Inleiding en context
Hallo allemaal op deze vrijdag 4 maart 2022. Wanneer ik naar buiten kijk maakt dat vrolijk, dit in tegenstelling tot de rampzalige situatie 2000 kilometer verderop in de Oekraïne, dat maakt verdrietig. Na de pandemie staat de wereld opnieuw op zijn kop, dit keer door totaal onverantwoordelijk gedrag van de leider(s) van het arme Rusland. Maar nu eerst lachen met expert / deskundoloog Dr. Clavan over het Groot-Rusland: https://www.youtube.com/watch?v=GrxF4ofLE00 Mooi. Op naar bijgesloten ´kennisparel´, dat is er één waar vooral de politieorganisatie in Nederland van kan leren. De kernvraag van bijgesloten ´kennisparel´ luidt: ´leidde de sluiting van honderden lokale politiebureaus in Duitsland (Baden-Württemberg) tot veranderingen in de geobserveerde criminaliteit? Interessant, aangezien de trend in Nederland er ook één is om politiebureaus te sluiten en om naar schaalvergroting te streven.
Wanneer we naar de veiligheidszorg in Nederland kijken dan is duidelijk dat de bescherming tegen allerlei vormen van criminaliteit gezien kan worden als een collectief goed en moet collectieve bescherming bieden aan alle inwoners en bedrijven. Wat zijn de effecten wanneer er bezuinigd wordt op, of rigoureuze veranderingen plaats vinden in relatie tot dat collectieve goed, in dit geval de (lokale) aanwezigheid van politie. Op basis van de uitkomsten van bijgesloten ´kennisparel´ zijn dat de volgende effecten. De resultaten laten een consistent beeld zien van een lagere misdaadafschrikking / pakkans als gevolg van de gedeeltelijke sluiting van de lokale politie-infrastructuur. Sommige criminaliteitsfenomenen, zoals woninginbraak en autodiefstal, laten een stijging zien na sluiting. Het overhevelen van politiepersoneel naar grotere politiebureaus laat na de hervorming geen hogere criminaliteitscijfers en arrestaties zien. De effectiviteit van het politieoptreden neemt dus af.
Kortom: permanente regionale desinvesteringen met betrekking tot openbare ordetaken en politietaken hebben tot gevolg de zichtbare de politie-infrastructuur verminderd en leiden uiteindelijk tot negatieve criminaliteitseffecten en minder openbare veiligheid. En tamelijk harde conclusie lijkt mij. Ik ben benieuwd hoe de situatie er in Nederland uit ziet. Misschien een mooi onderzoekthema voor de relevante beleidscollega´s binnen het ministerie van Justitie & Veiligheid?
Bron
Blesse, Sebastian & André Diegman (March 2022). The place-based effects of police stations on crime: Evidence from station closures. Journal of Public Economics, vol. 207, March, pp. 1-19. https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S004727272200007X
Samenvatting
Many countries consolidate their police forces by closing down local police stations. Police stations represent an important and visible aspect of the organization of police forces. We provide novel evidence on the effect of centralizing police offices through the closure of local police stations on crime outcomes. Combining matching with a difference-in-differences specification, we find an increase in reported car theft and burglary in residential properties. Our results are consistent with a negative shift in perceived detection risks and are driven by heterogeneous station characteristics. We can rule out alternative explanations such as incapacitation, crime displacement, and changes in police employment or strategies at the regional level. We argue that criminals are less deterred due to a lower visibility of the local police.
Does the regional availability of physical police infrastructure deter criminal behavior? This paper provides novel causal evidence on a permanent reallocation of police forces at the extensive margin by exploiting a quasi-experiment where a reform induced the closure of hundreds of local police agencies and the respective police buildings. We exploit police station closures that did not lead to layoffs but were merely reallocations of the affected local police forces to nearby stations. We find that station closures do not affect theft in total but significantly increase car theft and residential burglary. Our effects are driven by facility-specific features. For instance, the closure of visible police infrastructure in residential neighborhoods away from town centers is driving the increase in residential burglary. Crimes in these areas are less salient and have likely fewer witnesses. More car theft can be partially explained by the closure of relatively effective police stations. We argue that these results are consistent with a negative shift in perceived detection risks after station closures. We find that the mode of implementation matters greatly for the subsequent incentives of potential offenders.
Our findings are unlikely to be driven by actual incapacitation effects, changes of police employment, or different policing strategies at the regional level. Overall, our results are consistent with lower crime deterrence due to a salient closure of local police infrastructure. We also find that enlarged stations receiving additional officers from treated areas do not experience improved crime rates after the reform. Therefore, negative effects of closures on property crimes cannot be counterbalanced by a subsequent concentration of police forces in nearby stations. Permanent regional disinvestments regarding public safety provision and a reduction of visible police infrastructure across localities may therefore ultimately come with negative crime effects and less public safety.
Afsluitend
En dat zijn toch weer opvallende uitkomsten van onderzoek binnen de politieorganisatie. Het lijkt dus verstandig om het beleid om politiebureaus te sluiten nog eens kritisch tegen het licht te houden. Zeker gezien de beschreven negatieve affecten die blijkens bijgesloten ´kennisparel´ optreden als gevolg van dergelijke sluitingen. Desinvesteren in de publieke veiligheidszorg kan leiden tot een ongelijke verdeling van veiligheid waarbij bepaalde geografische gebieden en de bewoners daarvan in de kou komen te staan. Er zijn (nog) geen aanwijzingen in Nederland dat een dergelijke tweedeling aan de orde is.
Het is de taak van de overheid om zorg te dragen voor de veiligheid van al haar burgers. De Nederlandse overheid gaat ervan uit dat veiligheid een publiek goed is dat beschikbaar moet zijn voor iedereen. Toestanden zoals bijvoorbeeld in delen van de Verenigde Staten, Zuid-Afrika en Latijns-Amerika, waar sprake is van een ongelijke publiek veiligheidszorg zijn hier niet gewenst. In deze landen is sociale en geografische ongelijkheid in de distributie van crimineel slachtofferschap en de ernst daarvan niet ongebruikelijk. En het gaat natuurlijk niet om uitbreiding van de omvang van het politieapparaat, daarvan weten we dat die omvang geen samenhang heeft met de omvang van de criminaliteit. Aanwezigheid, gerichtheid, focus en alertheid zijn de toverwoorden van een effectieve politiezorg. Daar horen ook voldoende politiebureaus bij.