Inleiding en context
’I think crime pays. The hours are good, you meet a lot of interesting people, you travel a lot’ (Woody Allen).
Ik wens jullie allemaal een mooi laatste junidag toe op deze donderdag 30 juni 2022. Vandaag een bijgesloten ´kennisparel´ waarin de Algemene Rekenkamer (ARK)een oordeel velt over het vermogen van de overheid om de ontneming van crimineel verkregen voordelen in de praktijk succesvol toe te passen. Oftewel, lukt het de overheid om criminelen ´te plukken´? Om met de deur in huis te vallen: dat valt allemaal nogal tegen blijkt uit bijgesloten ´kennisparel´. Onder het motto ‘misdaad mag niet lonen’ is er in de periode 2010-2021 tenminste € 634,1 miljoen geïnvesteerd in de jacht op crimineel verworven vermogen. Toch blijven de resultaten van de intensiveringen achter bij de verwachtingen die de minister van JenV indertijd heeft gewekt. Er is in de afgelopen tien jaar veel gezaaid en beperkt geoogst, blijkt uit onderzoek.
Het afpakken van crimineel vermogen staat al een aantal decennia op de politieke agenda. Vanuit twee perspectieven wordt dit streven gevoed: dat misdaad niet mag lonen en dat rechtsherstel moet plaatsvinden. Verschillende kabinetten en ministers van Justitie en Veiligheid (JenV) investeerden in het afpakken van meer crimineel vermogen. Op meerdere momenten kwam er extra budget beschikbaar om meer crimineel vermogen te kunnen afpakken.
De ARK wil in dit onderzoek beoordelen in welke mate de maatregelen die de ministers namen doeltreffend en doelmatig zijn geweest in het strafrechtelijk extra laten afpakken van opbrengsten uit criminele activiteiten middels de 5 intensiveringen. Wij focussen in dit onderzoek op de financiële doelstellingen en resultaten over de periode 2010-2021. Daartoe relateren wij de bereikte resultaten aan de normale afpakzaken, dus exclusief hoge en bijzondere transacties, dit in lijn met het karakter van de intensiveringen.
De ARK is nagegaan of het extra budget dat via 5 intensiveringen hiervoor in de periode 2010-2021 beschikbaar kwam, heeft geresulteerd in het afpakken van méér crimineel vermogen. De verwachting van de minister van JenV was namelijk dat met dat extra budget meer euro’s aan crimineel vermogen afgepakt konden worden (meeropbrengst). De conclusie is dat de politieke ambities groot waren, maar dat de realisaties achter bleven bij de door de minister van JenV gewekte verwachtingen. Het extra budget is tenminste ’terugverdiend’, maar de gerealiseerde meeropbrengsten bleven beperkt. Dit is teleurstellend, omdat in dezelfde periode de minister het via ruimere wet- en regelgeving en beleid eenvoudiger maakte om crimineel vermogen af te
pakken. Er is door de minister van JenV dan ook ‘veel gezaaid en beperkt geoogst’. Door de stapeling van de intensiveringen, maar vooral door een gebrek aan coherente registratie, evaluatie en archivering was het voor de ARK niet mogelijk om vast te stellen of het extra budget effectief en efficiënt is besteed.
Bron
Algemene Rekenkamer (juni 2022). Strafrechtelijk afpakken crimineel vermogen: Veel gezaaid en beperkt geoogst. Den Haag: Algemene Rekenkamer, Afdeling Communicatie, 70 pp. https://www.rekenkamer.nl/actueel/nieuws/2022/06/08/strafrechtelijk-afpakken-crimineel-vermogen
Samenvatting
Sinds 2010 is via 5 intensiveringen extra budget uitgetrokken om zoveel mogelijk vermogen van criminelen strafrechtelijk af te pakken. De Algemene Rekenkamer heeft onderzocht of de financiële doelstellingen van dit extra budget zijn bereikt.
Het extra budget van tenminste € 634,1 miljoen dat in de periode 2010-2021 beschikbaar kwam, is met de ontvangsten uit ‘normale afpakzaken’ van € 740,3 miljoen ’terugverdiend’. De politieke ambities waren echter groter. Volgens de minister van JenV zou iedere extra geïnvesteerde euro drie keer zoveel aan afgepakt vermogen opbrengen. Het Ministerie van JenV ontving in dezelfde periode in totaal weliswaar ruim € 1,9 miljard aan afgepakt crimineel vermogen, maar daarvan kwam het overgrote deel voort uit 8 hoge en bijzondere transacties (bijv. ABN AMRO, Vimpelcom). Die transacties hangen niet samen met de intensiveringen vanwege het bijzondere opsporings- en vervolgingstraject. Daarom laat de Algemene Rekenkamer deze uitzonderlijke zaken buiten beschouwing.
Sinds 2015 blijven de jaarlijkse gemiddelde ontvangsten die voortkomen uit normale afpakzaken rond € 83 miljoen liggen. Het afgepakte criminele vermogen raakte in de tweede helft van de periode 2010-2021 steeds verder achter op de gewekte verwachtingen. Vanaf 2019 ligt het verschil tussen verwachte meeropbrengsten en gerealiseerde opbrengsten boven € 100 miljoen structureel per jaar. Teleurstellend, concludeert de Algemene Rekenkamer, omdat behalve het extra budget ook ruimere wet- en regelgeving en beleid het eenvoudiger maakte om crimineel vermogen af te pakken.
Of het extra budget effectief en efficiënt is besteed is niet te zeggen. Zo is onduidelijk waar het extra geld aan is besteed. Bovendien werken de opsporingsdiensten, het OM, de rechtspraak en CJIB allen met andere definities, administraties en IT-systemen. Een integrale aanpak in de justitieketen is nauwelijks zichtbaar. Ook zijn er nauwelijks evaluaties van de intensiveringen uitgevoerd. Daardoor ontbreekt bij het departement een integraal beeld van de resultaten van het strafrechtelijk afpakken van crimineel vermogen.
De Algemene Rekenkamer beveelt de minister van JenV aan om samenhang tussen beleid en uitvoering tot stand te brengen. De minister onderkent in haar reactie de conclusies van het onderzoek en geeft aan dat zij de afpakketen verder gaat versterken. De minister geeft aan dat zij alleen kan sturen op het beheer van betrokken organisaties en dat het OM verantwoordelijk is voor het effectief afpakken van crimineel verworven vermogen. De Algemene Rekenkamer vindt dat de minister van JenV hiermee een beperkte invulling geeft aan haar wettelijke bevoegdheden en mogelijkheden om te sturen op de resultaten in de afpakketen.
Het onlangs aangetreden kabinet-Rutte IV heeft ook grote ambities als het gaat om het afpakken van crimineel vermogen. DE ARK adviseert de minister van JenV om eerst de basis van de afpakketen op orde te brengen. Vervolgens kan verder worden gebouwd aan de hand van de ambities van het kabinet. Concreet doet de ARK de volgende aanbevelingen aan de minister van JenV:
Afsluitend
In 2011 publiceerden mijn goede oud-collega Bert Berghuis en ondergetekende bijgesloten ´Feitenflits´ over het afpakken van crimineel verdiend geld. Ik kom tot de conclusie dat die kritische beoordeling uit 2011 van het afpakken van crimineel vermogen nog steeds geldig is. Nu ruim tien jaar later ligt er een prima en kritische analyse van de ARK waarin het vermogen van de overheid is beoordeeld om de slogan ‘misdaad mag niet lonen’ vorm te geven. De ARK constateert dat de afgelopen jaren veel is geïnvesteerd met de verwachting van grote opbrengsten, maar dat deze niet zijn uitgekomen. De geïnvesteerde bedragen zijn terugverdiend, maar nauwelijks meer dan dat. Dit volgt een vast patroon. Vanaf de jaren ’90 van de vorige eeuw zijn steeds weer opnieuw forse ambities gesteld, na investering in mensen en wettelijke middelen om voordeelsontneming meer en beter mogelijk te maken, om naderhand te constateren dat het resultaat nogal tegenvalt.
Het lijkt een soort varkenscyclus te zijn. Kennelijk is het na 25 jaar investeren nog niet echt gelukt om dit alles zo van de grond te krijgen dat een fors deel van crimineel voordeel wordt afgepakt. Hopelijk zullen de aanbevelingen van de ARK de komende jaren uitgevoerd worden en tot resultaten leiden die gewenst zijn om de georganiseerde misdaad in Nederland een (financiële) slag toe te brengen. Het is nu aan de beleidsmensen en uitvoerders om dat voor elkaar te krijgen. Want anders zal blijken dat misdaad nog steeds loont.