Inleiding

Goede morgen allemaal op deze dinsdag 13 augustus 2024. Vandaag stuur ik alweer de 750e kennisparel sinds ik daar in maart 2020 op kleine schaal mee begon. Inmiddels gaan die pareltjes naar een kleine 2000 ontvangers van binnen en buiten het ministerie van Justitie & veiligheid. Ik ga er nog maar even mee door want de reacties zijn overwegend positief. Er is op dit moment sprake van een hittegolf, daarom dit toepasselijke liedje bij het huidige weer: https://www.youtube.com/watch?v=_1uOi39rjf0 Prima. Maar nu naar bijgesloten ´kennisparel´ van vandaag. Die betreft een systematisch overzicht over de negatieve gevolgen van mishandeling binnen institutionele contexten.

Kindermishandeling, dat wil zeggen verschillende soorten geweld zoals seksueel, emotioneel en fysiek, misbruik en / of emotionele en fysieke verwaarlozing’ is een wijdverbreid fenomeen dat miljoenen kinderen en gemeenschappen over de hele wereld treft. Het meten van de prevalentie van kindermishandeling in institutionele contexten is een hele uitdaging omdat deze gegevens niet direct beschikbaar zijn. Er is weinig bekend over de prevalentie van verschillende vormen van kindermishandeling die plaatsvinden in institutionele omgevingen zoals kleuterscholen en scholen, religieuze instellingen, instellingen voor uithuisgeplaatste kinderen en andere vergelijkbare contexten waarin kinderen hun tijd doorbrengen.

Mishandeling in deze contexten kan betrekking hebben op volwassenen die kinderen misbruiken, kinderen die andere kinderen misbruiken, instellingen die kindermishandeling risicovolle mogelijkheden bieden en kenmerken van kinderen die hun kwetsbaarheid voor het risico op mishandeling vergroten. Het gebrek aan onderzoek is te wijten aan de relatief jonge onderzoektraditie van institutionele kindermishandeling als een veld van empirisch onderzoek. Hierbij lag de focus vooral op seksueel misbruik binnen met name religieuze instituties en zorginstellingen voor uithuisgeplaatste kinderen. Andere institutionele vormen waar kindermishandeling plaats vindt zijn veel minder onderzocht.

Kindermishandeling in institutionele omgevingen is een complex probleem dat bestaat uit vier mogelijke factoren die het ontstaan en de prevalentie van kindermishandeling beïnvloeden:

Bijgesloten systematische review biedt een overzicht waarin een gestructureerde en toegankelijke verzameling van 58 bestaande evaluaties uit afgeronde en lopende projecten en interventies, een overzicht van systematische reviews en effectiviteitsstudies van kindermishandeling in institutionele contexten wordt gepresenteerd. Binnen deze review wordt een ‘institutionele setting’ gedefinieerd als een instelling of organisatie die wordt gebruikt om kind gerelateerde activiteiten en / of zorg te promoten. Op basis van deze definitie komen onderzoeken die in de volgende instellingen zijn uitgevoerd in aanmerking:

Bron

Ozanne, Rebecca, Jane L. Ireland, Carol A. Ireland & Abigail Thornton (September-October 2024). The impact of institutional child abuse: A systematic review using Reflexive Thematic Analysis. Aggression and Violent Behavior, vol. 78, September-October, pp. 1-13. https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1359178924000363?via%3Dihub

Summary

Institutional child abuse has several negative impacts, including effects on mental health, well-being and interpersonal relationships. There is a need to understand this complex form of abuse occurring in an out-of-home setting. The current review aims to understand the literature base regarding the impact of institutional child abuse and to identify areas where further research is needed. Consequently, a systematic review was conducted, which captured quantitative and qualitative methods.

This resulted in 58 papers being included. The papers captured the impacts of institutional abuse, covering physical abuse, sexual abuse, emotional abuse and neglect (i.e., a failure to be adequately cared for). These were then analysed using a qualitative methodology, specifically Reflexive Thematic Analysis. Several factors, such as prior abuse, were reported to exacerbate the impact of institutional abuse, whereas secure attachment was noted as a protective feature. Responses to disclosure appear to have an important role in recovery. Areas important for further research included understanding the role of protective factors and how they impact future outcomes, but to do so alongside an acknowledgement and greater exploration of negative impacts.

Afsluitend

De impact van institutioneel misbruik is duidelijk divers en het onderzoeksgebied kent aanzienlijke hiaten in steekproef, metingen en methoden. Veel is niet bekend. Er zijn verschillende factoren die de negatieve impact van institutioneel misbruik lijken te verergeren, zoals negatieve ervaringen vóór het betreden van de instelling, de institutionele omgeving, externe factoren en de rol van openbaarmaking. Het onderzoek spreekt ook in beperktere mate over beschermende factoren in termen van de elementen die enig herstel voor slachtoffers kunnen bevorderen/faciliteren.

Inde meerderheid geven slachtoffers aan dat ze fysieke en emotionele schade hebben ondervonden en richten ze zich op de negatieve impact op hun leven. Dit is belangrijk om te erkennen, met een duidelijke onderzoeksinspanning om die negatieve impact niet te bagatelliseren of opzij te schuiven in de zoektocht naar beschermende factoren: het is bijvoorbeeld niet het geval dat de meerderheid van de slachtoffers ‘persoonlijke groei’ communiceert na hun misbruikervaringen. Dat betreft slechts een klein deel van de slachtoffers. Hoewel belangrijk, zouden ze niet de focus moeten domineren van toekomstig onderzoek. Dat moet vooral gericht zijn op de negatieve impact alsook de beschermende factoren die potentieel herstel kunnen bevorderen.