Inleiding en context
Goede morgen allemaal op dezen vrijdag 29 oktober 2021. De laatste werkdag van de week is een feit. Toch nog even snel een ´kennispareltje´ versturen naar de inmiddels 1500 ontvangers daarvan, werkzaam zowel binnen als buiten het ministerie van Justitie & Veiligheid. Ik heb inmiddels meer dan 280 van die ´kennisparels´ verstuurd. Om het de ontvangers makkelijk te maken heb ik die allemaal netjes chronologisch gerangschikt op de website Probleemgericht werken aan High Impact Crime: https://prohic.nl/de-parels-van-jaap-de-waard/
En daar wordt gretig gebruik van gemaakt. Wekelijks worden er zo’n 1000 kennisparels van deze site gedownload. ‘Populaire’ actuele onderwerpen zijn de rekrutering van jongeren om hand- en spandiensten te verrichten in de georganiseerde criminaliteit (“variërend van het uithalen van ladingen cocaïne tot de betrokkenheid bij een liquidatie”), alles op het terrein van jeugdcriminaliteit in den brede en – ook heel gewild – studies naar de effectiviteit van verschillende politiestrategieën, zoals ‘hotspot policing’, ‘problem oriented policing’ en ‘community policing’. Maak gebruik van deze downloadmogelijkheid via bovengenoemde website.
Maar goed nu naar de ´kennisparel´ van vandaag. Die betreft een mooi systematisch overzicht van het zogenaamde cyberpesten op de mate van depressie als gevolg daarvan onder jongeren in de leeftijd van 10 tot 19 jaar. De kernuitkomst is redelijk schokkend en volgens de onderzoeker significant. Adolescenten die het slachtoffer waren van cyberpesten hadden een bijna drie keer grotere kans op een depressie dan degenen die niet werden gepest. Resultaten van deze meta-analyse waren in lijn met eerdere meta-analyses. Dat is nogal een forse rouwrand van het gebruik van allerlei sociale media op het Internet. Wat waren de bevindingen? Wat valt daar (preventief) tegen te doen? Welke lessen zijn te trekken voor de Nederlandse situatie?
Bron
Tran, Huong Giang Nguyen, Truc Thanh Thai, Ngan Thien Thi Dang, Duy Kim Vo & Mai Huynh Thi Duon (October 2021). Cyber-Victimization and Its Effect on Depression in Adolescents: A Systematic Review and Meta-Analysis. Trauma, Violence & Abuse, 23 October, pp. 1-16.
https://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/15248380211050597
Samenvatting
The difference in participants’ characteristics between samples and the inconsistency in the methodology have led to variability in both direction and magnitude of association between cyber-victimization and depression in adolescents. This systematic review and meta-analysis investigates the relationship between cyber-victimization and depression in adolescents. Primary studies on cyber-victimization and depression among adolescents (10–19 years of age based on WHO definition) on PubMed and EMBASE databases were included. The forward and backward snowballing searching method was also used to explore more publications. The main effect estimate extracted from eligible studies was the odds ratio which was synthesized based on the random-effect model. The protocol of this study was prospectively registered on PROSPERO database (registration number: CRD42020185700). Among 1,008 research articles identified, 17 were eligible which comprised a total sample of 79,202 adolescents.
The odds of depression among cyber-victims was almost three-fold higher (OR = 2.73; 95% CI 2.25–3.31) compared to non–cyber-victims. The overall effect estimate remained positive irrespective of differences in sample and method characteristics (study location, female percentage, sampling procedures, the use of single vs. multiple items, and elaboration of cyber-bullying definition). The presence of traditional bullying items was found to be important moderator of this relationship. However, none of the anticipated moderators had a clear impact on this relationship. Moreover, absence of publication bias was confirmed. This study confirms findings from the literature about the significant association between cyber-victimization and depression in adolescents across settings and populations. More efforts should be made to address this issue rigorously and to a greater extent.
Afsluitend
Slachtoffers van zowel cyberpesten als traditionele vormen van pesten hadden een significant hogere kans op een depressie. Alle soorten pesten droegen bij aan een vergelijkbare impact op de ontwikkeling van depressieve symptomen en het gelijktijdig optreden van sociale angst, die de depressieve stemmingsstoornis verder verergerde. Vanuit een ander perspectief hebben cyberslachtoffers die gelijktijdig traditioneel worden gepest enkele kenmerken waardoor ze vatbaarder zijn voor hogere niveaus van algemeen slachtofferschap. Uit literatuuronderzoek blijkt dat de sterkste voorspeller van cyberslachtofferschap traditioneel slachtofferschap van offline pesten was en dat de meeste gevallen van cyberpesten zich voordoen binnen de context van de schoolomgeving. Allemaal handvaten voor de preventie van cyberpesten zou ik zeggen.
Het is noodzakelijk om relevant beleid en regelgeving te ontwikkelen om mogelijke risico’s in cyberspace te minimaliseren. Bovendien is vanwege het grenzeloze karakter van cyberpesten samenwerking tussen landen noodzakelijk om internationale regels en normen vast te stellen tegen dit probleem. Belangrijk is dat de COVID-19-pandemie een broeinest heeft veroorzaakt voor cyberpesten en depressie bij adolescenten als gevolg van onvermijdelijke sociale afstand en lockdown in veel landen, inclusief onderwijs op afstand en het toenemende gebruik van Internet en sociale media onder jongeren. Dat was het weer deze week, allemaal een fijn weekeinde en tot maandag a.s.
Tot zover maar weer, blijf gezond, optimistisch en wees vooral aardig voor elkaar. Alleen zo gaan we echt solidair met elkaar om. Tot de volgende ´kennisparel´ die over een paar dagen in jullie mailbox valt.
