Inleiding
Ik wens jullie allemaal een mooie (werk)dag toe op deze woensdag 31 juli 2024. Ik ben vanaf a.s. donderdag een paar dagen vrij om af te reizen naar Brugge, daarom dit liedje over België: https://www.youtube.com/watch?v=v71v4jCRPWE Maar op de valreep toch nog een verse ´kennisparel´ in jullie mailbox. Vandaag een zogenaamde umbrella review over de gevolgen van negatieve ervaringen uit de kindertijd (Adverse Childhood Experiences), afgekort ACEs.
Dergelijke veelal traumatische jeugdervaringen zijn o.a. kindermishandeling, verwaarlozing, blootstelling aan partner geweld en het meemaken van een gewelddadige dood van een geliefde. Als gevolg van deze blootstelling blijkt dat verscheidene emotionele- en gedragsproblemen ontwikkeld kunnen worden op latere leeftijd, waaronder (geweld)criminaliteit. De zogenaamde ´cycle of violence´ is bijvoorbeeld gebaseerd op de claim dat mishandelende kinderen zelf ook zullen gaan mishandelen. Uit onderzoek blijkt ook dat bij kinderen die verwaarloosd of mishandeld zijn, het waarschijnlijker is dat ze op latere leeftijd gewelddadig zijn. Het ervaren van fysieke mishandeling door een volwassene, wordt gezien als een risicofactor voor gewelddadig gedrag naar anderen op latere leeftijd.
Onder jeugdtrauma wordt onder meer verstaan het ervaren van een gebeurtenis die invloed heeft gehad op het verdere leven van de jongere in kwestie. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in:
- Seksueel misbruik (aanranding en alle meer ernstige contact seksuele handelingen);
- Verwaarlozing (zowel emotioneel, pedagogisch als affectief);
- Fysieke mishandeling (geweld zoals slaan, schoppen etc. van ouder/opvoeder naar kind);
- Psychische mishandeling (getuige van zwaar geweld, regelmatig getuige zijn van geweld tussen ouders/verzorgers, bedreigd worden met (vuur)wapen).
Onderzoek heeft een verband aangetoond tussen trauma uit de kindertijd en geweldscriminaliteit en het eindigen in het formele justitiële systeem. Omdat jeugdstrafrechtstelsels beter zijn afgestemd op de behoeften van getraumatiseerde jongeren, is een aantal traumagerichte behandelprogramma’s ontwikkeld om de gevolgen van trauma te verzachten. Evaluaties van trauma gerelateerde behandelingen tonen hun effectiviteit aan bij het verminderen van trauma gerelateerde symptomen. Verder heeft eerder onderzoek aangetoond dat trauma-geïnformeerde behandeling gedragsproblemen en institutioneel geweld kan verminderen.
De laatste jaren heeft een accumulatie van kennis over dit onderwerp plaatsgevonden.
Er is sprake van een breed scala aan ontwikkelings- en criminologisch onderzoek om kaders te bieden voor het implementeren van trauma-geïnformeerde zorg. Eerder verstuurde ik deze negen ´kennisparels´ over aspecten van trauma´s en delinquent gedrag: 124;226;307;345;346;478;582;616; en 704, allemaal gratis te downloaden vanaf: https://prohic.nl/de-parels-van-jaap-de-waard/ Maar nu naar de meest recente kennis die voorhanden is rond ACEs.
Bron
Kim, Bitna & Meghan Royle (May 2024). Annual Research Review: Mapping the multifaceted approaches and impacts of adverse childhood experiences – an umbrella review of meta-analyses. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 21 May, pp. 1-18. https://acamh.onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/jcpp.14022
Summary
Adverse childhood experiences (ACEs) significantly impact lifelong health and well-being. Despite extensive research, a comprehensive understanding of ACEs’ multifaceted impacts continues to be challenging to achieve. This study synthesizes meta-analytic evidence to provide a comprehensive view of ACEs’ effects, addressing various approaches to conceptualizing ACEs and their diverse outcomes. Employing an umbrella synthesis methodology, this review integrated findings from 99 meta-analyses involving 592 effect sizes.
We examined ACEs through specificity, lumping, dimensional, and child maltreatment-centric approaches, assessing their impact across six domains: biological system dysregulation, neuropsychological impairments, physical health complications, mental health conditions, social and behavioral challenges, and criminal justice involvement. The findings reveal a small to moderate overall effect size of ACEs across outcome domains. Specific ACE approaches exhibited varying impact levels, with notable differences in effects on mental health, social/behavioral issues, and criminal justice involvement.
When ACEs were aggregated without distinguishing between different types, but with consideration of their cumulative effects, adverse outcomes were significantly exacerbated. The child maltreatment-centric approach consistently demonstrated substantial effects across all evaluated domains. This review underscores the heterogeneity in ACEs’ impacts, influenced by the type of ACE and specific outcomes considered. It highlights the necessity for comprehensive approaches to understanding, preventing, and mitigating the effects of ACEs. These insights are vital for developing targeted interventions and informing policy-making, emphasizing the complexity and varied nature of ACEs’ influence on individual development and societal well-being.
Afsluitend
De prevalentie van ACE’s is een wereldwijd gegeven die individuen met verschillende sociaaleconomische achtergronden treft. Het is vermeldenswaard dat hoewel sommige ACE’s de afgelopen decennia een daling in prevalentie hebben laten zien de algehele prevalentie opvallend hoog blijft. Onderzoek laat zien dat ongeveer twee op de vijf volwassenen wereldwijd ten minste één ACE heeft meegemaakt. Deze alarmerende prevalentie onderstreept de universele aard van dergelijke negatieve ervaringen in de kindertijd en hun verstrekkende impact op diverse culturen en economische lagen van de bevolking.
De uitkomsten van bijgesloten ´kennisparel´ pleiten voor op maat gemaakte interventies en beleidsmaatregelen die de diverse en cumulatieve aard van de onderscheiden ACE’s aanpakken. Hierbij is het belang van een multidisciplinaire aanpak bij beleidsformulering en -implementatie overduidelijk. De review toont aan dat het noodzakelijk is hierbij gecoördineerde en multidimensionale strategieën in te zetten om de negatieve uitkomsten van ACE’s effectief aan te pakken. Gezien de evoluerende aard van ACE-onderzoek is voortdurende verkenning essentieel om preventie- en interventiestrategieën te verfijnen waardoor op bewijs gebaseerde interventies binnen specifieke contexten succesvol kunnen worden toegepast.
Ten slotte, het lijkt nu alsof er sprake is van een omvangrijk probleem. Hierbij moet opgemerkt worden dat het met de meeste jongeren goed gaat, kijk maar eens naar deze PowerPointpresentatie: https://www.researchgate.net/publication/314371520_PowerPoint_presentatie_Jeugdcriminaliteit_in_Nederland_de_stand-van-zaken_in_2024