Vandaag een nieuwe ´kennisparel´ over diversion maatregelen, in dit geval door de politie, om jongeren buiten het formele justitiële systeem te houden. Een leuk weetje: Nederland kent daarin een lange traditie. Margot Andriessen was één van de grondleggers. Ze werd in 1970 wetenschappelijk onderzoeker en later universitair hoofddocent bij de vakgroep Criminologie in Groningen. Ze promoveerde in 1976 op ‘Kijken bij de Kinderpolitie’, waarvoor ze een paar jaar meeliep als rechercheur. Andriessen stichtte in Groningen een opvangcentrum voor jeugdige delinquenten (RBS 38). Daar werden jongeren naartoe gestuurd door de politie, zodat na een proces-verbaal meteen met een verbeteraanpak kon worden begonnen. Meerdere malen werd ze uitgenodigd in de Verenigde Staten college te geven en onderzoek te doen. Voor een klassieker zie: https://wodc.nl/onderzoeksdatabase/jv197606-diversion.aspx In Nederland leidde haar aanpak tot herziening van het jeugdstrafrecht en de invoering van alternatieve straffen.
Later volgde in 1981 de eerste HALT maatregel in Rotterdam. Bij volwassenen werd in 1981 een aanvang gemaakt met het experiment dienstverlening, voor de minderjarigen volgde in 1983 het experiment met alternatieve sancties (dienstverlening en leerprojecten). Voor de echte liefhebber een oudje uit 1988 waarin een overzicht wordt gegeven van deze experimenten: https://wodc.nl/binaries/jv8803-volledige-tekst_tcm28-76226.pdf
Vandaag dus bijgesloten een systematische review waarin een oordeel wordt gegeven over de mate van effectiviteit van de huidige internationale aanpak naar diversion praktijken door de politie gericht op jongeren. Dit met het doel om zo min mogelijk schade aan te richten bij jongeren, wanneer zij wel met het formele justitiële systeem in aanraking zouden zijn komen.
Bron
Wilson, David B., Iain Brennan & Ajima Olaghere (2018). Police‐initiated diversion for youth to prevent future delinquent behavior: A systematic review. Campbell Systematic Reviews, vol. 14, no. 1, June, pp. 1-88. https://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.4073/csr.2018.5
What is this review about?
Youth misconduct and misbehavior is a normal part of adolescence and that misbehavior sometimes crosses the line from disruptive or problematic to delinquent. Nationally representative surveys of youth in the USA have indicated that minor delinquent behavior is normative, particularly for boys. The normative nature of minor delinquent behavior raises the question of how police should respond to minor delinquent behavior in a way that is corrective, but also avoids involving the youth in the criminal justice system beyond what will be effective in reducing future misbehavior. Police diversion schemes are a collection of strategies police can apply as an alternative to court processing of youth. Diversion as an option is popular among law enforcement officers, as it provides an option between ignoring youth engaged in minor wrongdoing and formally charging such youth with a crime. Police‐led diversion has the potential to reduce reoffending by limiting the exposure of low‐risk youth to potentially harmful effects of engagement with the criminal justice system.
What are the main findings of this review?
This review includes studies that evaluated the effects of police‐led diversionary practices compared to traditional processing for youth under 18 years of age. We identified a total of 14 manuscripts representing 19 evaluations. Of these 19 evaluations, 13 used randomized controlled designs (random assignment to conditions) and 6 used quasi‐experimental designs (no random assignment to conditions). Many of these designs included two or more diversionary conditions compared to a common control (traditional processing) producing 31 treatment‐comparison contrasts for analysis. These studies were conducted between 1973 and 2011, inclusively. Most were conducted in the USA (11) with the remaining conducted in Canada (4), Australia (2), and the UK (2).
The general pattern of evidence is positive, suggesting that police‐led diversion reduces the future delinquent behavior of low‐risk youth relative to traditional processing. Assuming a 50 percent reoffending rate for the traditional processing condition, the results suggest a reoffending rate of roughly 44 percent for the diverted youth. This overall benefit of diversion holds for the random assignment studies judged to be free from any obvious risks of bias. No meaningful differences were found across types of diversionary programs. Furthermore, we found no evidence to suggest these findings suffer from publication selection bias.
What do the findings of this review mean?
The findings from this systematic review support the use of police‐led diversion for low‐risk youth with limited or no prior involvement with the juvenile justice system. Thus, police departments and policy‐makers should consider diversionary programs as part of the mix of solutions for addressing youth crime. Many of the studies included in the review were conducted in the 1970s and 1980s. Newer high quality studies are needed to ensure that the findings still hold for contemporary juvenile justice contexts. Additional studies are also needed outside of the USA for this same reason. Finally, we recommend that research explore the usefulness of diversion for low‐risk adult offenders.
Kortom, de keuze in Nederland, om jongeren via alternatieve sancties te bestraffen in plaats met een formele justitiële sanctie blijkt op basis van de internationale evidentie daarover een juiste te zijn. En dat al sinds eind jaren ´70 van de vorige eeuw, over ´old school´ gesproken. Dat was het weer voor vandaag. Alweer een mooie dag, dus geniet van je omgeving, je familie en vrienden / kennissen. En wees vooral aardig voor elkaar en blijf gezond. Op naar de volgende ´parel´.