Search
Probleemgericht werken aan High Impact Crime
[70] 3 juli 2020: What Puts Individuals at Risk for Physical Intimate Partner Violence Perpetration? A Meta-Analysis Examining Risk Markers for Men and Women

Inleiding en context

Vandaag vrijdag 3 juli 2020, de weken vliegen voorbij ondanks de door COVID-19 veroorzaakte nieuwe wereld. Vandaag een onderzoeksynthese naar risicofactoren die vrouwen maar ook mannen bloot stelt aan risico´s op partnergeweld. Die veroorzakende factoren zijn van belang om in kaart te brengen omdat het ingrediënten zijn voor een effectieve preventie aanpak van het fenomeen.

Partnergeweld is wereldwijd problematisch te noemen. Volgens de World Health Organization is geweld tegen vrouwen een volksgezondheidsprobleem. Wereldwijd wordt 35% van de vrouwen gedurende haar leven slachtoffer van fysiek of seksueel geweld. Wereldwijd wordt 38 procent van het aantal moorden op vrouwen gepleegd door de partner. Geweld tegen vrouwen heeft grote gevolgen voor de gezondheidstoestand van die vrouwen: https://apps.who.int/iris/bitstream/handle/10665/329889/WHO-RHR-19.16-eng.pdf?ua=1 Uiteraard zijn er grote verschillen in de prevalentie van slachtofferschap van partnergeweld.

Volgens recent onderzoek in Nederland blijkt het volgende over de prevalentie van de omvang van huiselijk geweld in Nederland. Op basis van zelfrapportage onder de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder is de aard en omvang van huiselijk geweld gemeten. De schattingen gaan over slachtofferschap van lichamelijk en seksueel geweld in huiselijke kring en hebben betrekking op de vijf jaar voorafgaand aan het onderzoek. Onder huiselijk geweld verstaan we geweld dat door iemand uit de huiselijke of familiekring van het slachtoffer is gepleegd. Dan blijkt dat 6,2 procent van de vrouwen en 4,7 procent van de mannen slachtoffer te zijn geweest. In de orde van grootte gaat het dan om respectievelijk 431.000 en 316.000 slachtoffers. De geïnteresseerde lezer kan het rapport inzien op de WODC Internetsite onder: https://wodc.nl/onderzoeksdatabase/2668e-slachtofferdader-online-panel-onderzoek.aspx

Maar nu naar de onderzoeksynthese van vandaag. Wat zij daar de kernuitkomsten van en wat kan daar van geleerd worden voor de Nederlandse context?

Bron

Spencer, Chelsea M., Sandra M. Stith & Bryan Cafferky (2020). What Puts Individuals at Risk for Physical Intimate Partner Violence Perpetration? A Meta-Analysis Examining Risk Markers for Men and Women. Trauma, Violence & Abuse, pp. 1-16. https://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/1524838020925776

Samenvatting

Intimate partner violence (IPV) perpetration is a serious public health concern around the world. This meta-analysis aimed to synthesize all available data examining risk markers for physical IPV perpetration among men and women between 1980 and 2018. Studies were included in the analysis if they examined physical IPV in adult opposite-sex relationships, included statistical information needed to calculate at least one bivariate effect size, and were written in English. A total of 503 studies, yielding 2,972 unique effect sizes, were included in the analysis. Data from these studies allowed for the examination of 63 unique risk markers related to physical IPV perpetration for both men and women, 60 unique risk markers for male perpetration, and 45 unique risk markers for female perpetration. Lastly, we were able to compare the strength of 44 risk markers for physical IPV perpetration between men and women. We found that the strongest risk markers were related to other acts of violence (both perpetration and victimization) as well as relationship dynamics. Results from this study highlight the potential factors that could be focused on in prevention programming and intervention work. Additionally, it was found that 9 out of 44 risk markers significantly differed in strength for men and women, allowing for additional specificity in intervention work for helping professionals working with either male or female perpetrators of physical IPV.

This meta-analysis also identified significant protective markers against physical IPV perpetration, which may also serve as targets for intervention efforts. For men, an internal locus of control, or the belief that one is responsible for one’s actions, was the strongest protective marker against IPV perpetration. This factor is often targeted in batterer intervention programs. It is important to note that there were not enough effect sizes examining this protective marker for women, so it may be that this is also an important protective marker for women. For both men and women, relationship satisfaction, communication skills, coping skills, and conflict resolution skills were all significant protective markers against IPV perpetration. This highlights the potential importance of how couples treatment, or therapy, may aid in the prevention and reduction of IPV.

Afsluitend

Het is duidelijk, wereldwijd, maar ook in Nederland is huiselijk geweld en partnergeweld een gegeven. Dat is natuurlijk niet nieuw, wie de literatuur een beetje kent weet dat het probleem zich al vele eeuwen manifesteert. Wat wel nieuw is dat de omvangschattingen van dit type van geweld de laatste jaren een flinke groei laat zien. Zowel op landenniveau maar ook in internationaal vergelijkend perspectief zijn er steeds meer metingen verricht die de magnitude en de ernst van het probleem in kaart hebben gebracht. Dat is goed nieuws, omdat op basis van die kennis gericht beleid gevoerd kan worden, zowel preventief als repressief. Uit de bijgesloten metastudie blijkt dat een aantal risicofactoren voor partnergeweld significant zijn voor het ontstaan daarvan. Die kennis is elementair om tot een gerichte preventieve aanpak van partnergeweld te komen. Maar daar gaat in de toekomst een andere ´kennisparel´ over.

prohic_linksonder