Inleiding
Goede morgen beste mensen, het is vandaag dinsdag 20 augustus 2024. Ik begin met een zomers liedje om de (vakantie)sfeer erin te houden: https://www.youtube.com/watch?v=LKta_gRc2gA&list=PLZ2GyjKK7WoekANquYJ6ZzTf1AuThAnIx&index=21 Lekker. Vandaag een prima systematisch overzicht naar de motieven bij (mannelijke) daders die mes gerelateerd geweld plegen. Het doel van deze systematische review is om het beschikbare onderzoek te synthetiseren naar de motieven om messengeweld te gebruiken. Dat geweld is vooral te verklaren door de angst voor herhaald slachtofferschap en de ontwikkeling van agressief mannelijke gedragingen (masculiniteit). In totaal werden 23 studies geïdentificeerd die voldoen aan de inclusiecriteria.
Hoewel deze review zich bezighoudt met mannelijke daders van messengeweld is het duidelijk dat er een gebrek is aan onderzoek naar vrouwen die zich schuldig maken aan deze vorm van criminaliteit. Veel van wat daar over bekend is blijkt anekdotisch van aard te zijn. Er is hier aanvullend onderzoek noodzakelijk en onderzoek dat zich met name richt op het begrijpen van complexe wisselwerking tussen angst voor slachtofferschap en masculien gedrag. Voorlopig zal het fenomeen van mes gerelateerde criminaliteit hoog op de politieke agenda’s blijven staan en moet hoogwaardig onderzoek verdere overheidsinitiatieven hiertegen ondersteunen. Het gaat dan met name over de gerichte toewijzing van financiering voor de verdere ontwikkeling van interventies om mes gerelateerde criminaliteit aan te pakken.
Bron
Figueira, Ana, Emma Alleyne & Jane Wood (July 2024). Fear and Masculinity as Motivational Narratives for Knife-Related Crime: A Systematic Review of the Literature. Trauma, Violence, & Abuse, 27 July, pp. 1-14.
https://journals.sagepub.com/doi/10.1177/15248380241266206
Summary
Males are routinely identified as both the victims and perpetrators of knife-related crime. Explanations have typically fallen into two categories: fear of further victimization (i.e., need for protection) and masculine gender norms (e.g., a display of “toughness”). However, these two works of literature have not yet been brought together to provide us with a fruitful theoretical understanding of why some young men engage in knife-related crime. The purpose of this systematic review is to consolidate and synthesize the available research on fear and masculinity as explanations for knife-related crime.
In all, 23 studies were identified as meeting the inclusion criteria. The findings of the studies reviewed highlight the importance of considering the cognitive analysis of risk and perceptions of risk in young males’ decisions to engage in knife-related crime. These perceptions of risk are shaped by previous victimization through a contagion effect and contribute to the development of an aggressive masculinity that justifies the behavior. However, it is not very well understood the role of fear contagion, and victimization in the shaping of masculine ideals within groups of young men involved in knife-related crimes. Additional research is needed to explore these findings and shed light on the complex interplay between these factors to inform viable treatment options for young men engaged in knife-related crime.
This review found that the literature available on knife related crime is riddled with varying terms likely due to the fact that the current literature does not distinguish between carrying of knives and using knives within violence. It also found that knife-related crime tends to usually be investigated as part of wider weapon carrying behaviors and rarely seen as a distinct behavior with unique motivations. Future research investigating knife-related crime should aim at exploring whether the use of knives and carrying of knives should be seen as distinct and, as such, influenced by different factors using samples that employ more rigorous sampling
methods.
While this review is preoccupied with understanding the research that investigates masculinity and fear as motivational narratives for males who engage in knife related crime, it is apparent that there is a lack of research into females who engage in this type of behavior. Much of what is understood in relation to females who engage in knife-related crime is anecdotal. A number of areas remain unexplored including females as “holders” of knives, their role within male-dominated group dynamics and in the “mediation” of violence, and whether there are any connections between females who carry or hold knives for males and sexual violence victimization against them. There is also a need to work toward the development of a theoretical understanding of knife-related crime.
With young males being repeatedly identified as both perpetrators and victims of knife crime, further research is needed to support the development of our theoretical understanding of why some males engage in knife-related crime. This review suggests a theory for understanding knife-related crime. Young males’ decisions to engage in knife-related crime are based on their analysis of risk and perceptions of risk. These perceptions of risk through a contagion effect are shaped and further influenced by instances of previous victimization as a result of knife-related crime. This, in turn, contributes to the development of an aggressive masculinity that justifies the behavior. Additional research is needed focusing particularly on understanding this complex interplay. As knife-related crime has become more and more embedded in political agendas, high-quality research will support further government initiatives, particularly in relation to the allocation of funding for the development of interventions to target and address knife-related crime.
Afsluitend
Ook bij dit onderwerp is er sprake van een zogenaamde ´varkenscyclus´ in het beleid en praktijk. Ruim vijftien jaar geleden was er ook een ware golf van aandacht voor het fenomeen van ´messencriminaliteit´, zowel in het VK alsook in Nederland. Vaak blijkt dan jaren later dat het collectieve geheugen binnen ons ministerie van Justitie & Veiligheid en daarbuiten bijna geheel is verdwenen. We gaan weer opnieuw fris en ´nieuw´ beleid maken.
Soms is dat noodzakelijk wanneer de context waarbinnen dat geweld plaats vindt beduidend is veranderd. Maar meestal kan er geleerd worden van eerdere ervaringen met de aanpak van het fenomeen. Dat geldt trouwens voor veel meer criminaliteitsfenomenen. Vanwege de aandacht voor het onderwerp van messencriminaliteit heb ik de afgelopen jaren deze ‘’kennisparels’’ over onderwerp verstuurd: 6;108;299;435;518;529;530; en 702. Ik zou zeggen maak er gebruik van, ze zijn gratis te downloaden vanaf: https://prohic.nl/de-parels-van-jaap-de-waard/: kennis voor beleid én praktijk.