Inleiding
´It is easy to lie with statistics, but it is easier to lie without them (Frederic Mosteller)´. Goede morgen allemaal op deze maandag 23 september 2024. Na drie weken verlof, deels in Frankrijk en Italië, ga ik weer aan het werk voor de justitiebaas. Ik begin dan uiteraard weer met het versturen van een verse ´kennisparel´. Maar traditiegetrouw begin ik met een (rustig) liedje: https://www.youtube.com/watch?v=fIzOEG9ExPk Tijdens mijn vakantie verscheen bij het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum de cijferbijbel over jeugdcriminaliteit tegelijkertijd met de Monitor Zelfgerapporteerde Jeugddelinquentie 2023. Vanwege de blijvende aandacht voor het fenomeen van jeugdcriminaliteit en natuurlijk de kwaliteit van beide rapporten voeg ik ze toe als ´kennisparel(s)´.
Trouwens, ook hier geldt dat wij in Nederland een zeer goede informatiepositie hebben waar het de ontwikkelingen in criminaliteit en rechtshandhaving betreft, in dit geval trends en ontwikkelingen in de jeugdcriminaliteit. Ik durf te stellen dat wij in Nederland ten opzichte van andere Europese landen één van de beste posities innemen waar het om (statistische) kennis en informatie gaat rond trends in de criminaliteit en rechtshandhaving.
Het doel van beide ´kennisparels´ is een breed overzicht te geven van de ontwikkelingen in de jeugdcriminaliteit in Nederland. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van gegevens uit verschillende bronnen: naast gegevens van politie en justitie over jeugdige verdachten, veroordeelde daders en afdoeningen door politie, het Openbaar Ministerie (OM) en de rechterlijke macht (ZM), worden afzonderlijk gegevens en resultaten gepresenteerd over zelfgerapporteerd daderschap op basis van een representatieve steekproef onder Nederlandse jongeren.
Waar het de criminele carrière van jeugdige daders gaat het volgende. Grofweg tekent zich voor wat de ontwikkelingspaden naar delinquentie het volgende patroon af. Zo’n 70% van de jongeren vertoont geen, nauwelijks of hoogst incidenteel delinquent gedrag. Ongeveer 15% van de jongeren ontwikkelt dat duidelijk wel, doorgaans rond 14-16 jaar, maar de piek daarin wordt gevolgd door een scherpe daling: er is dus sprake van tijdelijke delinquentie. Bij 5-10% is sprake van een later in de adolescentie of (jonge) volwassenheid opkomen van delinquent gedrag dat pas later aan een daling toe is.
En er blijft dan een groep van zo’n 5% ‘persistente delinquenten’ over die al snel veel delinquentie laat zien en daar mee blijft doorgaan – pas in de onvolwassenheid treedt zich pas langzaam een dalende trend af. Hiermee wordt helder, dat de groep jongeren die zich nadrukkelijk crimineel manifesteert (30% van alle jongeren) in meerderheid bestaat uit jongeren bij wie de delinquentie van vooral voorbijgaande aard is. Maar één op de 6 van hen behoort tot de groep ‘persistenten’. Daarbij zijn de instapdelicten van deze groep voor wat betreft de ernst van het lichte kaliber (winkeldiefstal, fietsdiefstal, insluiping). Later volgt het pad naar de meer ernstige delicten. Het vergt nogal ervaring, lef en expertise om als eerste delict ernstige geweldscriminaliteit te plegen. Maar nu naar beide ´kennisparels´.
Bron
Laan, A.M. van der, N. Tollenaar, J. Beijers & R. Kessels (september 2024). Ontwikkelingen in de jeugdcriminaliteit 2000-2023: Synthese van bevindingen uit de Monitor Jeugdcriminaliteit. Den Haag: Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum, 74 pp. https://repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/3384
Tollenaar, N., J. Beijers & A.M. van der Laan (september 2024). Monitor zelfgerapporteerde jeugddelinquentie 2023. Den Haag: Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum, 129 pp. https://repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/3385
Summary
To know how juveniles in the Netherlands are doing, developments in Youth Crime are periodically researched and compiled by the WODC, in cooperation with CBS. The two most recent studies are the ‘Monitor Self-Reported Youth Delinquency 2023’ and the ‘Monitor Youth Crime 2000-2023 Synthesis Study’. The latter provides an overarching picture of developments in juvenile delinquency in the Netherlands up to and including 2023.
The picture of an increasingly younger age of suspects and offenders is not found as a general trend in the (national) figures. Nor is there any evidence of hardening in the longer term, at least in the sense that young people are more often suspected or convicted of serious violent crimes. However, this does not rule out the possibility that there may not be hardening in certain types of crimes or in specific regions. The percentage of young people who say they themselves have committed a crime is about 10 times higher than the percentage of juvenile suspects recorded by police. Although these are mostly minor offences that will usually not lead to prosecution, it gives insight into a proportion of offences that are not or only marginally in the picture of the police or judiciary. These are findings from the two enclosed ‘knowledge pearls’. Both part of the Youth Crime Monitor research programme.
Registered youth crime in the Netherlands has declined sharply over the past two decades. Compared to the peak years in 2006-2008, the numbers of juvenile suspects and criminal offenders have more than halved by 2023. Violent crime has also generally declined, although recently, it first showed a (slight) increase followed by a levelling off. For instance, since 2019, the number of crimes with a juvenile suspect involving (stabbing) weapons has been (slightly) higher than in the previous five years, and the number of juveniles convicted of some serious violent crimes such as aggravated assault or (attempted) manslaughter has increased since 2017. The increase in serious violent crime by juveniles has levelled off in the last two years and even decreased, according to the Public Prosecutor’s Office. It is still unclear whether this levelling off will continue.
Juvenile crime recorded by the police is concentrated in a small number of neighbourhoods, especially within large cities. This concentration remains stable over time. On the one hand, this may be due to structural social and economic characteristics of neighbourhoods; on the other hand, it may have to do with the available data. Whereas police records show clear differences between population groups and geographical regions, these differences are much smaller or even absent in self-reported data.
At the national level, there is still little insight on trends in youth cybercrime suspects and criminal offenders. Self-reporting shows that cyber and digitised crimes are among the common offences reported by young people. Logging into someone else’s account without their consent (hacking) is the most commonly reported, followed by buying something on the internet without paying for it and theft of virtual goods in games.
Afsluitend
De vlag kan dus uit zou je zeggen gezien de significant neergaande trends in de jeugdcriminaliteit in Nederland. Die positieve trends zijn trouwens ook waarneembaar in een fors aantal geïndustrialiseerde landen, zie bijvoorbeeld: https://www.researchgate.net/publication/314285489_Verdampende_jeugdcriminaliteit_Verklaringen_van_de_internationale_daling en https://www.researchgate.net/publication/375775160_Jeugdcriminaliteit_kennisparels_2020-2024_Een_overzicht_van_een_op_evidentie_gebaseerde_aanpak
Maar niets is minder waar: die vlag is nooit uitgegaan. Waar het succesvol beleid betreft rond criminaliteit en rechtshandhaving gaat de vlag in Nederland niet uit. Goed nieuws rond dat thema is blijkbaar geen nieuws. Dat is jammer want er zijn genoeg successen te vieren waar het succesvol beleid en een succesvolle aanpak betreft van criminaliteit, zie bijvoorbeeld deze PowerPoint presentatie: https://www.researchgate.net/publication/342803309_Het_beeld_van_de_criminaliteit_in_Nederland_anno_2024_Trends_achtergronden_en_verklaringen En die successen zijn er mede dankzij de inspanningen van veel mensen die in de zogenaamde strafrechtketen werken (Preventie, Opsporing, Vervolging, Berechting, Strafuitvoering en Nazorg aan veroordeelden en slachtoffers) is de criminaliteit significant gedaald. Bedankt dus allemaal, mooi en belangrijke werk. Want uiteindelijk gaat het erom slachtofferschap en daderschap te voorkomen.