Inleiding

“It takes a network to defeat a network” (Alberto R. Gonzales, 2006).  Goede morgen allemaal op deze woensdag 29 mei 2024. Misschien dat dit liedje voor een zomers gevoel kan zorgen: https://www.youtube.com/watch?v=wvUQcnfwUUM Heerlijk nummer. Maar nu naar de realiteit van de wereld van (georganiseerde) misdaad. Vandaag geeft de bijgesloten ´kennisparel´ een prima systematisch overzicht en inzicht rond leiderschap binnen een criminele context / organisatie. Wat zijn de kenmerken van leiderschap? Hoe wordt leiderschap vorm gegeven binnen criminele organisaties? En zijn leiders essentieel voor het (voort)bestaan van criminele organisaties?

Leiderschap binnen de criminele context wordt hier gedefinieerd als het vermogen van een individu of groep om de criminele activiteiten van een groep mensen te beïnvloeden en te sturen die  betrokken zijn bij illegale activiteiten. Criminele leiders zijn dus individuen die hun positie, charisma, hun macht en expertise gebruiken om aanzienlijke invloed en controle te verwerven binnen een criminele organisatie en de criminele activiteiten. Vaak worden manipulatieve en intimiderende tactieken gebruikt om zich te vestigen en hun gezag en machtspositie te behouden. Crimineel leiderschap kan vele vormen aannemen, variërend van bendeleiders tot omvangrijke criminele organisaties die drugshandeloperaties of witwasorganisaties runnen.

Samenwerkingsverbanden tussen criminelen kent verschillende verschijningsvormen. Een effectieve aanpak daarvan verschilt per vorm. Wanneer criminelen incidenteel en kleinschalig samenwerken vraagt de aanpak daarvan niets bijzonders. Dat is anders bij structureel samenwerkende criminele groepen en organisaties. Ten opzichte van hen is de strategie die van ontmanteling en ontmoediging. En wanneer criminelen verboden goederen verhandelen of verboden diensten aanbieden is een strategie van beheersing het meest effectief. Het gaat er dan vooral om de materiële en immateriële schade die illegale markten veroorzaken te minimaliseren. Voor een overzicht van effectieve strategieën tegen criminele samenwerking verwijs ik naar deze bron: https://www.researchgate.net/publication/305210313_Effectieve_strategieen_tegen_criminele_samenwerking?channel=doi&linkId=5784e30e08ae3f355b4bd168&showFulltext=true

Bron

Chopin, Julien & Benoît Dupont (May 2024). Leaders and Leadership in Criminal Activities: A Scoping Review. Deviant Behavior, 22 May, pp. 1-22. https://www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/01639625.2024.2357815

Summary

The objective of this article is to conduct a scoping review of existing literature on the subject of leadership within the criminal domain. Drawing from theoretical models used to explain leadership in social organizations, this study analyzed 71 articles presenting findings or reflections contributing to a better understanding of leaders and leadership within criminal organizations. The results yielded three overarching themes and eight sub-themes for analysis. The first theme focuses on individual factors associated with leaders and leadership in criminal contexts, and it has been subdivided into three sub-themes: Behavioral factors of criminal leadership, psychosocial factors of criminal leadership, and Gender and leadership in crime.

The second theme concentrates on managerial approaches within criminal organizations and is further divided into four sub-themes: Hierarchy, Leadership and criminal organization, selection of leaders in criminal organizations, distribution of leadership in criminal organizations, and the role of leaders in criminal organizations. Finally, the last identified theme examines the phenomenon of leadership decapitation, which is elaborated upon in two sub-themes: the leadership decapitation effect and leader protection and prevention of the decapitation effect. The results are discussed in the context of existing general knowledge on leadership and serve to develop theoretical implications for future studies.

Our review, the first to look at the role of leadership in crime, was structured to gather relevant information about the characteristics of criminal leaders, the different hierarchical structures observed in criminal organizations, and the risks incurred by leaders of criminal organizations. Our results make it possible to consider points of convergence and divergence with leadership in non-criminal organizations and suggest that while many of the fundamentals in the leadership concept are transversal, the criminal context creates certain constraints that affect leaders and, more generally, the hierarchical structure, as they attempt to cope with the important risks created by criminal activity.

Our study has theoretical implications for the general paradigms of leadership. First, many of the paradigms developed in a non-criminal context seem to be applicable in a criminal context, with similar trends in terms of leadership, management of organizations, and the role of leader. While it might initially appear that the core principles regulating social interactions within an organization remain consistent across criminal and non-criminal contexts, a deeper examination reveals the distinctive challenges inherent in illegal enterprises. The intricacies of engaging in illicit activities necessitate the establishment of tailored parameters to navigate the complex environment shaped by the constraints imposed by law enforcement and the competitive landscape with other criminal entities. In contrast to lawful enterprises, where operations typically adhere to regulatory frameworks and societal norms, criminal organizations operate within a clandestine realm characterized by secrecy, deception, and the constant threat of intervention by law enforcement agencies. Consequently, specific parameters must be devised to mitigate the risks associated with illegal ventures and ensure the sustained functioning and profitability of criminal enterprises.

Afsluitend

De cultuur binnen een criminele organisatie wordt gekenmerkt door geheimhouding. Deze gedeelde opgave vormt de groepsstructuur, schept loyaliteit van en gedwongen intimiteit tussen de deelnemers maar leidt tevens tot uitsluiting en negeren van niet-deelnemers. In hoeverre het illegale karakter leidt tot grote interne samenhang wordt mede bepaald door de dreiging die uitgaat van de inzet van de overheid. Dat geldt niet wanneer er de intentie tot scherpe overheidshandhaving is (veel beleid op papier maar in de praktijk een papieren tijger). Maar die geldt wel wanneer die feitelijk stevig wordt ingezet en deze daardoor een daadwerkelijke gevoelde bedreiging voor de criminele groep vormt. Een opmerking is hierbij op zijn plaats. We hebben nauwelijks inzicht in het fenomeen van dadervervanging binnen georganiseerde misdaadmarkten. Cynisch gezegd: ´er bestaan geen vacatures binnen georganiseerde misdaadmarkten´. Een mooi onderwerp om nader onderzoek naar te verrichten lijkt mij.

Ook kunnen de belangen van de groep en de deelnemers daaraan bedreigd worden indien er sprake is van hevige concurrentie met andere groepen. Onder dergelijke condities van conflicterende belangen wordt de interne cohesie bevorderd, gepaard gaande met een strakkere interne normering van het gedrag en een meer autoritaire hiërarchie. Wie als leider moet worden aangemerkt is van buitenaf evenwel niet altijd goed zichtbaar. Zo is dat niet vanzelfsprekend degene die de meeste contacten met anderen in de criminele structuur heeft (in sociale netwerktermen degene met de meeste ‘degree centrality’). Leiders hebben om minder op te vallen vaak minder interne contacten met maar wel meer strategische verbindingen met anderen (‘between centrality’).

Ten slotte, veel van de kenmerken in relatie tot niet-criminele organisaties lijken toepasbaar te zijn binnen een criminele context met vergelijkbare kenmerken betreffende leiderschap, management van organisaties en de rol van leider. Echter illegale activiteiten vereisen het vaststellen van interne regels om door de complexe omgeving te navigeren gevormd door de beperkingen die worden opgelegd door rechtshandhaving en het concurrentielandschap met anderen criminele organisaties. In tegenstelling tot legale ondernemingen waar de activiteiten doorgaans aan de regelgeving en maatschappelijke normen voldoen opereren criminele organisaties binnen een clandestien domein dat wordt gekenmerkt door geheimhouding, achterdocht en bedrog en de voortdurende dreiging van ingrijpen door rechtshandhavingsorganisaties.

De beperkingen die het criminele milieu beheersen zijn talrijk en reiken verder dan de onmiddellijke dreiging van arrestatie. Interne uitdagingen zijn onder meer het disciplineren van de leden, het oplossen van conflicten binnen de organisatie en het managen ervan om machtsstrijd of interne verdeeldheid te voorkomen. Extern hebben criminele ondernemingen te maken met de aanhoudende druk die wordt uitgeoefend door rechtshandhavingsinstanties die hun activiteiten willen ontwrichten. Ook is er een permanente concurrentie met rivaliserende groepen die strijden om controle over lucratieve markten of gebieden. Deze factoren dragen allemaal bij aan het vluchtige, onvoorspelbare en dynamische karakter van het criminele landschap.

Voor de overheid is er dan een belangrijke les te leren. Bij de bestrijding van criminele organisaties en machtsstructuren zal die overheid, net als de organisaties die zij bestrijden, flexibel en dynamisch moeten zijn, er moet sprake zijn van een dynamisch beleid. Daarbij kan de overheid gebruik maken van de mogelijkheid dat ze, meer dan criminele organisaties, vertrouwen kan organiseren en flexibiliteit en hiërarchie goed met elkaar kan verbinden. Noodzakelijke voorwaarde daarbij is om dan steeds helder te bepalen welke resultaten behaald moeten worden. Het is daarbij essentieel om concepten als ‘samenwerking’, ‘programmatische aanpak’ en ‘barrièremodel’ zuinig en effectief in te zetten. Daar valt op dit moment nog wel wat verbetering in aan te brengen. Er is bepaald nog geen sprake van één georganiseerde overheid tegen de georganiseerde misdaad. Inmiddels is er sprake van een accumulatie van kennis op het terrein van georganiseerde misdaad. Het gebruik daarvan in de beleidsvoorbereiding is mager te noemen. Ik zou zeggen hoog dat kennisniveau op door hier kennis van te nemen: https://www.researchgate.net/publication/360773928_Georganiseerde_Misdaad_Kennisparels_2020-2023_Een_overzicht_van_op_evidentie_gebaseerde_inzichten_rond_georganiseerde_misdaad