Inleiding en context

Goede morgen beste ´kennisparelontvangers´, het is vandaag dinsdag 7 mei 2024. Ik begin met een mooi liedje van Lou Reed: https://www.youtube.com/watch?v=QYEC4TZsy-Y Een prachtig liedje. Maar nu is het tijd voor de bijgesloten ´kennisparel´ van vandaag. Die betreft een onderzoek naar de geografische concentratie en spreiding van slachtofferschap van mensenhandel. Er is verrassend weinig onderzoek verricht naar de geografische gebieden waar mensenhandel plaatsvindt, vooral kwantitatief. Geïnspireerd door de theorie van de ´wet van criminaliteitsconcentratie´: https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1111/1745-9125.12070

hebben de auteurs van bijgesloten ´kennisparel´ de geografische en demografische concentraties van mensenhandel en de daarmee samenhangende uitbuiting in kaart gebracht.  Het betreft een kwantitatieve analyse van gegevens op individueel niveau voor 26.503 individuen die officieel waren geïdentificeerd als vermoedelijke of formele slachtoffers van mensenhandel in het Verenigd Koninkrijk (VK) in de periode 2009-2019. Het blijkt dat er sprake is van omvangrijke geografische en demografische concentraties van mensenhandel. En daarmee wordt de ´wet van criminaliteitsconcentratie´ bevestigd, ook waar het mensenhandel betreft.

Ter informatie. De wet van criminaliteitsconcentratie houdt het volgende in. In Nederland en daarbuiten is sprake van een scheve verdeling van de ‘’criminaliteitslasten’’. Dat is zowel geografisch, aan daderkant en aan slachtofferkant het geval. Zo vindt bijna 45% van het geweld plaats bij slechts 10% van de slachtoffers met een publieke taak. Ook binnen het bedrijfsleven treffen we deze concentratie van slachtofferschap aan. Zo neemt drie procent van het totaal aantal vestigingen binnen de detailhandel meer dan 50% van het geschatte totale slachtofferschap voor haar rekening. Aan daderkant blijkt vijf procent van de bekende daders verantwoordelijk te zijn voor 40 procent van bepaalde delicten. Ook geografisch is de criminaliteit niet evenredig verdeeld, er is sprake van zogenaamde ‘’hot places’’. Dit zijn buurten, locaties en bedrijventerreinen waar (georganiseerde) criminaliteit zich bovengemiddeld voordoet. Er is sprake van geconcentreerde ‘’criminele brandhaarden’’. Kortom: met een selectief en gericht criminaliteitsbeleid kan er veel meer preventief en repressief effectief worden opgetreden tegen allerlei vormen van criminaliteit, ook tegen mensenhandel. 

Bron

Cockbain, Ella, Matthew Ashby, Kate Bowers & Sheldon X Zhang (May 2024). Concentrations of harm: Geographic and demographic patterning in human trafficking and related victimisation. Criminology & Criminal Justice, 1 May, pp. 1-24. https://journals.sagepub.com/doi/10.1177/17488958241245311

Summary

Human trafficking and ‘modern slavery’ cover a wide, varied and poorly delineated range of exploitative practices. Yet, conflating different issues risks obscuring important variation. The geographies of trafficking are surprisingly under-researched, particularly quantitatively. Informed by opportunity theories, we examined geospatial and demographic concentrations in trafficking and related exploitation formally identified in the United Kingdom (UK) over the decade 2009–2019. Taking an exploratory approach, we analysed individual-level data for 26,503 people officially identified as suspected or confirmed victims.

Our results reveal a highly complex landscape that likely reflects multiple and intersecting contributing factors, including both systemic drivers and more immediate opportunity structures. Alongside considerable variation overall, we found heavy geographic and demographic concentrations – and notable interactions between variables. Our study emphasises the importance of disaggregation for analysis and responses and underlines the complex systems involved. Limitations notwithstanding, this novel analysis shows the value of large-scale, context-sensitive research into the geographies of trafficking.

Our results underline the sheer breadth of exploitation-related activities and locations, even within a case study focused on people officially identified in the UK only. Alongside extensive overall variation, we found evidence of heavy demographic and geospatial concentrations. Our findings support a central principle of opportunity theories: that crimes concentrate on certain people, places and contexts. That overarching finding calls in turn for greater attention to how opportunities for trafficking and related exploitation are embedded in the immediate social and physical environment, as well as broader systems and structures.

Afsluitend

Een effectief criminaliteitsbeleid is een specifiek en geconcentreerd beleid: selectie en focus zijn de belangrijkste kenmerken. Er bestaan geen handboeken of panklare recepten die aangeven wat wel of niet werkt bij de aanpak van criminaliteit. Wel is de laatste decennia steeds meer inzicht verkregen in welke richting gezocht moet worden om criminaliteit succesvol tegen te gaan. Kennis nemen van dergelijke inzichten is dan ook een must voor iedereen die betrokken is bij het reduceren van criminaliteit, zie bijvoorbeeld: https://www.researchgate.net/publication/378304683_Criminaliteit_en_beleid_Wat_werkt_en_wat_werkt_niet

De belangrijkste les is dat een effectieve aanpak vooral een gerichte aanpak is. Gerichtheid ten eerste wat betreft het probleem dat aangepakt dient te worden. Anders gezegd, een beleid dat als doel heeft de algemene en ongerichte aanpak van de criminaliteit is bij voorbaat tot mislukken gedoemd. Effectief beleid is gericht beleid. Van een globale of algemene aanpak (bijvoorbeeld: meer politie in de wijk) kunnen geen effecten verwacht worden. Gerichtheid kan betekenen dat soms met maar beperkte repressieve maatregelen een specifiek criminaliteitsprobleem wordt aangepakt zoals bij de zogenaamde ‘’hotspot aanpak’’. Gerichtheid kan ook inhouden dat juist een scala aan preventieve en repressieve instrumenten wordt ingezet zoals bij een probleemgerichte aanpak van bijvoorbeeld synthetische drugs. Bij een probleemgerichte aanpak zal de politie meestal niet alleen verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van maatregelen, maar is er sprake van samenwerking met andere relevante veiligheidspartners.

Op  basis van de ‘’criminaliteitsconcentratie’’ of ‘’criminaliteitsdruk’’ is duidelijk dat het niet voor iedereen in Nederland veiliger is geworden. Zowel bij daders, slachtoffers en binnen specifieke plekken, plaatsen of branches is sprake van een belastende concentratie van criminaliteit. Hier ligt een prima kans om zeer gericht (focus optima forma) beleid te voeren op die plekken en plaatsen waar sprake is van een scheve verdeling van criminaliteit, slachtofferschap, en daderschap. Wellicht kan een gelijkmatiger verdeling van de criminaliteitsproblematiek tot stand komen door de gerichte inzet van de publieke veiligheidszorg op die plaatsen waar de criminaliteitsproblematiek zich bovengemiddeld voordoet en waar inwoners en bedrijven niet in staat zijn preventieve maatregelen zelf te bekostigen. Naar analogie van beleid ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, kan aandacht geschonken worden aan groepen en gebieden met hoge criminaliteitsrisico’s. Dat zou ook moeten gelden bij de aanpak van georganiseerde misdaad in Nederland. Ook hier zijn slachtoffers vaak verplicht om naast daders te wonen.

Nu herhaaldelijk de voordelen zijn vastgesteld van interventies gericht op hotspots waar criminaliteit en slachtofferschap zich bovengemiddeld voordoet, is de volgende uitdaging voor de politie om daadwerkelijk op deze manier te surveilleren op een ‘business as usual’-manier. Dit zal om verschillende redenen geen sinecure zijn. Ten eerste, zoals talloze eerdere politiesurveillance experimenten hebben aangetoond is het implementeren van het gewenste patrouilleniveau in de regel een lastige taak. Politiemensen hebben routinematig niet de capaciteit om surveillancetaken op hotspots uit te voeren vanwege andere operationele eisen of gebrek aan beschikbaar personeel.

Afijn, de beschikbare kennis staat mooi in de boekenkast maar wordt helaas vaak niet verder gebruikt en uitgevoerd. Er is sprake van een papieren werkelijkheid en nutteloze kennis omdat deze niet wordt gebruikt in beleid en praktijk. De strategie van geconcentreerde interventies in vanuit criminologisch hoogst problematische gebieden werkt. Het is nu om uit te zoeken hoe er bijvoorbeeld in de Nederlandse politiepraktijk een consistente strategie van gemaakt kan worden. Het kan hierbij helpen om meer inzicht te krijgen in de kosten-batenverhouding van een dergelijk programma. Beslissers binnen de politieorganisatie kunnen dan beslissen om een surveillance toe te passen die daadwerkelijk effectief beloofd te zijn. Ik zou zeggen, ga voor een replicatie van de beschikbare politie experimenten die daadwerkelijk succesvol blijken te zijn, zie bijvoorbeeld dit overzicht: https://www.researchgate.net/publication/359236763_Politiekennisparels_2020-2024_Een_overzicht_van_op_evidentie_gebaseerd_politiewerk

Opnieuw kennis om van te leren en vooral om toe te passen, ook bij de aanpak van mensenhandel.