Inleiding en context

Goede morgen beste mensen het is vandaag woensdag 8 mei 2024. Ik begin met een toepasselijk liedje bij de ´kennisparel´ van vandaag: https://www.youtube.com/watch?v=iywaBOMvYLI Die ´kennisparel´ van vandaag betreft een recent systematisch overzicht met betrekking tot de effectiviteit van de politiestrategie betreffende het zogenaamde concept van Disorder policing. Dit concept is een door de politie gehanteerde strategie waarbij de criminaliteitsbestrijding gericht is op het specifiek tegen gaan van tekenen van verval of fysieke verwaarlozing van buurten. Een buurt kan hier omschreven worden wanneer er sprake is van een stabiel sociaal systeem, met een zekere mate van sociale integratie van de bewoners.

Stabiliteit betekent niet dat de zaken altijd gelijk blijven. Dynamische sociale systemen zijn nu eenmaal aan verandering onderhevig. Mensen kunnen gaan verhuizen, de prijzen van huizen fluctueren nu eenmaal en zo voort. Er is echter sprake van stabiliteit wanneer hetzelfde aantal mensen weer hun intrek neemt in de buurt, en die mensen een overeenkomst vertonen met de mensen die zijn vertrokken. Buurten zijn ook stabiel wanneer woningen goed worden onderhouden en de koop- en huurprijzen zijn aangepast aan de structuur en sociale klasse van de andere bewoners. Stabiliteit houdt in dat de buurt als sociaal systeem zichzelf reproduceert.

Wanneer er zaken voorvallen die dit proces negatief beïnvloeden, dan kan dit vrij dramatische gevolgen hebben voor de buurt. Er zijn talloze factoren die van invloed zijn op deze negatieve ontwikkeling van een buurt. Een kleine greep: grootschalige nieuwbouw, sloopwerken, stop op investeringen, huisjesmelkers, ineenstorting van de lokale economie, werkgelegenheidsaspecten en fysieke tekenen van verval en sociale wanorde. In deze buurten stapelen de problemen zich vaak op. Deze veranderingen hoeven niet altijd samen te gaan met een stijging van het criminaliteitsniveau of verslechtering van de sociale veiligheid in de desbetreffende buurt.

Doet zich dit echter wel voor, dan kunnen buurten zeer snel verpauperen. De bekende neerwaartse spiraal doet dan z’n intrede. Het concept van disorder policing is erop gericht om vooral de tekenen van verval en sociale wanorde tegen te gaan. Deze aanpak is sterk beïnvloed door het concept van de broken windows theorie van James Q. Wilson en George Kelling uit 1982. In hun klassieke bijdrage uit 1982 in The Atlantic Monthly wordt deze theorie beschreven: https://www.theatlantic.com/magazine/archive/1982/03/broken-windows/304465. Ik voeg een PDF van dit artikel bij deze ´kennisparel´. In dat jaar was de omvang en ernst van de criminaliteit in de Verenigde Staten op zijn hoogtepunt. Een belangrijke aanjager van dat hoge criminaliteitsniveau was onder meer het gebruik van crack cocaïne. Er was toen sprake van een zogenaamde ´crackepidemie´. Een belangrijk gevolg van deze epidemie was een bijna totale ineenstorting van een groot aantal buurten op grootstedelijk niveau. 

In een buurt die zich in zo´n stadium bevindt, neemt de onrust en argwaan onder de bewoners toe. Het gevolg is dat mensen een sterk verlangen krijgen om te verhuizen. Echter, dit verhuisgedrag vindt je in eerste instantie bij gezinnen en de meer gegoede bewoners (´white flow´). Vaak worden deze plekken opgevuld door eenpersoonshuishoudens en mobiele, doch niet-buurtgebonden bewoners. Zij die niet de mogelijkheid hebben om te verhuizen zoeken elders vrienden of isoleren zichzelf. De informele sociale controle neemt daardoor af, tegelijk met het gevoel van gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Het gevolg hiervan is dat participatie in bijvoorbeeld buurtorganisaties zeer gering is: dit is dan de voorbode van het totale verval van de organisatorische capaciteit van een buurt. Wilson en Kelling (1982) hanteren in hun klassieke artikel voor dit fysieke aanzien de term signs of crime. Daaronder worden gedragingen verstaan die niet altijd strafbaar gesteld zijn bij wet of die geen hoge prioriteit hebben bij politie of justitie. Een aantal voorbeelden hiervan zijn:

* Vervuiling                                                   * Rondhangende jongeren

* Soft/harddruggebruik/handel                        * Graffiti

* Geluidshinder/overlast horeca                       * Bendevorming

* Leegstaande en vervallen gebouwen              * Openlijk alcoholgebruik 

* Belediging/bedreiging door jongeren              * Prostitutie

* Commerciële seksbedrijven                           * Honden en hondenpoep

* Sloopauto’s                                                  * Parkeerproblemen

* Vechtpartijen                                                * Geweld binnen het gezin

* Racisme/conflicten allochtonen

Fysieke tekenen van verval, gebrek aan sociale controle, gebrek aan relaties en het gebrek in buurten om zich aan conventionele normen te houden, hebben volgens de theorie invloed op het aanwezige criminaliteitsniveau. Sociale desorganisatie en slechte sociale controle zijn vaak karakteristiek voor buurten waar lage inkomens, veel doorstroom, slecht functioneren van het gezin, een hoge allochtonendichtheid en anonimiteit kenmerkend zijn. De “angst voor criminaliteit” kan in deze buurten een heel andere betekenis hebben dan de algemene betekenis die aan het begrip wordt gegeven. Angst voor medebewoners, daders, en represailles binnen de buurt kunnen wel eens belangrijker indicatoren zijn voor problemen binnen de buurt dan de (directe) angst voor criminaliteit.

Een belangrijk gegeven hierbij dat bijna nooit de aandacht heeft gekregen is het feit dat in buurten met een hoog criminaliteitsniveau vaak sprake is van een aanwezige daderpopulatie. Deze daders hebben ook buren, vrienden, en familie die binnen dezelfde buurt wonen. Slachtoffers zijn bijna verplicht om naast daders te wonen. De problemen zijn hier vaak dermate groot; het vermogen van de bewoners om hier wat aan te doen is vrijwel nihil. Het is dus zaak om vanuit preventief oogpunt er voor te zorgen dat fysiek en sociaal verval in buurten zo veel als mogelijk wordt tegen gegaan. In Nederland zijn daar vele voorbeelden van te geven: snel verwijderen van graffiti, grootschalige renovatie, bewonersbemiddeling, schoon en heel opruimacties, toewijzingsbeleid bij huurders, selectieve bewonerssamenstelling, inrichtingseisen aan de gebouwde omgeving en ophogen van sociale veiligheid. En wat zegt de politiewetenschap over de mate effectiviteit van de politiestrategie van disorder policing? Bijgesloten ´kennisparel´ geeft daar de antwoorden op.

Bron

Braga, Anthony A., Cory Schnell & Brandon C. Welsh (May 2024). Disorder policing to reduce crime: An updated systematic review and meta-analysis. Criminology & Public Policy, 1 May, pp. 1-31. https://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/1745-9133.12667

Samenvatting

Broken windows theory suggests that police can prevent serious crime by addressing social and physical disorder in neighborhoods. In many U.S. cities, recent increases in disorder, fear, and crime have initiated calls for an intensification of disorder policing efforts. Disorder policing programs can be controversial, with evaluations yielding conflicting results. Further, a growing number of descriptive analyses of aggressive order maintenance programs raise concerns over varied negative consequences, such as increased racial disparities in arrests of citizens.

Systematic review and meta-analytic techniques were used to conduct an updated analysis of the effects of disorder policing on crime. Fifty-six eligible studies including 59 independent tests of disorder policing interventions were identified, representing almost twice the number included in the previous review. As part of the meta-analysis, new effect size metrics were used. The updated meta-analysis suggests that policing disorder strategies are associated with overall statistically significant crime reduction effects that spill over into surrounding areas. The strongest program effect sizes were generated by community and problem-solving interventions designed to change social and physical disorder conditions at crime hot spots. Conversely, aggressive order maintenance strategies did not generate significant crime reductions.

The results of this updated systematic review strongly support the view that police can prevent crime by addressing underlying social and physical disorder problems. The main effects meta-analysis suggests that disorder policing was associated with a statistically significant 26% reduction in crime outcomes in treatment areas compared to control areas. Similar statistically significant reductions were noted for effects of disorder policing programs on violent crime, property crime, and drug/disorder offense outcomes. Disorder policing interventions also did not displace crime into areas surrounding treated locations. For those studies that examined crime displacement and diffusion effects, the meta-analysis reported a 24% reduction in crime outcomes in areas adjacent to treated locations relative to areas adjacent to control locations.

This suggests that police efforts to control disorder in specific public places generate unanticipated crime prevention benefits in locations not directly treated by the intervention. The results presented here provide important insights on disorder policing policies and practices. Consistent with the previous review, community problem-oriented policing programs generated statistically significant and large reductions in crime in treated areas relative to control areas, and aggressive order maintenance programs did not generate significant crime control gains. Disorder policing programs that embrace “zero tolerance” regimes requiring increased arrests, summonses, and stops do not seem well-positioned to increase public safety. Rather, as suggested by a large and growing scientific evidence base, aggressive order maintenance programs risk generating unintended harms, such as racial disparities in police contacts with citizens, excessive punishment of young people of color, unlawful and abusive police-citizen encounters, and other deeply concerning problems. Police departments should avoid these kinds of one-dimensional enforcement strategies when seeking to create safer public spaces.

The types of strategies used by police departments to address disorder seem to matter in controlling crime, and this holds important implications for police–community relations, justice, and crime prevention. Further research is needed to understand the key programmatic elements that maximize the capacity of these strategies to prevent crime. On this front, this review provides an important blueprint for police departments: disorder policing works best when focused on crime problems at specific places and guided by community and problem-oriented policing principles.

Afsluitend

De politie kan dus (ernstige) criminaliteit voorkomen door sociale en fysieke wanorde in buurten aan te pakken. Voor die analyse werden zesenvijftig in aanmerking komende onderzoeken geïdentificeerd waaronder 59 onafhankelijke tests van interventies gericht op disorder policing. De sterkste programma-effectgroottes werden gegenereerd door gemeenschaps- en probleemoplossende interventies die gericht waren om de sociale en fysieke wanorde in criminele buurten te veranderen. Omgekeerd leidden meer agressieve strategieën voor het handhaven van die orde niet tot een significante vermindering van de criminaliteit.

De resultaten van deze systematische review ondersteunen krachtig de opvatting dat de politie criminaliteit kan voorkomen door onderliggende problemen op het gebied van sociale en fysieke wanorde aan te pakken. Gemiddeld genomen werd een statistisch significante vermindering van 26% in de criminaliteit waargenomen in vergelijking met de controlegebieden. De interventies hebben de criminaliteit ook niet verplaatst naar gebieden rond de behandelde locaties. Ook dit is weer een bevestiging van de mythe van criminaliteitsverplaatsing. Sterker, er werden positieve preventieve resultaten behaald op locaties waar niet direct de interventie was toegepast.

Kortom, bijgesloten ´kennisparel´ bevat een belangrijke blauwdruk voor politiekorpsen: de strategie van disorder policing werkt het beste wanneer het gericht is op misdaadproblemen op specifieke plaatsen en geleid wordt door gemeenschaps- en probleemgerichte politieprincipes. En dat is goed nieuws naar mijn mening. O ja, voor nog meer effectieve politiestrategieën zie dit overzicht van ´politiekennisparels´: https://www.researchgate.net/publication/359236763_Politiekennisparels_2020-2024_Een_overzicht_van_op_evidentie_gebaseerd_politiewerk