Inleiding

Goede morgen beste mensen, het is vandaag maandag 17 juni 2024. Ik begin deze week met een klassiek liedje: https://www.youtube.com/watch?v=BonWfTW7jKc Lekker. Maar nu naar de bijgesloten ´kennisparel´ van vandaag. die betreft een recent verschenen onderzoek naar de oorzaken van het aantal meldingen van (vermoedelijk) slachtofferschap van mensenhandel. Het geschatte aantal slachtoffers van mensenhandel blijft met bijna 5.000 slachtoffers per jaar onverminderd hoog. In de afgelopen tien jaar zag het Coördinatiecentrum tegen mensenhandel (CoMensha) het aantal meldingen van (vermoedelijk) slachtofferschap van mensenhandel echter dalen. Die daling betekent dat het zicht op slachtoffers en daarmee de kans op hulp en zorg verslechtert. Om die reden hebben CoMensha en de politie opdracht gegeven om onderzoek uit te voeren naar de factoren die van invloed zijn (geweest) op het teruglopende aantal meldingen bij CoMensha. De resultaten van dat onderzoek zijn in bijgesloten ´kennisparel´ terug te vinden.

Van mensenhandel wordt gesproken wanneer mensen worden uitgebuit of onder dwang bepaalde dingen moeten doen waarvoor ze niet kiezen en waar andere mensen van profiteren. Het gaat bijvoorbeeld om: onder minimumloon laten werken via gedwongen arbeid, gedwongen criminaliteit of dwingen tot prostitutie. De uitbuiting kan samengaan met dwang, geweld, chantage en misleiding. In Nederland is mensenhandel één van de beleidsprioriteiten binnen justitie en politie. 

De onderzoekers constateren dat een veelheid aan factoren van invloed zijn (geweest) op de daling. Bijvoorbeeld de versnippering van het werkveld mensenhandel; onduidelijkheid over de rol van en het melden aan CoMensha; minder vervolging van verdachten; minder aandacht en daadkracht voor de aanpak van mensenhandel en de veranderde werkwijze (online en mobiel) van daders en slachtoffers. De onderzoekers hebben ook verdiepend onderzoek gedaan in drie gemeenten. Daaruit bleek onder andere dat de aanpak van mensenhandel sterk afhankelijk is van de beschikbaarheid van middelen, mensen en expertise. Ook bleek dat een duidelijke meldroute essentieel is om signalen van mensenhandel te laten landen bij aandachtfunctionarissen, zorgcoördinatoren en ketenregisseurs. De gemeenten uitten de wens om regionaal op trekken in de aanpak van mensenhandel.

Bron

Nillessen, Marjolein, Christa Dinnissen & Henk Ferwerda (juni 2024). Mensenhandel: het verhaal achter de cijfers, een onderzoek naar de invloed van externe factoren op de signalering van (vermoedelijke) slachtoffers van mensenhandel en ervaringen met de gemeentelijke aanpak van mensenhandel. Arnhem: Bureau Beke, 171 pp. https://bureaubeke.nl/wp-content/uploads/2024/05/Download_Bekereeks_Mensenhandel_het_verhaal_achter_de_cijfers.pdf

Summary

The National Rapporteur on Human Trafficking and Sexual Violence against Children (NRM) estimates that between 5,000 and 7,500 people become victims of human trafficking in the Netherlands every year. Human trafficking is partly an invisible and difficult-to-visualize phenomenon, most likely due to the character and power relations between perpetrator and victim. The coordination centre against human trafficking (CoMensha):  https://www.comensha.nl/ has the task of mapping out the facts about the nature and extent of (suspected) victims of human trafficking in the Netherlands. In addition to actively collecting reports themselves, CoMensha also receives reports of (suspected) victimization from the police, the Royal Military Police (KMar) and the Dutch Labor Inspectorate (NLA). However, in the last ten years, CoMensha has seen the number of reports of (suspected) victimization decrease.

The NRM is currently conducting research into the internal factors within the police and the KMar that may have influenced the drop in the number of reports to CoMensha. In addition, Bureau Beke, commissioned by CoMensha and the National Police, conducted two sub-studies:

Based on the study’s findings, the researchers make several recommendations. The first recommendation focuses on scaling up the approach to human trafficking from the local to the regional level. The second recommendation focuses specifically on CoMensha: make clear what the organisation can do for whom, streamline reporting processes and publicise this. The third recommendation relates to the targeted deployment of criminal investigation capacity, labour market enforcement and agreements between municipalities and police on prostitution checks.

Afsluitend

Tja het blijft allemaal wat diffuus waar het de aanpak van mensenhandel betreft, niet alleen in Nederland maar ook daarbuiten. Er is sinds 25 jaar sprake van een heuse ´mensenhandelindustrie´. Het aantal betrokken organisaties, beleidsmensen, praktijkmensen en onderzoekers blijkt een groeimarkt bij uitstek te zijn. Echter, het blijkt telkens weer opnieuw bijzonder lastig te zijn om de trends in de omvang en ernst van het fenomeen te bepalen. Toch zijn er goede pogingen beschikbaar, lees deze onlangs verschenen ´kennisparel´ er nog maar eens op na: https://prohic.nl/2024/02/27/672-27-februari-2024-making-statistics-on-human-trafficking-work/ Daarin wordt het belang onderstreept om op basis van verschillende bronnen een omvangschatting te maken van mensenhandel om zo het voorgenomen beleid vorm te geven en uit te voeren. Voor de geïnteresseerde lezers, zie deze veertien eerder verzonden ´kennisparels´ naar aspecten van slachtofferschap van mensenhandel: 708;672;633;621;597;532;425;325;303;219;181;167;155; en 41, allemaal gratis te downloaden vanaf: https://prohic.nl/de-parels-van-jaap-de-waard/