Inleiding

Goede morgen allemaal op deze donderdag 28 november 2024. Ik begin met een toepasselijk liedje bij de kennisparel van vandaag: https://www.youtube.com/watch?v=SPr15mVw47Q Arnhemse punk. Maar nu naar de ´kennisparel´ van vandaag. Die betreft een recent landen vergelijkend overzicht rond de verschillen in regulering rond prostitutie / sekswerkers binnen de Europese Unie. Er bestaan aanzienlijke meningsverschillen die het publieke debat binnen de EU beïnvloeden over de regulering van prostitutie in de EU. Dit resulteert in een complex juridisch en beleidsmatig landschap. Een gebrek aan uitgebreide statistische gegevens compliceert het beeld en de keuzes die wetgevers maken. Deze zijn vaak diepgeworteld in overkoepelende ideologische benaderingen. Op EU-niveau is het Europees Parlement al lang het primaire forum voor het debatteren over prostitutiekwesties.

Vandaag dus een ´kennisparel´ over wat sommigen wel het oudste beroep ter wereld noemen ´sekswerkers / prostitutie´. Het betreft een vergelijkende Europese studie naar de wet- en regelgeving rond prostitutie in de verschillende lidstaten van de Europese Unie. Het beleid rond prostitutie is een zeer relevante en gevoelige kwestie in de lidstaten van de Europese Unie. Beslissen welk model van prostitutie toe te passen onder de mogelijke (d.w.z. legaliseren en reguleren, criminaliseren of de markt legaal maar ongereguleerd laten) is een politieke beslissing die consequenties met zich meebrengt en gebaseerd is op verschillende perspectieven en keuzes (ethisch, moreel en religieus). Op het niveau van de EU-lidstaten wordt prostitutie aan het ene uiterste beschouwd als een beroep (sekswerk) en is daarom legaal en gereguleerd, terwijl het aan het andere uiterste gecriminaliseerd is.

Hoe staat het met het prostitutiebeleid binnen de verschillende lidstaten van de EU? Welke (politieke) discussies vinden plaats? Welke ethisch, morele en religieuze aspecten spelen hierbij een rol? Wat zijn de effecten van de verschillende manieren van regulering? Welke rol spelen vrouwenrechten en bescherming van sekswerkers in de verschillende lidstaten? Wat is de rol van vrouwenhandel in de verschillende lidstaten? Bijgesloten ´kennisparel´ geeft daarop (deels) een antwoord.

Bron

Bąkowski, Piotr & and Martina Prpic (November 2024). Regulation of prostitution in the European Union: Laws and policies in selected EU Member States. Brussels: European Parliamentary Research Service, Members’ Research Service, 38 pp. https://www.europarl.europa.eu/thinktank/en/document/EPRS_IDA(2024)762354

Summary

Drawing on diverse underlying rationales, policies on prostitution – in the EU and elsewhere – vary both in their objectives and in their strategies for achieving those objectives. These distinctions manifest in the terminology used, with ‘prostitution’ typically favored by stakeholders aiming to curb or eradicate the practice, and the term ‘sex work’ embraced by those who view prostitution as a legitimate form of employment. Formulating policies on prostitution presents numerous challenges, including a lack of comprehensive statistical data. However, these policies often lack emphasis on the importance of evidence-based approaches – shaped instead by ideological beliefs and moral perspectives.

While discussions on prostitution transcend feminism, feminist ideologies have had a particularly strong impact on policy formulation. Academic classification of prostitution policies into national models or regimes is subject to ongoing debate, with criticism directed towards the ‘model approach’ for oversimplifying the complexities of these policies and failing to capture regional and local variations. Traditionally, policies have been categorized into overarching ideological approaches: ‘prohibitionism’, which seeks to outlaw all aspects of prostitution; and ‘abolitionism’, which focuses on criminalizing the facilitation and purchase, but not the sale of sexual services.

However, there is a growing tendency towards classifying policies as falling under criminalization (of purchase or sale), legalization (regulation) or decriminalization. Given the EU’s lack of explicit authority to regulate prostitution, which falls within the exclusive competence of individual Member States, stakeholders both within and outside EU institutions advocate framing prostitution as a problem linked to areas where the EU does have competence; these include gender equality, violence against women, human trafficking, and the free movement of services. With the European Commission and the Council largely silent on the issue, debates predominantly occur within the European Parliament, and are marked by strong disagreements between Members subscribing to opposing approaches.

Prostitution is subject to varying regulations across the EU, leading to a diverse array of national legislative and policy frameworks. Member States differ as to how they address the sale or purchase of sex, as well as the exploitation of prostitution. This variety is due not only to EU Member States’ different historical and cultural backgrounds, but also to the current local state of affairs, especially as regards the situation in the field, and the priorities of the governments in power. In some Member States, there is a strong concern that prostitution constitutes violence against women. Those States usually tend to penalize buyers of sexual services. By contrast, some other Member States recognize that ‘sex work’ is a voluntary choice for some and tailor their legal frameworks accordingly.

Afsluitend

De regulering van prostitutie in de EU is aan verandering onderhevig. De meeste EU-lidstaten hebben echter een gemeenschappelijk kenmerk: ze tonen een bepaald niveau van begrip voor de situatie van degenen die zich bezighouden met prostitutie / sekswerk en zorgen ervoor dat ze geen extra problemen voor hen creëren. De middelen om een ​​evenwichtige regulering van prostitutie te bereiken verschillen echter. Onderzoek en statistische informatie en trendgegevens zijn essentieel voor het evalueren van de meest gunstige handelwijze / beleidsoptie en deze zijn momenteel nog steeds ontoereikend om definitieve conclusies te trekken.

Prostitutiebeleid kan verschillende materiële en immateriële kosten met zich meebrengen. Onder deze kosten zijn kosten die verband houden met criminele activiteiten van (transnationale) georganiseerde misdaadgroepen die zich bezighouden met mensenhandel (THB), vaak vrouwen en meisjes, voor seksuele uitbuiting. Deze kosten omvatten schendingen van mensenrechten van slachtoffers en EU-burgers, die worden blootgesteld aan de bedreigingen door grensoverschrijdende georganiseerde misdaad (TOC). Dat fenomeen kan afhangen van de asymmetrie in de bestaande wetgeving in een gemeenschappelijke markt zoals die van de EU. Bijgesloten vergelijkende studie biedt aanknopingspunten welke beleidsvormen en keuzen het meest effectief kunnen zijn om deze schade onder slachtoffers te voorkomen. Uiteraard is hier de specifieke context en cultuur van lidstaten van belang bij het maken van die beleidskeuze. Opnieuw ´food for thought´. Maak er gebruik van!