Inleiding en context

Goede morgen allemaal op deze maandag 16 oktober 2023. Ik hoop dat jullie allemaal van een prettig weekeinde hebben genoten ondanks alle ernstige conflicten op wereldniveau. En in dit liedje vraagt de zanger zich af waarom dat allemaal nodig is: https://www.youtube.com/watch?v=ztZI2aLQ9Sw Wat mij betreft een song om elk uur te draaien op elk radiostation in de wereld. Maar goed, nu naar de realiteit van de inhoud van ons werk. Vandaag als ´kennisparel´ een systematische inventarisatie naar het beschikbare onderzoek betreffende de effectiviteit van maatregelen om fraude binnen het bedrijfsleven tegen te gaan.

In een eerder verzonden ´kennisparel´ (waar de onderzoekers van bijgesloten ´kennisparel´ trouwens niet naar verwijzen: vreemd) ging het om een systematisch overzicht naar de effectiviteit van interventies en maatregelen om financiële fraude in de brede zin van het woord te voorkomen of te beheersen. Op basis van die synthese waarin 159 studies zijn betrokken wordt hier een oordeel over gegeven: https://prohic.nl/2023/01/12/506-12-januari-2023-prevention-and-control-of-financial-fraud-a-scoping-review/ Het blijkt allemaal wat mager te zijn voor wat betreft de bestaande kennis op dit terrein over wat werkt.

Uit bijgesloten ´kennisparel´ van vandaag blijkt opnieuw dat bij het formuleren van strategieën om het escalerende fraudeprobleem aan te pakken weinig kwalitatief hoogstaand bewijs vinden van wat werkt bij de aanpak van fraude tegen het bedrijfsleven. Als gevolg hiervan worden strategieën toegepast die zich vooral beperken tot  ‘op geloof gebaseerde’ benaderingen. Die interventies en maatregelen komen veelal uit professionele trainingen en leerboeken, dit vanwege het ontbreken van kwalitatief hoogstaand empirisch bewijs dat ze daadwerkelijk werken.

Bijgesloten ´kennisparel´ toont een gebrek aan kwaliteitsstudies aan die illustreren wat werkt bij het bestrijden van fraude tegen het bedrijfsleven. Een zogenaamde evidence-based aanpak toont dus ernstige beperkingen als het gaat om die aanpak van fraude. Dit wordt deels veroorzaakt vanwege de problemen die gepaard gaan met het meten van fraude en de complexe en verborgen aard van het onderhavige fenomeen. De vraag rijst dan: in hoeverre levert wetenschappelijk evaluatiebewijs van bestaande fraudepreventie-initiatieven het bewijs dat ze werken? Is het bovendien zo dat wanneer er daadwerkelijk een gebrek aan evidentie is er toch met een zekere mate van evidentie valt te begrijpen of initiatieven en maatregelen tegen fraude ook werken? Dit zijn de centrale vragen die in deze ´kennisparel´ aan de orde komen. Daarbij wordt ook een reeks aan bestaande instrumenten geïnventariseerd die organisaties kunnen gebruiken om fraude te bestrijden, waarbij de effectiviteit ervan wordt aangetoond op basis van de beperkte beschikbare evidentie daaromtrent.

Bron

Button, Mark, Branislav Hock, David Shepherd & Paul M. Gilmour (October 2023).  What really works in preventing fraud against organisations and do decision-makers really need to know? Security Journal, 11 October, pp. 1-19. https://link.springer.com/article/10.1057/s41284-023-00402-4

Summary

An evidence base of what works using high-quality evaluations in tackling societal problems has become the norm in many spheres, including tackling traditional crime. Yet, as we show in the example of fraud faced by organisations, high-quality evaluations are not always possible, or even necessary for tackling problems effectively. Drawing on a review of over 400 research studies exploring the prevention of fraud, this paper finds a paucity of studies meeting the highest quality of standards of evaluation using the Maryland Scale. This is largely because of the barriers to implementing the Maryland Scale, given the challenges of measuring fraud, rather than because of a low quality of research per se. In the absence of high-quality evaluations, this paper uses a novel alternative to the Maryland scale to identify a range of effective tools that organisations can use to prevent fraud. Finally, the paper provides practical and theoretical reflections upon a broader problem of how and to what extent scientific evaluations of high-quality evidence are necessary in combating fraud effectively.

Afsluitend

Bijgesloten ´kennisparel´ toont aan dat, hoewel er niet veel empirisch bewijs van hoge kwaliteit is, er wel middelmatig bewijs is dat enig houvast biedt wat werkt bij fraudebestrijding binnen het bedrijfsleven. Meerdere onderzoeken met verschillende methodologieën tonen enig bewijs dat een reeks aan interventies blijkt te werken. Vooral de toepassing van maatregelen vanuit de bredere theorie van situationele criminaliteitspreventie  en routinematige activiteiten laat zien dat gelegenheidsbeperkende preventiemaatregelen werkzaam zijn. Ook hier blijkt weer opnieuw dat situationele criminaliteitspreventie majeur is ten opzichte van andersoortige maatregelen waaronder repressieve: https://www.researchgate.net/publication/326177342_Wat_Werkt_Een_systematisch_overzicht_van_25_jaar_verschenen_meta_evaluaties_synthesestudies_binnen_de_kennisdomeinen_situationele_criminaliteitspreventie_politiezorg_en_strafrechtelijke_interventies_1