Search
Probleemgericht werken aan High Impact Crime
[40] 20 mei 2020: A systematic review of the effectiveness of the electronic monitoring of offenders

Inleiding en context

Elektronisch huisarrest is het opsluiten van een veroordeelde (of een verdachte ter vermijding van voorarrest) in zijn eigen huis, gecontroleerd met elektronische middelen. Iemand die door een vonnis van een rechtbank elektronisch huisarrest opgelegd heeft gekregen draagt aan zijn lichaam, gewoonlijk aan een band om zijn enkel, een zendertje. Dit kan niet worden verwijderd zonder de bewakende instantie te alarmeren. De zender staat met een meldkamer in verbinding. Wanneer de veroordeelde tegen de afspraken in zijn woning heeft verlaten wordt dit daar opgemerkt en stelt men direct de regionale politie op de hoogte. Elektronisch huisarrest werd in Nederland de jaren negentig wettelijk mogelijk gemaakt als alternatief voor gevangenisstraf. Het wordt gewoonlijk bij wat zwaardere misdrijven toegepast. Ook kan het laatste gedeelte van een gevangenisstraf op deze wijze worden ondergaan. De achterliggende gedachte is tweeledig: men wil kosten besparen en de negatieve gevolgen van gevangenisstraf voorkomen. Gewoonlijk krijgt een veroordeelde die elektronisch huisarrest ondergaat een even lange straf als het strafrecht in andere gevallen aan hechtenis zou voorschrijven. Indien de veroordeelde zijn huisarrest verbreekt dan wordt hij alsnog in een gevangenis geplaatst.

Een leuk (historisch) weetje. Als ´uitvinder´ van ´electronic monitoring´ wordt Judge Jack Love gezien. Deze rechter uit het New Mexico District werd in 1977 geïnspireerd door een strip waarin Spiderman door een vijand een polsband werd omgedaan waarmee al zijn bewegingen werden gecontroleerd. In 1983 veroordeelde deze Love voor het eerst iemand tot het dragen van een enkelband waarmee hij kon worden gevolgd. Maar… de ´echte uitvinder´ is de man met de mooie naam Ralph K. Schwitzgebel die al in 1964 in Massachusetts de eerste experimenten uitvoerde met elektronisch huisarrest. Hij publiceerde daar ook veelvuldig over, bijvoorbeeld: Schwitzgebel, Ralph K., “Electronic Alternatives to Imprisonment,” Lex et Scientia, 1968, vol. 5, pp. 99-104, zo, dan is dat ook weer recht gezet. Ere wie ere toe komt. De naam Schwitzgebel was trouwens een pseudoniem, zijn echte naam was Ralph Kirkland Gable, hij publiceerde laten onder die naam bijvoorbeeld:  https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/0047235286900644

Maar goed dat is geschiedenis, maar wel leerzaam. De vraag is, wat levert het allemaal op in termen van recidivevermindering, drukken van kosten en welzijn van de afgestrafte. Zeer recent verscheen bijgesloten onderzoeksynthese die daar een antwoord op geeft.

Bron

Belur, Jyoti, Amy Thornton, Lisa Tompson, Matthew Manning, Aiden Sidebottom & Kate Bowers (June 2020). A systematic review of the effectiveness of the electronic monitoring of offenders. Journal of Criminal Justice, vol. 68, May-June, pp. 1-18. https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S004723522030026X

Samenvatting

Objective

This paper reports the findings of a systematic review on the effectiveness of Electronic Monitoring (EM) on reducing recidivism. It identifies mechanisms through which EM is expected to produce reductions in recidivism rates, under what conditions, and at what cost.

Methods

Eligible studies were identified through a search strategy and quality appraised. The review uniquely combines findings of a meta-analysis alongside a realist-inspired qualitative synthesis.

Results

34 studies met our inclusion criteria. Meta-analytic results from 18 studies found that although overall the effect of EM on recidivism was favourable, heterogeneity between studies meant that the effect was significant for studies using hazard ratios but non-significant for those using proportional data. Findings indicated statistically significant reductions in recidivism for sex offenders; when EM is compared to the alternative of prison; and in European settings. Situational and behavioural mechanisms that might plausibly reduce recidivism were identified. EM is cheaper than prison but more expensive than ordinary probation or parole.

Conclusions

The study illustrates the complexity of implementing EM. We present a theory of change for EM in the form of logic models and discuss the implications of the interaction between identified factors on implementation of EM to achieve desired outcomes.

Afsluitend

Geen wonderinterventie dus, maar wel met bescheiden succes. Ten slotte, onlangs verscheen een prima themanummer van Justitiële Verkenningen over justitieel toezicht in de samenleving. In dit themanummer wordt vanuit verschillende invalshoeken gekeken naar justitieel toezicht in de samenleving. Zo komen de rechtstheoretische en rechtsfilosofische aspecten aan de orde, maar ook onderzoek naar de wijze waarop toezicht door ex-gedetineerden wordt ervaren tijdens de periode van voorwaardelijke invrijheidstelling. Voorts is er – internationaal vergelijkend – aandacht voor de situatie waarin onder toezicht gestelden zich niet aan de voorwaarden van toezicht houden en de reactie daarop van autoriteiten. Ook zijn artikelen gewijd aan toezicht op veroordeelde zedendelinquenten door burgervrijwilligers en aan nieuwe geavanceerde vormen van toezicht met behulp van technologische hulpmiddelen. Te downloaden vanaf: https://wodc.nl/binaries/JV1903_volledige-tekst_tcm28-399141.pdf

prohic_linksonder