Inleiding en context

Het is vandaag dinsdag 12 juli 2022. Een heerlijke warme zomerse dag ligt in het verschiet. De vakantiegangers op de campings hebben een goede keuze gemaakt, geniet er van. Ik zit op dit moment achter mijn thuiswerkbureau en stuur jullie een nieuwe ‘’kennisparel’’ over pesten. Vandaag een ´kennisparel´ geproduceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het betreft een secundaire analyse op data uit de Veiligheidsmonitor over de omvang en achtergronden van slachtofferschap van pesten waaraan 173 duizend Nederlanders van 15 jaar en ouder hebben deelgenomen.

De Veiligheidsmonitor is een grootschalig enquêteonderzoek onder de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder naar onder meer leefbaarheid, veiligheidsbeleving en slachtofferschap van criminaliteit. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Centraal Bureau voor de Statistiek. Deze rapportage bevat (trend)cijfers voor Nederland als geheel, en ook uitsplitsingen naar politieregio’s en de (middel)grote gemeenten en naar persoonskenmerken.  Hoe ervaren Nederlanders de leefbaarheid van hun woonomgeving? Voelen zij zich er veilig? Hoe vaak zijn ze slachtoffer van criminaliteit? Wat vinden ze van het functioneren van de politie? En welke maatregelen nemen ze om criminaliteit te voorkomen? De cijfers zijn gebaseerd op een grootschalige enquête onder de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder. In 2021 hebben 173 duizend personen de vragenlijst ingevuld. Dit grote aantal respondenten maakt het mogelijk om tot op een gedetailleerd niveau betrouwbare uitspraken te doen over de veiligheid in Nederland. Eerder verstuurde ik deze ´kennisparel´ bij het uitbrengen van de laatste editie van die Veiligheidsmonitor: https://prohic.nl/2022/03/01/353-1-maart-2022-veiligheidsmonitor-2021/

Vandaag dus een analyse over slachtofferschap van pesten. Een totaalbeeld van het pestgedrag in Nederland ontbreekt. In dit artikel wordt op basis van onderzoekdata van de Veiligheidsmonitor 2021 nagegaan welk deel van de bevolking van 15 jaar en ouder in 2021 slachtoffer was van pesten en in hoeverre hierin verschillen bestaan naar geslacht, leeftijd en seksuele voorkeur. Hiermee wordt voor het eerst inzicht gegeven in het totaal aantal pestslachtoffers in Nederland. Een kanttekening hierbij is dat door de onderzoekspopulatie van de Veiligheidsmonitor 15-minners buiten beschouwing blijven, een leeftijdsgroep waarbij pesten relatief vaak voorkomt. Zo zei in het schooljaar 2020-2021 11 procent van de kinderen in groep 6 tot en met 8 van het (speciaal) basisonderwijs dat zij soms tot vaak worden gepest.

In 2021 zei bijna 2 procent van de inwoners in Nederland van 15 jaar en ouder dat ze in de afgelopen twaalf maanden weleens zijn gepest. Dit zijn bijna 240 duizend mensen. Ongeveer 6 op de 10 hebben emotionele of psychische problemen ondervonden als gevolg van het pesten. Mannen en vrouwen werden vrijwel even vaak gepest. Jongeren zijn vaker slachtoffer dan ouderen, en homo’s, lesbiennes en biseksuelen vaker dan heteroseksuelen. Bijna een kwart van de 15-plussers – dat zijn bijna 3,5 miljoen mensen – gaf aan ooit (dus ook langer dan een jaar geleden) gepest te zijn. Er wordt trouwens veel gepubliceerd over pesten, eerder verstuurde ik ‘’kennisparels’’ nummer 27, 195, 201, 294 en 362 over het onderwerp, allemaal te downloaden vanaf: https://prohic.nl/de-parels-van-jaap-de-waard/

Bron

Kloosterman, Rianne & Math Akkermans (juli 2022). Pesten. Statistische Trends, 12 juli, 11 pp. https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/statistische-trends/2022/pesten

Summary

Of the victims, 47 per cent suffered only traditional bullying (not online), 31 per cent experienced only online bullying, and 19 per cent were harassed in both ways. The remaining 3 per cent did not answer how they were bullied. Young victims (15 to 25-year-olds) are more likely to experience online bullying, and older victims (over-45s and especially over-65s) are more likely to experience traditional bullying. For 69 per cent of victims, the perpetrator(s) of the bullying were known from the start. Two per cent initially did not know who the bully was but did later. The perpetrator was often unknown (43 per cent), especially in the case of online bullying. Several perpetrators bullied nearly 6 in 10. Older people were mainly bullied by people from their own neighbourhood, and young people mainly by fellow students or school pupils, or friends.

Bullying has led to emotional or psychological problems for 58 per cent of victims, physical injury or harm for 5 per cent and financial issues for 7 per cent. Traditional bullying has more consequences than online bullying. But it is the combination of the two that has the greatest impact. Of those who were bullied both traditionally and online, 76% said they suffered emotional consequences. Almost 60 per cent had less confidence in others because of the bullying, and 40 per cent felt less safe. It can also lead to depressive symptoms; young people reported this twice as often as older people. Almost 70 per cent of victims reported the bullying somewhere, mainly to family or friends (41 per cent) or the police (22 per cent). Of the victims, 16 per cent reported it to the police. The most important reason for victims not to report to the police was that ‘it doesn’t help anything anyway’. Almost 4 in 10 victims stated this as (one of) the reason(s).

Afsluitend

Een prima ‘’kennisparel’’ naar mijn mening. Pesten is een hardnekkig fenomeen dat breed in de maatschappij voorkomt. Bij pesten wordt het slachtoffer blootgesteld aan negatieve handelingen zoals vervelende opmerkingen, buitensluiting, treiteringen, uitgelachen worden of agressie door één of meerdere personen. Wat zijn de achtergronden van dat slachtoffer- en daderschap. Wat is de relatie tussen ´klassiek pesten´ en ´cyberpesten´? Allemaal relevante vragen waarop wij in Nederland in staat zijn een antwoord te geven. Het is duidelijk dat zowel cyberpesten als klassiek pesten vanwege de omvang, ernst en de mogelijke langdurige psychosociale gevolgen voor slachtoffers de nodige aandacht moet krijgen. Nationaal en internationaal blijkt dat pesten een fors probleem is met alle gevolgen van dien. Belangrijkste problemen zijn de langdurige nadelige effecten die dat pesten op de gepeste kan hebben zowel fysiek als geestelijk. Dit pestgedrag komt zowel voor tussen kinderen en tieners thuis en op school als tussen volwassenen als collega’s op het werk. Alle redenen om pestgedrag serieus aan te pakken.

Uit de hierboven opgesomde eerder verstuurde ‘’kennisparels’’ over pesten blijkt dat er wel degelijk wat aan gedaan kan worden. Die ‘’kennisparels’’ tonen aan dat pesten, gedefinieerd als elk agressief gedrag dat drie sleutelelementen omvat, namelijk: (1) de intentie om schade toe te brengen, (2) repetitief van aard, en (3) een duidelijke machtsongelijkheid tussen dader en slachtoffer, in omvang en ernst kan worden teruggebracht. Dat is goed nieuws omdat er zoals uit bijgesloten ´kennisparel´ blijkt veel negatieve gevolgen verbonden zijn aan het slachtofferschap van pesten, zoals: zelfmoordgedachten, het dragen van wapens, drugsgebruik en gewelds- en vermogensmisdrijven op latere leeftijd. Daarom is pesten een belangrijk fenomeen om te voorkomen via effectieve interventies, zie bijvoorbeeld: https://www.researchgate.net/publication/334083782_Anti-bullying_programs_do_work_Presentation_for_the_Office_of_Resource_Officers_of_the_Educational_Institutions_and_Ministry_of_Education

422-PestenAnalyseVeiligheidsmonitor.CBS12072022Downloaden