Inleiding

Ik wens jullie een prima dag toe op deze donderdag 14 november 2024. Ik begin in deze roerige tijden met een vrolijk liefdesliedje: https://www.youtube.com/watch?v=lKuc3faQAEs Mooi. Vandaag in jullie mailbox een kakelverse ´kennisparel´ waarin een stand-van-zaken overzicht wordt gepresenteerd over geweldstoepassing binnen de georganiseerde misdaad in Nederland. Dit fenomeenbeeld over geweld maakt deel uit van een reeks van fenomeenbeelden die in opdracht van de Nationaal Intelligencecoördinator in 2024 verschijnen. Het fenomeenbeeld moet inzichten verschaffen voor een aanpakstrategie van de politie. Het onderzoek ten behoeve van dit beeld richt zich op twee verschijningsvormen van fysiek geweld gericht tegen personen binnen het domein van de georganiseerde criminaliteit: moord en doodslag in het criminele milieu en aanslagen met explosieven.

Het aantal liquidaties in ons land neemt af en plegers ervan worden niet steeds jonger; aanslagen met explosieven nemen juist toe, maar hebben minder vaak een criminele achtergrond dan tot nu toe werd gedacht. Dat zijn de belangrijkste conclusies van het fenomeenbeeld ‘Geweld van de georganiseerde misdaad in beeld’.

Ik loop alvast vooruit op de inhoud van de bijgesloten ´kennisparel´ maar het mooie is dat een aantal stevige mythen rond geweld binnen de georganiseerde misdaadmarkt wordt ontmaskerd. En dat is natuurlijk ook een belangrijke rol die de wetenschappelijke wereld speelt. Helaas blijkt maar al te vaak dat ondanks de evidentie die mythen opzij zet, in de politiek en beleid er vaak hardnekkig aan vast wordt gehouden. Ik maakte ooit deze PowerPoint over een aantal va die hardnekkige mythen rond criminaliteit en rechtshandhaving: https://www.researchgate.net/publication/301836009_Mythen_van_criminaliteitsbeleid De discussie gisteren in de Tweede Kamer over de situatie in Amsterdam is daar een schoolvoorbeeld van. In feite wordt er opnieuw gepleit voor ´postcodediscriminatie´: https://ccv-secondant.nl/platform/article/postcoderacisme-of-discriminatie

Bron

Boerman, Frank, Ewout Stoffers & Danijel Tadic (november 2024). Geweld van de georganiseerde misdaad in beeld: Moord & doodslag en aanslagen met explosieven, fenomeenbeeld 2024. Driebergen: Nationale Politie, Eenheid Landelijke Opsporing en Interventies en Eenheid Landelijke Expertis een Operaties, 105 pp. https://www.politie.nl/nieuws/2024/november/14/00-fenomeenbeeld-geweld-minder-liquidaties-meer-aanslagen.html

Summary

Of all 965 cases of murder and manslaughter in the Netherlands in the period 2016-2023, one in seven is a murder/death in the criminal milieu. This is when there is a link to criminal activity for both offender and victim. If, in addition, there was also a premeditated murder plan, we speak of a liquidation. Between 2016 and 2023, an average of eight liquidations took place per year in the Netherlands. In 2023, there were three. If we look at where and when murder/killing in the criminal milieu occurs, we see differences between, on the one hand, cases with a premeditated murder plan (liquidations) and, on the other hand, other cases in the criminal milieu involving a situation that has ‘got out of hand’. Admittedly, the big cities of Amsterdam and Rotterdam are hotspots for both, but where liquidations nevertheless remain primarily a Randstad problem, the other cases take place more spread across the country.

The order to be liquidated comes more often from the ‘own camp’ than from the ‘enemy camp’. This emerges from an analysis of the motives behind liquidations. In the ‘own camp,’ we include those with a cooperative relationship or for whom one performs manual labour. The most common motives for liquidating someone from one’s ‘own camp’ are non-performance, theft from one’s own collaborative relationship and talking to the police and justice or ‘talking’ in the criminal milieu. The prevailing perception that it is mainly antagonists in the milieu who eliminate each other, therefore, deserves correction: the danger comes more often from within than from outside one’s own criminal network.

Almost all cases of murder/death within the criminal milieu that end fatally without prior cause (25 out of 26 cases) are related to drug deals or drug trips. Many of these cases are linked to interests in the cocaine market. This is particularly true of liquidations (78%) and, to a lesser extent, other cases of murder/death in the criminal milieu (33%). In contrast, other cases are much more likely than liquidations to be related to the cannabis market (25% versus 5%). Consider, for example, cases where ripping off a hemp plantation gets out of hand. All in all, this means that within the cocaine market, planned killings are much more common than within the cannabis market. Fatalities also occur as a result of interest in the synthetic drug market and the heroin market, but less frequently (9% and 4%).

The study also shows that shooters are not increasingly younger. The researchers see that although the average age of offenders decreased over the period studied, this is caused by a decrease in older offenders. For instance, in 2017, the oldest shooter was 50 years old, while in 2023 it was 30. Another recent publication by the researchers already showed that perpetrators of liquidations tend to have extensive criminal records.

Since 2021, the number of attacks involving explosives in the Netherlands has risen sharply. These are incidents in which explosive material is detonated with the aim of threatening someone. Police figures show that the number of attacks has roughly doubled each year since 2021: from 212 to 439 in 2022, to 1017 in 2023 (expected to exceed 1,000 in 2024, JdW). There has thus been a fourfold increase in the number of attacks in the Netherlands since 2021. Two-thirds of attacks with explosives in the Netherlands take place in North Holland or South Holland. This mainly affects large cities. Over a third of all attacks in the Netherlands in the period 2021 – 2023, took place in the three big cities of Amsterdam, Rotterdam and The Hague. The number of attacks in the fourth major city in the Randstad, Utrecht, is comparatively limited (39).

Closer examination of some of the attacks involving explosives provides us with insight into the motive. This also allowed us to determine whether an attack has a link to criminal – or other activities. It then turns out that many attacks have no link to criminal activities. Instead of settling conflicts within the criminal milieu, it is more often a case of settling quarrels between non-criminals. About eighty per cent of all attacks in the Netherlands in the period 2021-2023 involved heavy, professional fireworks. Often, these are bangers, banging fireworks with a fuse or friction ignition. This category also includes the Cobras, which are now familiar to the public. These and other types of heavy, professional fireworks sometimes also act as building materials for homemade improvised explosive devices. Popping fireworks are also combined with fuel, creating a firebomb.

Afsluitend

Naar mijn mening een prima ´kennisparel´ waarin een aantal mythes rond het fenomeen van georganiseerde misdaad wordt ontmaskerd. Zie trouwens deze verzameling verschenen ´georganiseerde misdaadparels´ die ik de afgelopen jaren heb verstuurd: https://www.researchgate.net/publication/360773928_Georganiseerde_Misdaad_Kennisparels_2020-2024_Een_overzicht_van_op_evidentie_gebaseerde_inzichten_rond_georganiseerde_misdaad Over criminaliteit wordt veel gezegd en geschreven. Daardoor ontstaan bij inwoners beelden over criminaliteit en dit geldt zeker ook voor liquidaties. Omdat berichtgeving over liquidaties vooral spraakmakende casuïstiek belicht, wekt dit bij het publiek snel de indruk dat zo’n liquidatie karakteristiek en maatgevend is voor de gang van zaken bij liquidaties in het algemeen. Dit leidt echter tot vertekende beelden en dat beïnvloedt het veiligheidsgevoel van burgers. Het dominante beeld rondom liquidaties is dat ze plaatsvinden tussen rivaliserende groepen, gepleegd worden op klaarlichte dag, met een groot gevaar voor omstanders vanwege het gebruik van automatische vuurwapens en door steeds jongere betrokkenen, zonder criminele voorgeschiedenis. Uit het onderzoek blijkt dat dit beeld niet strookt met de feiten.

Ook blijkt dat dat veel aanslagen geen link met criminele activiteiten hebben. In plaats van het beslechten van conflicten binnen het criminele milieu, is vaker sprake van het uitvechten van ruzies tussen niet-criminelen. Al met al vereist een effectieve aanpak van de problematiek rond moord en doodslag in het criminele milieu en aanslagen met explosieven de inzet van meerdere partijen dan de politie. De politie kan – dankzij strategische analyses zoals die zijn uitgevoerd voor dit fenomeenbeeld – informeren over criminaliteitsproblematiek en die problematiek ook bij andere partijen adresseren. Enerzijds om een reëel beeld te schetsen van ernstige criminaliteitsfenomenen waarover maar al te gemakkelijk vertekende beelden ontstaan, met onnodige angstgevoelens als gevolg. En anderzijds om een maatschappij breed vraagstuk daar neer te leggen waar het in de aanpak thuishoort. Niet alles is met handhaving en opsporing op te lossen.