood. We also find substantial variation across decades of birth, with younger offenders in both countries reporting higher frequencies. We attribute this to the interplay of increased offending among younger individuals, the implicit selection bias in the sampling, and greater law enforcement pressure due to stricter anti-organized crime policies since the 1980s and 1990s.
Afsluitend
Het blijkt dus dat daders in de Italiaanse steekproef een hogere delict frequentie hebben en op jongere leeftijd met hun criminele carrière beginnen. Ze zijn vaker betrokken bij geweldsdelicten en de zogenaamde leeftijdscriminaliteitscurve groeide snel tot een piek rond de leeftijd van 30 jaar en daalde vervolgens snel. De daders in de Nederlandse steekproef beginnen op latere leeftijd met hun criminele carrière. Ze zijn vaker betrokken bij druggerelateerde en vermogensdelicten. De leeftijdscriminaliteitscurve vertoont een langzamere stijging met een piek tussen de 35 en 40 jaar gevolgd door een langzamere daling. Ook is duidelijk dat er sprake is van weinig specialisatie. Daders binnen de georganiseerde misdaad zijn vooral generalisten. Dat zijn uiteraard uitkomsten die voor beleid en praktijk bij de aanpak van georganiseerde misdaad van belang zijn.
Duidelijk is dat het concept van georganiseerde misdaad niet uniform is in beide landen. Deze verschillen zijn over het algemeen te verklaren door het onderscheid tussen ‘doorvoer versus afpersing’ en ‘handel versus inmenging in bestuur’. Het is een open deur maar deze verschillen betekenen dat hier bij het formuleren van beleid rekening mee moet worden gehouden. Het laat ook zien dat het nutteloos is om rechtstreeks beleid te kopiëren uit andere landen. Ook dat is een belangrijke boodschap voor het Nederlandse beleid dat de laatste jaren nogal aan schuurde en georiënteerd was tegen en op het Italiaanse beleid. Hoe het ook zij, ik ga de komende dagen genieten van Napels en zijn bijzondere bevolking. Arrivederci e ci vediamo martedì prossimo, 23 aprile!