Inleiding en context
Goede morgen allemaal op deze mooie donderdag 10 februari 2022. Ik werk vandaag op het kantoor van het ministerie van Justitie & Veiligheid in Den Haag. Leuk om weer collega´s in levende lijve te ontmoeten. Hopelijk zit er de komende tijd progressie in de mate waarin we elkaar weer ´live´ kunnen ontmoeten en spreken. Volgens de berichten ziet het er in ieder geval goed uit. OK, nu op naar de ´kennisparel´ van vandaag. Het betreft een systematisch overzicht over wat bekend is betreffende de mate waarin mannen slachtoffer worden van huiselijk geweld. Een klassiek artikel uit 1977 spreekt al over ´de battered husband syndrome´: https://www.ojp.gov/ncjrs/virtual-library/abstracts/battered-husband-syndrome Het betreft slachtofferschap van mannen binnen een intieme relatie die fysieke, seksuele of psychologische schade toebrengt. Het betreft dus lichamelijke agressie, seksuele dwang, psychologisch misbruik en controlerend gedrag waaronder financieel misbruik. Huiselijk geweld treft mensen van elke afkomst, bevolkingsklasse, leeftijd, sociaaleconomisch status, geslacht, seksuele identiteit en relatiestatus.
Bij het horen van de term ‘huiselijk geweld’ nemen we vaak automatisch aan dat het slachtoffer een vrouw is en de aanvaller een man. Mannen worden immers traditioneel gezien als de meest agressieve van de twee geslachten en de slachtoffers van de meeste situaties van huiselijk geweld zijn inderdaad vrouwen. Maar bij huiselijk geweld zijn vrouwen ook de agressors waardoor een nieuwe categorie slachtoffers ontstaat die bekend staat als de mishandelde echtgenoot. Een mishandelde echtgenoot lijdt onder dezelfde emotionele, verbale en fysieke mishandeling als een mishandelde vrouw. Hij is echter minder geneigd deze misdaden aan de autoriteiten te melden. Hoewel er dus een algemene consensus bestaat dat mannen ook het slachtoffer zijn van huiselijk geweld zoals hierboven beschreven bestaan er relatief weinig studies waarin slachtofferschap van huiselijk geweld onder mannen is onderzocht.
Hoe staat het met de verschillen in slachtofferschap en daderschap bij huiselijk geweld in Nederland? Wij hebben daarvoor een prima kennisbron beschikbaar. In Nederland kunnen we terugvallen op de Prevalentiemonitor huiselijk geweld en seksueel geweld 2020. Ik stuurde daarover eerder deze ´kennisparel´: https://prohic.nl/2020/12/23/142-23-december-2020-prevalentiemonitor-huiselijk-geweld-en-seksueel-geweld-2020/ Wat blijkt hieruit wanneer we het over slachtofferschap en daderschap van mannen en vrouwen hebben? Huiselijk geweld treft met name jongvolwassenen en neemt af met de leeftijd. Zo zei 24 procent van de 16- tot 18-jarigen en 18 procent van de 18- tot 24-jarigen slachtoffer te zijn geweest van geweld in de huiselijke kring, tegen 3 procent van de 65-plussers. Vrouwen zijn iets vaker slachtoffer dan mannen: 9 procent tegen 7 procent.
Mannen en vrouwen maken vrijwel even vaak verbale agressie in de huiselijke kring mee. Jongeren tussen de 16 en 18 jaar geven naar verhouding vaak aan slachtoffer te zijn geweest van fysiek geweld in huiselijke kring, gevolgd door jongeren tussen de 18 en 24 jaar. Zo kreeg 16 procent van de 16- tot 18-jarigen en 10 procent van de 18- tot 24-jarigen hier in de afgelopen 12 maanden mee te maken, tegen 1 procent van de 65-plussers. Slachtofferschap van fysiek geweld in de huiselijke kring komt nagenoeg even vaak voor bij vrouwen als bij mannen. Bijna een derde van de personen die aangeven in de afgelopen 12 maanden slachtoffer te zijn geweest van fysiek geweld in de huiselijke kring, zegt dat de partner dit deed. Dit betreft vrijwel even vaak een vrouwelijke als mannelijke partner. Ook broers worden naar verhouding vaak genoemd als pleger van fysiek geweld. De pleger(s) van fysiek geweld verschillen nagenoeg niet tussen mannelijke en vrouwelijke slachtoffers.
Van degenen bij wie ooit een relatie is geëindigd verschilt het slachtofferschap van stalken naar leeftijd: hoe ouder, des te kleiner het percentage slachtoffers van stalking door een ex-partner. Zo kreeg 6 procent van de 16- tot 18-jarigen hier in de afgelopen 12 maanden mee te maken tegen 0,4 procent van de 65-plussers. Daarnaast worden vrouwen iets vaker gestalkt dan mannen. Tja dat zijn toch wel verrassende uitkomsten voor wat betreft de verschillen tussen slachtofferschap en daderschap van huiselijk geweld in Nederland. Maar nu naar de ´kennisparel´ van vandaag.
Bron
Scott-Storey, Kelly, Sue O’Donnell, Marilyn Ford-Gilboe, Colleen Varcoe, Nadine Wathen, Jeannie Malcolm & Charlene Vincent (January 2022). What About the Men? A Critical Review of Men’s Experiences of Intimate Partner Violence. Trauma, Violence & Abuse, 30 January, pp. 1-15 https://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/15248380211043827
Summary
Intimate partner violence (IPV) is a health problem affecting people of all genders and other social locations. While IPV victimization of cis-gendered women has been widely researched, how men conceptualized or experience IPV victimization, and the variations in their experiences of IPV, has not been thoroughly examined. In this critical review of men’s experiences of IPV, an extensive search of peer reviewed literature was conducted using multiple database (Cochrane database, MEDLINE, CINAHL, Embase, PsycgINFO, and Google Scholar) as well as the gray literature. We critically reviewed examining the conceptual foundations of IPV victimization among men. The influence or gender roles and societal expectation on men’s experiences and perceptions of IPV victimization and their help-seeking behavior are explored. Current knowledge about types, tactics, and patterns of IPV against men and the health and social consequences of IPV are addresses. Additionally, the conceptual and empirical limitations of current research are discussed, including the tendency to compare only the prevalence rates of discrete incidents of abuse among women versus men; the use of IPV measures not designed to capture men’s conceptualizations of IPV; and the lack of attention given to sex and gender identity of both the victim and perpetrator. Future research priorities that address these limitations and seek to strengthen and deepen knowledge about IPV among men are identified.
Afsluitend
Mannen worden dus ook emotioneel, fysiek of seksueel misbruikt in de relatiesfeer en komt meestal voor in gewelddadige intieme relaties. Het is in feite een onderbelicht gegeven, ook in de huidige discussie over huiselijk geweld.Huiselijk geweld kan iedereen overkomen, vrouwen en mannen. In de jaren zeventig van de vorige eeuw werd voor het eerst aandacht aan dit fenomeen besteed. Huiselijk geweld en misbruik is een patroon van bedreigend, controlerend, vernederend, krachtig en gewelddadig gedrag tegen zowel mannen als vrouwen. Ik verwijs de geïnteresseerde lezer nog naar deze pagina: https://en.wikipedia.org/wiki/Domestic_violence_against_men
Slachtofferschap van huiselijk geweld kan leiden tot intense angst, schaamte en verwarring. Dit geweld en misbruik kan ingrijpende gevolgen hebben voor de mentale en emotionele gezondheid en kan leiden tot bijvoorbeeld PTSS. Tekenen van PTSS door huiselijk geweld zijn onder meer: Nachtmerries; Opdringerige herinneringen; Aanhoudende angst; Aanhoudende rusteloosheid; Snel schrikken; Geloven dat je in gevaar bent, zelfs als je dat niet bent; Zweten; Misselijkheid; Plaatsen en mensen vermijden die je herinneren aan traumatische gebeurtenissen; Negatief zelfbeeld. Het is dus zaak om zowel bij de aanpak en hulpverlening van huiselijk geweld rekening te houden met het gegeven dat niet alleen vrouwen en meisjes maar ook mannen en jongens slachtoffer en dader zijn. Dat gegeven speelt vaak geen rol in de stereotype discussie die vaak gevoerd wordt in de media en de literatuur: de rol en slachtoffervatbaarheid van het mannelijke slachtoffer is daarbij vrijwel geheel afwezig.