Inleiding en context
Een hele goede morgen allemaal op deze donderdag 22 september 2022. ´Miljardenschade door criminaliteit tegen burgers, vooral online veel gedupeerden´ kopte de NOS vanochtend: https://nos.nl/artikel/2445501-miljardenschade-door-criminaliteit-tegen-burgers-vooral-online-veel-gedupeerden En daarom treffen jullie vandaag vers van de pers een hele mooie ‘’kennisparel’’ aan in jullie mailbox. Het betreft de omvangschatting waar de NOS vanochtend over bericht van de financiële schade die individuele slachtoffers ondervinden van tegen hen gepleegde criminaliteit. In 2021 waren Nederlanders naar eigen zeggen slachtoffer van 3,2 miljoen vermogensdelicten en 1,0 miljoen vernielingen. De hierbij zelf gerapporteerde schade bedroeg 2,5 miljard euro. De slachtoffers kregen hiervan ongeveer een derde (0,8 miljard euro) terug van financiële dienstverleners zoals banken en verzekeraars. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van de Veiligheidsmonitor 2021.
De Veiligheidsmonitor is een tweejaarlijkse enquête van het CBS en het ministerie van Justitie en Veiligheid over veiligheid en slachtofferschap van criminaliteit: https://prohic.nl/2022/03/01/353-1-maart-2022-veiligheidsmonitor-2021/ In 2021 namen ruim 173 duizend mensen van 15 jaar of ouder deel aan de enquête. Voor het eerst werd respondenten gevraagd naar de directe financiële schade geleden door criminaliteit. De vraagstelling over financiële schade is beperkt tot de directe schade bij vermogensdelicten of vernieling. De indirecte financiële schade (bijvoorbeeld de tijd die het slachtoffer kwijt is aan het oplossen van de problemen of – bij voertuigdiefstal – de kosten voor alternatief vervoer) is niet meegenomen.
Bij de vraag naar vergoeding kreeg de respondent de antwoordmogelijkheid ‘weet ik nog niet’ aangeboden aangezien de schade-afhandeling langere tijd kan kosten. Desgewenst kon de respondent de vraag naar schade (d.w.z. de waarde van het gestolene / de schade bij vernieling /het aan de crimineel verloren bedrag) en daarmee ook die naar vergoedingen overslaan. Fraude in het betalingsverkeer is in dit onderzoek gedefinieerd als alle vormen van criminaliteit waarbij de dader (al dan niet door spoofing) toegang kreeg tot de rekening van het slachtoffer (bancaire fraude), of waarbij het slachtoffer zelf geld overmaakte naar een crimineel naar aanleiding van spoofing (niet-bancaire fraude).
Bron
Reep, Carin (september 2022). Financiële schade van criminaliteit tegen burgers. CBS Statistische Trends, 22 september, 21 pp.https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/statistische-trends/2022/financiele-schade-van-criminaliteit-tegen-burgers
Summary
A total of 4.2 million crimes against citizens resulting in direct financial damage were committed in 2021. Three-quarters involved the theft of money or belongings, while a quarter involved vandalism. With 1.3 million offences, fraud in online purchases was the most common. At the same time, this is the offence with the lowest damage amounts: half of them were below €50. Car theft has the greatest damage per offence but is relatively infrequent: 10 thousand cars were stolen, according to statements in the survey. Many cars were vandalised: 557 thousand, half involving at least 600 euros damage. Over 700 thousand bicycles were stolen, half worth less than 300 euros. Payment fraud was estimated at 157 thousand. Eighty-two thousand offences involved banking fraud. In half of these, the damage was limited to 400 euros.
The destruction of cars and bicycle theft caused the greatest financial damage among citizens in 2021. The destruction of cars led to 444 million euros damage, while the damage caused by bicycle theft amounted to 404 million euros. Purchase fraud also had a relatively great total damage of €238 million. Twenty-eight per cent of the total financial damage of 2.5 billion euros is due to online crimes.
According to the victims, financial service providers such as banks, insurers, credit card companies, and online payment services compensated €829 million. That is 34 per cent of the total damages of €2.5 billion. The damages paid out were highest for bicycle theft and car vandalism (both about 130 million euros). Therefore, vehicle theft and vandalism caused the largest damage for financial service providers. Victims were paid 235 and 188 million euros for these crimes, respectively. Financial service providers paid out a total of 212 million euros to victims of online crime. Proportionally, banking fraud accounted for the most damages: 56 per cent (89 million euros) of the total damages were paid to victims by financial service providers. Damages in car crimes were also relatively often compensated.
Some payment fraud occurs through spoofing. Here, criminals assume a different identity to persuade the victim to transfer money or gain access to their account. In 2021, 97 thousand over-15s were victims of this online crime. The associated damage amounted to €261 million, 11 per cent of the total financial damage caused by crime. Three-quarters of the victims transferred the money to the scammer (€187 million). Bank spoofing, a crime in which the scammer pretended to be a bank employee, claimed 18 thousand victims. Half of these victims suffered losses of at least 4 thousand euros. The damage totalled 94 million euros. More people (26 thousand) became victims of “friend-in-need fraud”. Half of them paid at least 2 thousand euros to so-called friends or relatives. The total damage from this offence was 73 million euros.
Of the initial damages of €261 million, spoofing victims recovered €121 million. Seventy million is related to compensation for bank spoofing by banks, credit card companies and online payment services. The remaining €51 million of damages recovered related to the other forms of spoofing. Here, a large part is related to damages recovered from the perpetrators.
Afsluitend
Ik vind dit een ‘’kennisparel’’ met veel glans, La Peregrina zou ik hem willen noemen.Met deze analyse brengt het CBS voor het eerst sinds jaren de totale financiële schade door criminaliteit tegen burgers in beeld. Het gaat daarbij alleen om de directe schade van vermogens-, en vernielingscriminaliteit. Indirecte schade zoals eventuele kosten die slachtoffers hebben gemaakt aan bijvoorbeeld alternatief vervoer, of tijd voor het oplossen van hun problemen is niet meegerekend. Alle cijfers zijn verkregen via enquêtering.
We kennen in Nederland een lange traditie met zogenaamde slachtofferenquêtes, die werden al medio jaren ´70 van de vorige eeuw afgenomen en destijds gepubliceerd door het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie. De Veiligheidsmonitor is daar een afgeleide van. Het is relatief één van de meest omvangrijke slachtofferenquêtes ter wereld. Een geweldige bron van kennis voor iedereen in Nederland die zich met criminaliteit en rechtshandhaving bezig houdt. Daar mag je best wel een beetje trots op zijn, op die traditie en de publicatie zelf.
‘De Veiligheidsmonitor is een alternatieve barometer voor de politieregistratie’ . Het levert een schat aan data op over veiligheid met achtergrondkenmerken van slachtoffers en hun omgeving, zoals leeftijd, geslacht, herkomst, opleidingsniveau, stedelijkheid van gemeenten, etc. Dat maakt achtergrond- en diepteanalyses mogelijk, bijvoorbeeld naar probleemwijken, welke mensen het meest met geweldsdelicten te maken krijgen, hoe het gaat met hangjongeren in buurten en of meer politie op straat effectief is. Een prachtige en meer dan nuttige bron van kennis. Maak er vooral gebruik van in beleid en praktijk. Het is een onmisbare bron om gericht criminaliteitsbeleid te voeren. Bijgesloten ‘’kennisparel’’ van vandaag is naar mijn mening uniek in zijn soort. In slechts weinig landen is men in staat om een goede schatting van de financiële schade van criminaliteit tegen burgers in kaart te brengen. Ook hier staat Nederland aan de top waar het beschikbare data betreft op het brede terrein van criminaliteit en rechtshandhaving. Maak er vooral gebruik van in beleid en praktijk.