Inleiding en context

Goede morgen allemaal op deze donderdag 28 september 2023. Ik hoop stilletjes op een Indian Summer, maar de herfst kruipt weer langzaam dichterbij. Eerst een bijpassend liedje bij de ´kennisparel´ van vandaag: https://www.youtube.com/watch?v=N3A8uNG3GH4 Vandaag een mooi onderzoek naar de mate waarin de fysieke geografische aanwezigheid van politiebureaus een afschrikwekkend werking heeft op (potentiële) daders en criminaliteit.

Het aantal politiebureaus is in jaren negentig en begin jaren 2000 in veel landen toegenomen. Dat was grotendeels het gevolg van de toegenomen belangstelling in de wijkteams. De overtuiging was dat een groter aantal politiebureaus de politiegemeenschap zou versterken en de betrekkingen tussen de politie met de bevolking zou bevorderen. Het verlenen van diensten zou dan beter aansluiten bij de lokale (sociale) behoeften. Politiebureaus werden vaak gesitueerd in problematische gebieden waar een toename van de aanwezigheid van de politie als één aspect werd gezien van criminaliteitspreventie. Er bestaat trouwens weinig empirisch bewijs om deze visie te ondersteunen. Echter, de laatste jaren zijn niet alleen in Nederland maar ook daar buiten een fors aantal politiebureaus gesloten. Kostenbesparing en het de vergroten van de politieproductiviteit waren de hoofdargumenten voor deze sluitingen. In deze ´kennisparel´ wordt gemeten welk criminaliteit reducerend effect de aanwezigheid van politiebureaus heeft.

Een tegenovergestelde strategie is die van de zogenaamde hotspotpolitie die laat zien dat de aanwezigheid van de politie moet worden geconcentreerd in tijd en ruimte wanneer het een impact wil hebben op de criminaliteitsontwikkeling. Gerichte surveillance door de politie op ´criminele brandhaarden´ kan wel degelijk een significante daling van de criminaliteit en incidenten opleveren. Eerdere ´kennisparels´ die ik over deze politiestrategie verstuurde wijzen ook in dezelfde richting, een succesvolle aanpak: https://prohic.nl/2020/04/03/3-april-2020-hot-spots-policing-een-onderzoeksynthese/ en https://prohic.nl/2020/12/22/141-22-december-2020-does-hot-spots-policing-have-meaningful-impacts-on-crime-findings-from-an-alternative-approach-to-estimating-effect-sizes-from-place-based-program-evaluations/ en https://prohic.nl/2021/08/19/253-19-augustus-2021-fifteen-minutes-per-day-keeps-the-violence-away-a-crossover-randomised-controlled-trial-on-the-impact-of-foot-patrols-on-serious-violence-in-large-hot-spot-areas/

Politiebureaus zorgen voor iets anders: een geconcentreerde aanwezigheid op één puntlocatie met de mogelijkheid om capaciteit in te zetten en te reageren op elk misdrijf, op elk moment en in een bepaald gebied. Wat kunnen we zeggen over de aanwezigheid van politiebureaus op het niveau van de criminaliteit? Hoe reageren (potentiële) daders daarop? Bijgesloten ´kennisparel´ geeft daarop een antwoord.

Bron

Boivin, Rémi & Silas Nogueira de Melo (September 2023). Do police stations deter crime? Crime Science, 11 September, pp. 1-15. https://crimesciencejournal.biomedcentral.com/articles/10.1186/s40163-023-00193-4

Summary

The introduction of community policing led to a significant increase in the number of police stations, particularly in urban settings. Police stations are largely assumed to have an impact on crime but there are few studies dedicated to the issue. The concept of deterrence suggests a negative relationship between police and crime: an increased police presence should lead to a reduction of crime. While it is difficult to directly test that relationship, the present study takes advantage of two recent events in Montreal (Canada) to test the hypothesis that the closure of a police station causes an increase of crime in the surrounding area. Andresen’s Spatial point pattern tests and Wheeler and Ratcliffe’ weight displacement difference tests were conducted.

The study of hotspot policing led to the belief that police presence needs to be concentrated in both time and space if it is to have a significant preventive impact on crime. It also led to the development of strategies of concentrated policing that encompass a variety of prevention actions aimed at specific individuals, specific crime types, and/or specific areas. Police stations provide something different: a concentrated presence at one point location with the ability to deploy to respond to any crime, at any time, in a particular area.

While tests suggest that crime geographic patterns were dissimilar pre- and post-closure, none of those differences support the deterrence hypothesis because the number of areas in which an increase in crime was recorded is lower than would be expected by chance. Similarly, decreases in breaking and entering, mischief, theft in or on vehicles and total crime were found, which does not support the deterrence hypothesis.

Afsluitend

De conclusie is helder, de aanwezigheid van politiebureaus binnen geografische afgebakende gebieden heeft geen effect op de waargenomen criminaliteitsontwikkeling. Echter, hierbij past een ´winstwaarschuwing´. Deze eerder verzonden ´kennisparel´ geeft een andere conclusie: https://prohic.nl/2022/03/04/356-4-maart-2022-the-place-based-effects-of-police-stations-on-crime-evidence-from-station-closures/ De kernvraag van die ´kennisparel´ luidt: ´leidde de sluiting van honderden lokale politiebureaus in Duitsland (Baden-Württemberg) tot veranderingen in de geobserveerde criminaliteit? Interessant, aangezien de trend in Nederland er ook één is om politiebureaus te sluiten en om naar schaalvergroting te streven.

Wanneer we naar de veiligheidszorg in Nederland kijken dan is duidelijk dat de bescherming tegen allerlei vormen van criminaliteit gezien kan worden als een collectief goed en moet collectieve bescherming bieden aan alle inwoners en bedrijven. Wat zijn de effecten wanneer er bezuinigd wordt op, of rigoureuze veranderingen plaats vinden in relatie tot dat collectieve goed, in dit geval de (lokale) aanwezigheid van politie. Op basis van de uitkomsten van die eerder verzonden ´kennisparel´ zijn dat de volgende effecten. De resultaten laten een consistent beeld zien van een lagere misdaadafschrikking / pakkans als gevolg van de gedeeltelijke sluiting van de lokale politie-infrastructuur. Sommige criminaliteitsfenomenen, zoals woninginbraak en autodiefstal, laten een stijging zien na sluiting. Het overhevelen van politiepersoneel naar grotere politiebureaus laat na de hervorming geen hogere criminaliteitscijfers en arrestaties zien. De effectiviteit van het politieoptreden neemt dus af.

Kortom: permanente regionale desinvesteringen met betrekking tot openbare ordetaken en politietaken hebben tot gevolg de zichtbare de politie-infrastructuur verminderd en leiden uiteindelijk tot negatieve criminaliteitseffecten en minder openbare veiligheid. En tamelijk harde conclusie lijkt mij. En een conclusie die in schil contrast staat met die van de vandaag bijgesloten ´kennisparel´. Hieruit blijkt maar weer dat de uitkomsten van verschillende onderzoeken ook sterk van elkaar kunnen verschillen. Ook daar kan van geleerd worden Eén ding is wel duidelijk, gedegen empirisch onderzoek op het terrein van de politie is noodzakelijk om tot een rationele allocatie van de financiële middelen te komen. Wat dat betreft is er de laatste jaren een forse hoeveelheid empirische kennis over de werkzaamheid van het politieoptreden verschenen: https://www.researchgate.net/publication/359236763_Politiekennisparels_2020-2023_Een_overzicht_van_op_evidentie_gebaseerd_politiewerk