Inleiding en context

Goede morgen allemaal op deze wat koude dinsdag 16 januari 2024. Ik begin met een liedje van de Cigarettes omdat de naam toepasselijk is bij de ´kennisparel´ van vandaag: https://www.youtube.com/watch?v=CjutMbn6yEE Nationale programma’s die het cannabisgebruik onder adolescenten terugdringen, verdienen hernieuwde aandacht in het licht van de huidige discussies van Europese beleidsmakers om hun nationale cannabisbeleid te herzien en mogelijk te herformuleren. Veel Europese landen hebben onlangs (medisch) gebruik van cannabis gelegaliseerd. Eén van de belangrijkste zorgen over de legalisering van cannabis is dat dit het cannabisgebruik onder adolescenten en jong volwassenen zou kunnen verhogen.

Jongeren kunnen legalisering interpreteren als een teken dat cannabisgebruik legitiem, geaccepteerd en veilig is. Adolescenten die dergelijke opvattingen over middelengebruik aannemen, zullen in de toekomst aanzienlijk vaker middelen kunnen gaan gebruiken. Bovendien zou de grote en invloedrijke cannabisindustrie die door de legalisering is ontstaan, zwaar kunnen investeren in marketing en reclame om de vraag naar cannabis – en de prevalentie ervan – voor alle leeftijden te vergroten. Kortom, er zitten rouwrandjes aan de legalisering van cannabis, zie bijvoorbeeld deze eerder verstuurde ´kennisparel´: https://prohic.nl/2023/05/15/556-15-mei-2023-the-impact-of-legal-cannabis-availability-on-cannabis-use-and-health-outcomes-a-systematic-review/

De toegenomen beschikbaarheid van gelegaliseerde cannabisdetailhandelaren is gekoppeld aan een hogere gebruikskans. De toegenomen prevalentie in jurisdicties waar cannabis meer beschikbaar is, impliceert dat een groter aantal oorspronkelijk niet gebruikers cannabis is gaan gebruiken. Met andere woorden, mensen die vóór de legalisatie geen toegang tot cannabis hadden, gaan eerder gebruiken wanneer een groter aantal verkooppunten dicht bij hun woonplaats opent.

Hoe kun je het gebruik van cannabis onder bovenstaande condities terugdringen? De auteurs van bijgesloten ´kennisparel´ toetsen of het gebruik van tabak en de controle / handhaving hierop een instrument is om dit probleem aan te pakken door de groep adolescenten die risico lopen op cannabisgebruik te verkleinen. Het roken van sigaretten en het gebruik van cannabis overlappen elkaar grotendeels. Vrijwel alle cannabisgebruikers hebben een sigaret gerookt (90 %, geschat), en een aanzienlijk deel van de sigarettenrokers heeft cannabis gebruikt (tot 47 % geschat). Als het roken van sigaretten een risicofactor is voor toekomstig cannabisgebruik, kan het verminderen van het aantal adolescenten dat sigaretten rookt ook het aantal jongeren verminderen dat cannabis gaat gebruiken. En daar geven de auteurs van bijgesloten ´kennisparel´ een positief antwoord op. Goed nieuws dus! O ja, er is onlangs ook onderzoek beschikbaar gekomen waaruit blijkt dat het gebruik  e-cigarettes (vaping) een verhoging van het gebruik van cannabis tot gevolg heeft: https://nij.ojp.gov/topics/articles/five-things-about-vaping-and-e-cigarettes

Bron

Miech, Richard, Steven G. Heeringa, Sabrina Molinaro & Elisa Benedetti (February 2024). Cannabis reduction among adolescents as spillover from successful tobacco control. International Journal of Drug Policy, vol. 124, February, pp. 1-6. https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0955395923003626?via%3Dihub

Summary

National programs that reduce adolescent cannabis use warrant renewed attention in light of current discussions to reform cannabis legislation, including the possibility of legalization for recreational use. This study measures the size of a decrease in a country’s prevalence of adolescent cannabis use that accompanies a decrease in its prevalence of adolescents who had ever smoked a cigarette. Data are from the European School Survey Project on Alcohol and Other Drugs (ESPAD), which is a collaborative effort of more than 40 European countries to surveil adolescent substance use. This study uses data from the seven survey administrations in 1995, 1999, 2003, 2007, 2011, 2015, and 2019. The main analysis is a fixed-effect regression analysis of country-level, four-year changes in adolescent lifetime cannabis use prevalence on country-level, four-year changes in adolescent lifetime cigarette use prevalence.

Decreases in the national prevalence of adolescents who had ever smoked a cigarette were accompanied by decreases half as large in national prevalence of adolescent lifetime cannabis use. For European countries considering the legalization of adult recreational cannabis use, tobacco control can offer a tool to help counter potential increases in cannabis use among adolescents.

Policymakers seeking to reduce or prevent adolescent cannabis use have few effective tools at their disposal, and these results suggest that tobacco control can help address this gap. Specific tobacco control policies to implement are known, numerous countries can provide multiple example roadmaps and perhaps even technical assistance for implementation, and the results of this study provide guidance on the expected size of adolescent cannabis reduction that will accrue. The results point to the importance of future research to identify the factors that moderate the declines in adolescent cigarette use and the associated declines in adolescent cannabis use.

The decreases in adolescent cannabis use that accompanied decreases in smoking average for others. Specification of the moderating factors at work can help countries tailor the tobacco control policies they adopt, and how they adopt them, to their national context and culture. Additional areas for future research also include specifying which components of tobacco control policies most strongly predict declines in adolescent smoking at the national level, as well as working to identify which of the many individual-level links between cigarette smoking and cannabis use account for declines in cannabis as cigarette smoking decreases at the population level. These two lines of research can inform each other. Countries can serve as case studies to evaluate the individual-level processes at work, and this information can, in turn, inform decisions on which tobacco control policies would be expected to be most effective in different settings.

Afsluitend

Over de hele wereld heerst een internationale status quo dat een strikte cannabishandhaving / verbod niet meer werkt. Het verbod maakt snel plaats voor een reeks hervormingen van een cannabisbeleid dat gericht is op het liberaliseren van de toegang tot cannabis voor medische en recreatieve doeleinden. Echter, vanuit de gelegenheidstheorie is bekend dat de omvang van de beschikbaarheid van genotsmiddelen het gebruik daarvan bepaald. Hoe meer verkooppunten van bijvoorbeeld alcohol, cannabis, snoep of snacks hoe omvangrijker het gebruik van die genotsmiddelen. Zo bestaat er een sterke samenhang tussen de omvang van de beschikbaarheid van suikerhoudende producten en obesitas.

De positieve correlatie tussen beschikbaarheid en consumptie van cannabis is het meest uitgesproken bij die groepen die vóór de legalisering minder aan cannabis zijn blootgesteld. Groepen die vóór legalisatie het minst met cannabis in aanraking zijn gekomen, zijn mogelijk het meest vatbaar voor een grotere beschikbaarheid. In rechtsgebieden met legale cannabismarkten lijken beperkingen op het aantal legale cannabisverkopers, vooral in dichtbevolkte gebieden, gerechtvaardigd. Dat is nogal een ferme conclusie die zeer zeker ook van belang is voor de situatie in Nederland.

Ten slotte, de conclusie van de auteurs van bijgesloten ´kennisparel´ is duidelijk. Het terugdringen van tabaksgebruik onder jongeren en jong volwassenen is een effectief instrument om potentiële toename van  onbedoelde cannabisverslaving en cannabisgebruik tegen te gaan onder adolescenten. Een mooi spillover effect van anti-rookbeleid.